direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Buitengebied, Zijvond 4 Dreumel
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIzijvond4drml-OH01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. de uitoefening van één agrarisch bedrijf;

b. watergangen ten behoeve van de waterhuishouding;

met daaraan ondergeschikt:

c. een zorgboerderij ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij', met inbegrip van slaap- en verblijfsruimten;

d. extensieve dagrecreatie.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Bedrijfsgebouwen
  • a. bedrijfsgebouwen mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. voor bedrijfsgebouwen ten dienste van de zorgboerderij geldt een gezamenlijke bebouwd oppervlak van maximaal 25% van de totale bebouwde oppervlakte, met een maximum van 350 m²;
  • c. voor bedrijfsgebouwen geldt een bouwhoogte van maximaal 12,5 m;
  • d. per bedrijf is maximaal één zelfstandige woning, zijnde een dienstwoning, met een maximale goothoogte van 4,5 m, een maximale bouwhoogte van 9 m en een maximale inhoud van 650 m³, dan wel de op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande goothoogte, bouwhoogte en/of inhoud;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen ten behoeve van de dienstwoning mag niet meer bedragen dan 80 m², waarbij de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m;
  • f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder sleufsilo's en mestopslagplaatsen mag niet meer bedragen dan 6 m.

3.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de situering en maatvoering van bijgebouwen ten behoeve de dienstwoning, voor zover deze bijgebouwen zijn geprojecteerd op een afstand van meer dan 50 m gemeten uit het hoofdgebouw en zulks nodig is om:

  • a. de aanwezige landschapswaarden van het omringende gebied te beschermen;
  • b. een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

a. seksinrichtingen.