Regels
Inhoudsopgave
Artikel 2 Van toepassing verklaring
Artikel 4 Cultuur en ontspanning
HOOFDSTUK 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1. plan: het bestemmingsplan “Bedrijventerreinen De Poel 1e herziening” van de gemeente
Goes zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0664.BPBP03-ON99.
1.2. moederplan: het bestemmingsplan Bedrijventerreinen De Poel van de gemeente Goes zoals
dat is vastgesteld op 27 juni 2013.
1.3 outlet: verkoop van goederen (bijv. restpartijen) door een fabrikant of importeur rechtstreeks
aan de consument.
1.4 showroom: een bedrijf waar in de showroom tevens detailhandel uitgeoefend mag worden.
1.5 verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen De Poel 1e
herziening.
1.6 verkoopvloeroppervlakte: het gedeelte van het bedrijf waar producten verkocht worden.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Van toepassing verklaring
De regels behorende bij het moederplan zijn onverminderd van toepassing op dit bestemmingsplan, met uitzondering van artikel 3, 4 en 5 en de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Indien in het moederplan wordt verwezen naar de verbeelding, wordt de bij dit bestemmingsplan Bedrijventerreinen De Poel 1e herziening behorende verbeelding bedoeld.
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bedrijventerrein" (BT) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
het uitoefenen van:
ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" (b<2): bedrijfsmatige activiteiten voor zover deze voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1" (b<3.1): bedrijfsmatige activiteiten voor zover deze voorkomen in de categorieën 1, 2 en 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2" (b<3.2): bedrijfsmatige activiteiten voor zover deze voorkomen in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) een bedrijfswoning;
ter plaatste van de aanduiding "dienstverlening" (dv) tevens een rijschool;
ter plaatste van de aanduiding "kantoor" (k), tevens een kantoor;
ter plaatste van de aanduiding "specifieke vorm van kantoor - kantoor 2" (sk-k2), tevens een kantoor op de 2e verdieping zoals die aanwezig is op de datum van vaststelling van dit bestemmingsplan;
ter plaatste van de aanduiding "specifieke vorm van kantoor - kantoor 3" (sk - k3), tevens een kantoor op de 1e verdieping zoals die aanwezig is op de datum van vaststelling van dit bestemmingsplan;
ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening" (nv): uitsluitend een nutsvoorziening;
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "risicovolle inrichting" (ri) een risicovolle inrichting;
ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt van motorbrandstof met lpg" (vml): een verkooppunt voor motorbrandstoffen, lpg daarbij inbegrepen;
ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt van motorbrandstof zonder lpg" (vm): een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met dien verstande dat de verkoop van lpg niet is toegestaan;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation" (sb-gos) tevens een gasontvangstation met ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - puinbreker" (sb-pbr) tevens een bouwbedrijf met een puinbreekinstallatie met een verwerkingscapaciteit van <100.000 ton per jaar dat valt onder categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - showroom" (sb-shr) tevens een showroom ten dienste van het aldaar gevestigde bedrijf;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - woon/werkzone" (sb-wwz) een woon- werkzone;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - zend/ontvanginstallatie" (sb-zo): een zend- ontvanginstallatie;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - ontwikkeling" (sba-ow) een ontwikkelingszone;
detailhandel en kantoren als ondergeschikte nevenactiviteit bij de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;
detailhandelsbedrijven die gericht zijn op de verkoop van auto’s, motorrijwielen, boten, caravans;
webshops;
aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven;
verhardingen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming waaronder begrepen parkeervoorzieningen, verkeers- en verblijfvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en nutsvoorzieningen.
met dien verstande dat:
t. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
u. bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
niet voor bewoning bestemde gebouwen;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" (bw): een bedrijfswoning.
3.2.1 Algemeen
gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel bedraagt ten hoogste 80%;
de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen bedraagt ten minste 3.00 meter.
3.2.2 Bedrijfswoning
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) mag per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
bij toepassing van hellende dakvlakken, bedraagt de dakhelling ten minste 30° en maximaal 55°.
3.2.3 Maatvoering
|
Bouwwerk |
Goothoogte |
Bouwhoogte |
Oppervlakte/inhoud |
a. |
Gebouwen |
Zie de op de verbeelding aangegeven maat. |
Zie de op de verbeelding aangegeven maat. |
|
b. |
Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde |
- |
5.00 meter
|
- |
c. |
Erfafscheidingen grenzend aan het openbaar gebied |
- |
2.00 meter |
-
|
d. |
Lichtmasten/vlaggenmasten |
- |
8.00 meter |
- |
e. |
Aanduiding specifieke vorm van bedrijf- zend-/ontvanginstallatie(sb- zo) |
|
Zie de op de verbeelding aangegeven maat. |
|
f. |
Overige erfafscheidingen |
|
2.00 meter |
- |
g. |
Bedrijfswoning |
Zie de op de verbeelding aangegeven maat. |
Zie de op de verbeelding aangegeven maat. |
200 m² resp. 750 m³ |
h. |
Bijbehorende bouwwerken behorende bij de bedrijfswoning |
3.20 meter |
5.00 meter |
50 m² |
i. |
Nutsvoorzieningen |
- |
3.00 meter |
20 m² |
3.2.4 Woon - werkzone
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - woon/werkzone" (sb-wwz) gelden de volgende aanvullende bepalingen:
de perceelsoppervlakte bedraagt maximaal 1.500m2;
gebouwen mogen bij één zijdelingse perceelsgrens van het bouwperceel tot op de perceelsgrens worden gebouwd. De afstand van gebouwen tot de andere zijdelingse perceelgrens van het bouwperceel dient minimaal 10.00 meter te bedragen;
de percelen dienen via de zijde alwaar het bedrijfsgebouw is gesitueerd te worden ontsloten;
ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) binnen de woon/werkzone dient de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 6.00 meter aan weerszijden te bedragen.
3.2.5 Ontwikkelzone
Ter plaatse van de bouwaanduiding "specifieke bouwaanduiding- ontwikkeling" (sba-ow) gelden de volgende aanvullende bepalingen:
de breedte van het bouwperceel dient minimaal 30.00 meter te bedragen;
gebouwen mogen bij één zijdelingse perceelsgrens van het bouwperceel tot op de perceelsgrens worden gebouwd. De afstand van gebouwen tot de andere zijdelingse perceelgrens van het bouwperceel dient minimaal 10.00 meter te bedragen.
3.2.6 Bedrijf - Gasontvangstation
Ter plaatse van de bouwaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation" (sb-gos) gelden de volgende bepalingen:
de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 4.00 meter;
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3.00 meter;
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen.
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
de situering van bedrijven en bedrijfsuitbreidingen;
de plaatsing van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
de plaatsing en afmeting van bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de inrichting van de gronden voor wat betreft de aanleg en profilering van toegangs- en ontsluitingswegen;
het gebruik van de gronden ten behoeve van opslag;
de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;
de plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde.
3.3.2 Voorwaarden
De in lid 3.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
3.4.1 Gebouwen
lid 3.2.3 sub a en g voor het vergroten van de bouwhoogte, mits deze niet meer dan 1.00 meter bedraagt;
3.4.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
lid 3.2.3 sub b tot maximaal 10.00 meter. Voor lichtmasten zoals genoemd in lid 3.2.3 sub d kan worden afgeweken tot 15.00 meter.
3.4.3 Voorwaarden
Er mag slechts worden afgeweken zoals bedoeld in lid 3.4.1 en 3.4.2 op voorwaarde dat:
het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)veiligheid niet worden aangetast;
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
het gebruiken van de gronden voor opslag van goederen, waaronder begrepen puin, ter plaatse van onbebouwde gronden tot een gezamenlijke hoogte van meer dan 6.00 meter;
met uitzondering van de aanduiding en'kantoor' (k), "specifieke vorm van kantoor - kantoor 2" (sk-k2) en “specifieke vorm van kantoor - kantoor 3" (sk-k3): de vestiging van zelfstandige kantoren;
bij webshops mag maximaal 10% van het totale bedrijfsvloeroppervlak worden ingericht als showroom, met een maximum van 1.500 m²;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - showroom" mag de maximale oppervlakte van een showroom ten hoogste 1.500m2 bedragen;
Ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:
voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 22, lid 2 van het moederplan.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
lid 3.1 voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die voorkomt in een hogere categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens lid 1 ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten;
lid 3.1 voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is genoemd, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens lid 1 ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten;
lid 3.5. onder c voor het afwijken van de parkeernormen.
3.6.2 Voorwaarden
Er mag slechts worden afgeweken zoals bedoeld in lid 3.6.1 op voorwaarde dat:
het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)veiligheid niet worden aangetast;
daardoor niet onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken
er voldaan kan worden aan de parkeerbehoefte van het bedrijf.
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
3.7.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijfactiviteiten kan worden gewijzigd, mits een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen van bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) in het op de verbeelding aangegeven gebied te wijzigen dan wel toe te voegen met dien verstande dat de volgende bepalingen in acht genomen dienen te worden:
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig mogen worden aangetast;
er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving en ter plekke aanwezige architectonische, cultuurhistorische en/of archeologische waarden;
voldaan wordt aan de bepalingen van de Wet geluidhinder.
3.7.2 Voorwaarden
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.7.1 dient een deskundige te worden gehoord met betrekking tot de vraag of aan de in de desbetreffende artikelen genoemde criteria voor het toepassen van de wijziging is voldaan.
3.7.3 Procedureregel
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.7.1 zijn de algemene procedureregels van artikel 26 uit het moederplan van toepassing.
Artikel 4 Cultuur en ontspanning
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Cultuur en Ontspanning" (CO) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voorzieningen en activiteiten gericht op sport, spel, vermaak en ontspanning zoals een bioscoop, dagrecreatieve voorzieningen, muziek- en dansscholen;
manifestaties, markten, veilingen, conferenties, concerten, (vak)beurzen en evenementen anders dan in de open lucht;
aan de onder a en b genoemde activiteiten verwante tijdelijke en permanente detailhandel, met dien verstande dat:
1. onder tijdelijke detailhandel wordt verstaan:
- detailhandel die plaatsvindt gedurende de duur van een onder lid b genoemde activiteit;
- detailhandel waarbij sprake is van een breed aanbod bij een onder lid b genoemde activiteit;
2. permanente aan onder lid b genoemde activiteit verwante detailhandel uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "permanente detailhandel toegestaan" (dh);
ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" (p): een parkeerterrein;
ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - reclamemast" (sba-rm) een reclamemast;
alsmede voor:
f. erven en terreinen, wegen, verhardingen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding,
groenvoorzieningen en waterpartijen;
met dien verstande dat:
g. ondergeschikte horeca is toegestaan;
h. uitsluitend ter plaatse van de gronden met de aanduiding "horeca toegestaan" (h) :
horecavoorzieningen uit de categorieën I a, b, c en II van de Staat van horeca-activiteiten zijn
toegestaan.
4.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
gebouwen;
bouwwerken geen gebouwen zijnde.
4.2.1 Algemeen
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" (p) mogen niet voor bewoning bestemde gebouwen worden gerealiseerd.
4.2.2 Maatvoering
|
Bouwwerk |
Maximale goothoogte |
Maximale bouwhoogte |
Maximale oppervlakte |
a. |
Gebouwen |
Zie de op de verbeelding aangegeven maat en anders ten hoogste 10.00 meter |
Zie de op de verbeelding aangegeven maat en anders ten hoogste 10.00 meter |
- |
b. |
Bouwwerken geen gebouwen zijnde |
- |
5.00 meter (erfafscheidingen 2.00 meter). Vlaggenmasten: 8.00 meter.
"specifieke bouwaanduiding- reclamemast" (sba- rm): 35.00 meter. |
- |
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
de plaatsing van gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;
de plaatsing en vormgeving van andere bouwwerken.
4.3.2 Voorwaarden
De in lid 4.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
lid 4.2.2 sub a mits deze maat met ten hoogste 1.00 meter zal worden overschreden;
lid 4.2.2 sub b tot een hoogte van ten hoogste 15.00 meter met uitzondering van reclamemasten.
4.4.2 Voorwaarden
Er mag slechts worden afgeweken zoals bedoeld in lid 4.4.1, op voorwaarde dat:
het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)veiligheid niet worden aangetast;
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.5 Specifieke gebruiksregels
ter plaatse van de gronden met de aanduiding "horeca toegestaan" (h) mag de oppervlakte ten behoeve van horecavoorzieningen maximaal 1.500 m² bedragen;
ter plaatse van de gronden met de aanduiding "permanente detailhandel toegestaan" (dh) mag de oppervlakte ten behoeve van detailhandelsvoorzieningen maximaal 1.000 m² bedragen;
ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:
voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 22, lid 2 van het moederplan;
d. verkoop in de vorm van outlet is niet toegestaan.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
a. lid 4.5. onder c voor het afwijken van de parkeernormen.
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Detailhandel" (DH) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
detailhandel;
ter plaatse van de aanduiding “supermarkt” (su) een supermarkt;
ter plaatse van de aanduiding "tuincentrum" (tc) een tuincentrum;
ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" (p) een parkeerterrein;
parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
5.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
hoofdgebouwen;
bijbehorende bouwwerken;
bouwwerken geen gebouwen zijnde;
5.2.1 Algemeen
Uitsluitend binnen een bouwvlak mogen hoofdgebouwen met de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
de bebouwde oppervlakte van het bouwperceel bedraagt ten hoogste het op de verbeelding aangegeven percentage;
c. ter plaatse van de aanduiding “parkeerterrein (p)” zijn maximaal 3 bijbehorende bouwwerken met
elk een verkoopvloeroppervlakte van maximaal 100 m² toegestaan, waarin producten uit
branches mogen worden verkocht die zijn opgenomen in bijlage 2 van deze regels.
5.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
bij toepassing van hellende dakvlakken, bedraagt de dakhelling ten minste 30° en maximaal 55°.
5.2.3 Maatvoering
|
Bouwwerk |
Maximale goothoogte |
Maximale bouwhoogte |
a. |
Hoofdgebouwen |
Zie de op de verbeelding aangegeven maat en anders ten hoogste 10.00 meter
|
Zie de op de verbeelding aangegeven maat en anders ten hoogste 10.00 meter |
b. |
Bijbehorende bouwwerken |
3.20 meter |
5.00 meter |
c. |
Bouwwerken geen gebouwen zijnde |
- |
2.00 meter vóór de voorgevelrooilijn: 1.00 meter
Vlaggenmasten: 8.00 meter |
5.3 Nadere eisen
5.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
de plaatsing van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;
de plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde.
5.3.2 Voorwaarden
De in lid 5.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
lid 5 2.3. sub a voor het overschrijden van de goothoogte, mits de overschrijding ten hoogste 1 meter bedraagt;
lid 5.2.3 sub c, mits de hoogte niet meer dan 10.00 meter bedraagt, met uitzondering van erfafscheidingen.
5.4.2 Voorwaarden
Er mag slechts worden afgeweken zoals bedoeld in lid 5.4.1 op voorwaarde dat:
het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)veiligheid niet worden aangetast;
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
5.5 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van detailhandel is op de begane grond en op de verdiepingen toegestaan;
grootschalige detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen is niet toegestaan;
het gebruik van achtererven als terras en/of speeltuin en voor opslag is niet toegestaan;
ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:
voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 22 lid 2 van het moederplan;
e. op de gronden met de aanduiding “supermarkt (su)” moet minimaal 300 m² verkoopvloeroppervlakte voor de categorieën “tuin en dier” aanwezig zijn.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
lid 5.1 voor de uitoefening van ondersteunende horeca binnen een detailhandelsvestiging tot maximaal 25 % van de hoofdfunctie met een maximale vloeroppervlakte van 25 m²;
artikel 5.5 lid c voor het gebruik van achtererven als terras, opslag en speeltuin.
5.6.2 Voorwaarden
Er mag slechts worden afgeweken zoals bedoeld in 5.6.1 indien:
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
bij het afwijken zoals bedoeld in lid 5.6.1 sub a een deskundige is gehoord met betrekking tot de vraag of aan de in de desbetreffende artikelen genoemde criteria voor het afwijken is voldaan.
HOOFDSTUK 3 Overgangs- en slotregels
Artikel 6 Slotregel
Dit plan kan worden aangehaald als "Bestemmingsplan Bedrijventerreinen De Poel 1e herziening", met identificatienummer NL.IMRO.0664.BPBP03-VG
Bijlagen
1. Staat van Bedrijfsactiviteiten;
2. Lijst branches zoals genoemd in artikel 5.2.1 lid c.
Bijlage 1. Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2. Lijst branches zoals genoemd in artikel 5.2.1 lid c.