direct naar inhoud van 5.4 Bodem- en grondwaterkwaliteit
Plan: Buitengebied, Zijvond 4 Dreumel
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIzijvond4drml-OH01

5.4 Bodem- en grondwaterkwaliteit

In het kader van het onderhavige plan wordt binnen het plangebied een nieuwe bodemgevoelige functie toegelaten in de vorm van zorgvertrekken. Voordat door middel van dit bestemmingsplan deze nieuwe functie mogelijk wordt gemaakt zal er inzicht moeten zijn of de bodem- en grondwaterkwaliteit een dergelijke bebouwing en gebruik ook mogelijk maken.

Econsultancy BV heeft op 26 januari 2012 een rapportage overlegd naar de bodem- en grondwaterkwaliteit binnen het plangebied. Het vooronderzoek is hierbij verricht conform de NEN 5725 en het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5740.

Op basis van het vooronderzoek is geconcludeerd dat de onderzoekslocatie onderzocht dient te worden volgens de strategie "onverdacht" (ONV). Bij onverdachte locaties luidt de onderzoekshypothese dat de bodem niet verontreinigd is.

De bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot sterk zandige klei. De bovengrond bestaat plaatselijk uit zwak siltig, matig fijn zand. De bodem is verder plaatselijk tot maximaal 0,75 m -mv zwak humeus en plaatselijk tot maximaal 0,5 m -mv zwak grindig. De ondergrond is plaatselijk zwak oerhoudend.

Econsultancy gaat er vooralsnog vanuit dat de in de bovengrond aangetroffen zandlaag aangebracht is ten behoeve van de bouw van de stallen. In het opgeboorde materiaal zijn zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen.

Er zijn op basis van het vooronderzoek, tijdens de terreininspectie en bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden geen aanwijzingen gevonden, die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten. Hierbij wordt opgemerkt dat gelet op de doelstelling van het onderzoek de maaiveldinspectie en de veldwerkzaamheden niet conform de NEN 5707 zijn uitgevoerd.

De bovengrond is licht verontreinigd met zink en PAK. Zowel het zink- als het PAK-gehalte bevindt zich boven de voor het gebied vastgestelde achtergrondwaarde. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen geconstateerd.

Het grondwater is licht verontreinigd met barium.

De vooraf gestelde hypothese, dat de onderzoekslocatie als "onverdacht" kan worden beschouwd wordt, op basis van de lichte verontreinigingen, verworpen. Echter, gelet op de aard en mate van verontreiniging, bestaat er géén reden voor een nader onderzoek en bestaan er met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem géén belemmeringen voor de nieuwbouw op de onderzoekslocatie.

Indien er werkzaamheden plaatsvinden, waarbij grond vrijkomt, kan de grond niet zonder meer worden afgevoerd of elders worden toegepast. De regels van het Besluit bodemkwaliteit zijn hierop mogelijk van toepassing.

Voor de volledige inhoud van het onderzoek, wordt verwezen naar de rapportage die als bijlage bij de planstukken is gevoegd.