Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Recreatieterrein Scheldeoord 2003, 1e herziening, 2012
Status: voorontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0654.BPSO20031HZ2012-0003

Artikel 4 Recreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.1.1 Bestemming

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. verblijfsrecreatie;
  2. verhardingen, parkeervoorzieningen, erven en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming;

4.1.2 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduiding, uitsluitend ten dienste van de in lid 4.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:
  1. verblijfsrecreatieve bebouwing in de vorm van recreatiewoningen;
  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Gebouwen

Gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
  1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht;
  2. per bouwvlak mogen maximaal het op de kaart met de maatvoering 'aantal' aangeduide aantal recreatiewoningen worden gebouwd;
  3. de oppervlakte van het bouwperceel van iedere recreatiewoning bedraagt minimaal 175 m2;
  4. het bebouwde oppervlak per bouwperceel bedraagt, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, maximaal 80 m2;
  5. het bebouwde oppervlak van bijgebouwen bedraagt maximaal 20 m2;
  6. de goot- en bouwhoogte van een gebouw bedraagt maximaal de op de kaart aangegeven maat;
  7. de afstand tussen de recreatiewoningen. met inbegrip van aan- en uitbouwen, en de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt;
  8. vrijstaande bijgebouwen mogen uitsluitend achter (het verlengde van) de achtergevel van de recreatiewoning worden opgericht. De vrijstaande bijgebouwen mogen tot op de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
  1. bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gerealiseerd;
  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
    1. antennes: 5 meter;
    2. speeltoestellen: 4 meter;
    3. masten: 8 meter;
    4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 meter.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.3.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
  1. lid 4.4.2 sub b punt 1 en punt 3, tot een bouwhoogte van maximaal 15 meter.

4.3.2

De in lid 4.3.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  1. de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.3.3

Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 sub a winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de gemeentelijke kwaliteitscoördinator.

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.4.1 Verboden gebruik

Tot het verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1.1 onder c Wabo wordt in ieder geval gerekend:
  1. permanente bewoning van een recreatiewoning.

4.4.2 Gebruik

  1. de recreatiewoningen mogen uitsluitend worden gebruikt voor niet permanente recreatieve bewoning;
  2. per recreatiewoning dient minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd en in stand gehouden te worden.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.5.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
  1. lid 4.4.2 sub a ten behoeve van de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten.

4.5.2

De in lid 4.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. per recreatiewoning dienen minimaal 2 parkeerplaatsen op eigen perceel te worden gerealiseerd en in stand gehouden te worden;
  2. per recreatiewoning mogen maximaal 4 tijdelijke arbeidsmigranten tegelijkertijd gehuisvest worden.