direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
vastgesteld
NL.IMRO.0654.BVHK2013-0002

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het besluitvlak Agrarisch gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

3.2 Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
3.2.1 Besluitvlak Agrarisch

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor:

  • a. de bedrijfsvoering van grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. tijdelijke kweektunnels;
  • c. verhardingen, wegen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van het besluitvlak.
3.2.2 Bewoning

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1:

3.2.3 Verboden gebruik

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is niet toegestaan:

  • a. het aanleggen van een mestbassin (mestzak of foliebassin) of een waterbassin;
  • b. het gebruik van gronden als opslagplaats voor bagger en specie.

3.3 Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
3.3.1 Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, ten behoeve van het besluitvlak, waarbij de volgende bepalingen gelden.

3.3.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van een besluitsubvlak 'agrarisch-bouwvlak';
  • b. de goothoogte van een bedrijfsgebouw bedraagt niet meer dan bestaand;
  • c. de afstand tussen vrijstaande gebouwen bedraagt minimaal 5 meter.

3.3.3 Bedrijfswoning met aan- en uitbouwen en bijgebouwen
  • a. bedrijfswoningen met aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van een besluitsubvlak 'agrarisch - bouwvlak';
  • b. het bewoonbaar vloeroppervlak van een bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 200 m², de inhoud bedraagt maximaal 750 m³;
  • c. bij iedere bedrijfswoning mogen bijgebouwen worden gebouwd met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 40 m²;
  • d. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 6 meter en de totale hoogte maximaal 10 meter;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 3,25 meter en de totale hoogte maximaal 7 meter;
  • f. bij toepassing van hellende dakvlakken bedraagt de dakhelling minimaal 30o.

3.3.4 Bouwwerken geen gebouw zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van een besluitsubvlak 'agrarisch - bouwvlak' ;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a mogen buiten het besluitsubvlak 'agrarisch - bouwvlak' bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd dan wel worden aangelegd, met uitzondering van silo's, mestplaten, teeltondersteunende voorzieningen, bassins ten behoeve van aquacultuur;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 2 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid c bedraagt de bouwhoogte van:
    • 1. een silo, geen mestsilo zijnde, maximaal 10 meter;
    • 2. teeltondersteunende voorzieningen maximaal 4,5 meter;
    • 3. een bassin ten behoeve van aquacultuur maximaal 1,5 meter;
    • 4. een open hangar maximaal 10 meter, met dien verstande dat de goothoogte maximaal 7 meter bedraagt.