direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene aanduidingsregels
ontwerp
NL.IMRO.0654.BVNW2013-0001

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels

10.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
10.1.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het besluitvlak Vrijwaringszone - molenbiotoop gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

 

10.1.2 Aanvulling op lid 10.1 ten aanzien van het GEBRUIK
a Besluitvlak vrijwaringszonec - molenbiotoop

In aanvulling op het bepaalde in lid 10.1.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.

10.1.3 Aanvulling op lid 10.1 ten aanzien van het BOUWEN
a Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 10.1.1 mogen bouwwerken worden gebouwd die zijn toegestaan op grond van de andere voor deze gronden van toepassing zijnde gebiedsregels.

b Uitzonderingsbepaling

Bij de bouw van enig bouwwerk binnen de op de verbeelding opgenomen aangeduide molenbiotoop ter plaatse van de molen "De Vijf Gebroeders" te Heinkenszand gelden de volgende hoogtebepalingen:

  • a. binnen 300 meter vanaf de molen mag geen bebouwing, hoger dan de stelling van de molen worden opgericht;
  • b. vanaf een omtrek van 300 meter tot 500 meter rond de molen geldt ten aanzien van de maximale bouwhoogte de volgende bepaling:

    maximale bouwhoogte = 8 + (afstand molen - 300)
    100
10.1.4 Vergunningvereiste

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting;
  • b. ophogen van gronden.

a Uitzonderingsregel

Het in lid 10.1.4 onder a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die de normale werkzaamheden betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die op het tijdstip van de vaststelling van dit plan in uitvoering zijn.

b Toelaatbaarheid

De in een omgevingsvergunning opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.1.4 onder a zijn slechts toelaatbaar indien geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de molen als werktuig en als beeldbepalend element.

c Advies

Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van een molendeskundige omtrent de mogelijke gevolgen voor de windvang van de molen en de waarde van de molen als landschapsbepalend element.

10.1.5 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
a Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 10.1.3 onder b tot een bouwhoogte van 7 m;
  • b. bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid a winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een molendeskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning de windvang voor de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht;