direct naar inhoud van Artikel 12 Schuur
vastgesteld
NL.IMRO.0654.BVHK2013-0002

Artikel 12 Schuur

12.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het besluitvlak Schuur gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

 

12.2 Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
12.2.1 Besluitvlak Schuur

In aanvulling op het bepaalde in lid 12.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor schuren en andere opstallen ten dienste van opslag, berging, stalling en dierenverblijf.

12.2.2 Verboden gebruik

Tot het verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het uitoefenen van detailhandel;
  • b. het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten;
  • c. opslag van gevaarlijke stoffen.

12.3 Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
12.3.1 Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 12.1 is het toegestaan om gebouwen te bouwen ten behoeve van het besluitvlak, met in achtneming van de volgende bepalingen:

12.3.2 Gebouwen

Gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de afstand van een gebouw tot de voorste perceelsgrens van het bouwperceel bedraagt niet minder dan bestaand ;
  • b. de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel bedraagt niet meer dan bestaand;
  • c. de goot - en bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan bestaand;
  • d. indien een dakhelling wordt toegepast, bedraagt de helling minimaal 300.

12.4 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
12.4.1 Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 12.3.2 sub c, mits deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden.

12.4.2 Vergunningvereiste

De in lid 12.4.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

12.4.3 Procedureregel

Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1, sub a winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de gemeentelijke kwaliteitscoördinator.