direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
vastgesteld
NL.IMRO.0654.BVHK2013-0002

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in de besluitvlak Bedrijf gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

5.2 Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
5.2.1 Besluitvlak bedrijf

In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor:

  • a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten voor zover die voorkomen in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, met uitzondering van bestaande bedrijfswoningen;
  • c. verhardingen, wegen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van het besluitvlak;
  • d. het uitoefenen van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is niet toegestaan.

5.3 Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
5.3.1 Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1 is het toegestaan om bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, ten behoeve van het besluitvlak, met in achtneming van de volgende bepalingen.

5.3.2 Bedrijfsgebouwen

Bedrijfsgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de afstand van een gebouw tot de voorste perceelsgrens van het bouwperceel bedraagt niet minder dan bestaand ;
  • b. de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel bedraagt niet meer dan bestaand;
  • c. de goot - en bouwhoogtehoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan bestaand;
  • d. de afstand tussen vrijstaande gebouwen bedraagt minimaal 5 meter.

5.3.3 Bedrijfswoningen met aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Bedrijfswoningen met aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de afstand van een bedrijfswoning tot de voorste perceelsgrens van het bouwperceel bedraagt niet minder dan bestaand;
  • b. het bewoonbaar vloeroppervlak van een bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 200 m², de inhoud bedraagt maximaal 750 m³;
  • c. bij iedere bedrijfswoning mogen bijgebouwen worden gebouwd met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 40 m²;
  • d. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 6 meter en de totale hoogte maximaal 10 meter;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 3,25 meter en de totale hoogte maximaal 7 meter;
  • f. bij toepassing van hellende dakvlakken bedraagt de dakhelling minimaal 30o.

5.3.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder lid 5.3.4, sub a bedraagt de bouwhoogte van een tuin- of erfafscheiding, die gebouwd wordt vóór (het verlengde van) de voorgevellijn, alsmede binnen 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn, maximaal 1 meter.

 

5.4 Afwijken ten aanzien van het GEBRUIK
5.4.1 Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1 en 5.2.1 sub a voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is genoemd, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens lid 5.2.1, sub a ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten.

5.4.2 Procedureregel

Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning in lid 5.4.1 dient een milieudeskundige te worden gehoord, met betrekking tot de vraag of aan de in het desbetreffende lid genoemde criterium voor het verlenen van afwijken bij omgevingsvergunning is voldaan.

 

5.5 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
5.5.1 Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.3.2 sub c mits deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden;
  • b. lid 5.3.2 sub d tot een kortere afstand tussen vrijstaande gebouwen;
  • c. lid 5.3.3 sub d, mits deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden
  • d. lid 5.3.4 sub a tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter.

5.5.2 Vergunningvereiste

de in lid 5.5.1 sub a , b, c en d genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.