direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene aanduidingsregels
vastgesteld
NL.IMRO.0654.BVHK2013-0002

Artikel 25 Algemene aanduidingsregels

25.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
25.1.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het besluitvlak Vrijwaringszone - molenbiotoop gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

 

25.1.2 Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
a Besluitvlak vrijwaringszone - molenbiotoop

In aanvulling op het bepaalde in lid 25.1.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.

25.1.3 Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
a Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 25.1.1 mogen bouwwerken worden gebouwd die zijn toegestaan op grond van de andere voor deze gronden van toepassing zijnde gebiedsregels.

b Hoogte
  • a. binnen 100 meter vanaf de molen mag geen bebouwing, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek worden opgericht;
  • b. tussen de 100 en de 400 meter vanaf de molen geldt ten aanzien van de maximale bouwhoogte de volgende regel:
    • 1. maximale bouwhoogte = (0,013 x afstand tot molen) + (0,2 x askophoogte van molen) waarbij:
      • alle maten in meters worden uitgedrukt;
      • de hoogte van het geplande bouwwerk en de askophoogte beide dienen te worden bepaald ten opzichte van hetzelfde peil.

25.1.4 Vergunningvereiste

Het is verboden om binnen 100 meter vanaf de molen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting;
  • b. ophogen van gronden.

a Uitzonderingsregel

Het in lid 25.1.4 onder a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die de normale werkzaamheden betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die op het tijdstip van de vaststelling van dit plan in uitvoering zijn.

b Toelaatbaarheid

De in een omgevingsvergunning opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 25.1.4 onder a zijn slechts toelaatbaar indien geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de molen als werktuig en als beeldbepalend element.

c Advies

Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van een molendeskundige omtrent de mogelijke gevolgen voor de windvang van de molen en de waarde van de molen als landschapsbepalend element.

25.1.5 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
a Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 25.1.3 onder b tot een hogere bouwhoogte van niet meer dan 10 m;
  • b. bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid a winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een molendeskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning de windvang voor de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht;