Plan: | VeerseKreek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0664.UPLW03-VG99 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het uitwerkingsplan 'VeerseKreek' van de gemeente Goes;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0664.UPLW03-VG99 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
begrippen zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Camping de Veerhoeve' zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0664.BPLW03-VG99.
Bij het toepassen van deze regels gelden de volgende aanwijzingen:
afstanden van bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;
het bebouwd oppervlak van een bouwperceel of een ander terrein wordt bepaald door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen bij elkaar op te tellen, tenzij in de regels anders is bepaald;
het bebouwingspercentage wordt per bouwperceel berekend van het totale bouwperceel waar het percentage is ingeschreven;
de hoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels van het hart van de scheidsmuren;
de dakhelling van een bouwwerk wordt gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
indien een gebouw met betrekking tot de constructiedelen als bedoeld onder 2.7 over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten:
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
De voor "Recreatie - Verblijfsrecreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd danwel geplaatst:
Bouwwerk | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Maximaal te bouwen oppervlakte | Minimale afstand bouwwerk van perceelsgrens | |
a. | Overige gebouwen | 6.00 meter | 10.00 meter | 200 m² | 5.00 meter |
b.. | Bijbehorende bouwwerken | 3.20 meter | 6.00 meter | 30 m² | 5.00 meter |
c. | Bouwwerken geen gebouwen zijnde | 6.00 meter | 5.00 meter | ||
d. | recreatieverblijf | 5.00 meter | 70 m² | 5.00 meter | |
e. | recreatiewoning | 4.00 meter | 8.00 meter | 130 m² | 5.00 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, indien zulks noodzakelijk is:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt gerekend:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de plankaart en
hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Het is verboden de in de dit plan begrepen gronden, gebouwen en bouwwerken te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming. Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of te laten gebruiken van gronden voor de exploitatie van een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie. Verder wordt onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
tenzij dit gebruik behoort tot het normale beheer en onderhoud van de camping.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de regels in dit plan voor:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 7.1.1 wordt slechts toepassing gegeven indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van geringe afwijkingen, die in het belang van een ruimtelijke of technisch beter verantwoorde plaatsing van gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 5.00 meter toelaatbaar.
Indien in de regels naar dit artikel wordt verwezen, is op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van een bestemmingsplan de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het uitwerkingsplan VeerseKreek'.