direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Harich - Verborgen Hoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0653.BPL2013100011-VG01

Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. standplaatsen voor kampeermiddelen;
  • b. gebouwen en overkappingen, voor zover ten dienste van het kampeerterrein, ten behoeve van:
    • 1. sanitaire voorzieningen;
    • 2. onderhoud en beheer;
  • c. gebouwen en overkappingen, voor zover ten dienste van het kampeerterrein, ten behoeve van:
    • 1. dienstverlening, waaronder recepties;
    • 2. sport- en recreatieve voorzieningen;
    • 3. ondergeschikte horeca, waaronder een kantine/restaurant, logiesverstrekking en vergaderruimtes;
    • 4. ondergeschikte detailhandel;

al dan niet in combinatie met ruimten ten behoeve van sanitaire voorzieningen en onderhoud en beheer;

  • d. recreatieverblijven en daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • e. trekkershutten, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - trekkershutten”;

met de daarbijbehorende:

  • f. terreinen;
  • g. sport- en dagrecreatieve voorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. beplanting en bebossing;
  • j. wegen en paden;
  • k. water;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen genoemd in lid 3.1 sub b

Voor het bouwen van de in lid 3.1 sub b genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 425 m² bedragen;
  • b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen.
3.2.2 Gebouwen en overkappingen genoemd in lid 3.1 sub c

Voor het bouwen van de in lid 3.1 sub c genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen en overkappingen zullen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen.
3.2.3 Recreatieverblijven en daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van recreatieverblijven en daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de recreatieverblijven en daarbijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen zullen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - vaste standplaats”;
  • b. het aantal recreatieverblijven zal ten hoogste 40 bedragen;
  • c. de oppervlakte van een recreatieverblijven zal ten hoogste 70 m² bedragen;
  • d. de oppervlakte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 15 m² bedragen;
  • e. de goothoogte van een recreatieverblijf en de daarbijbehorende aan- of uitbouw of het bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de dakhelling van een recreatieverblijf en de daarbijbehorende aan- of uitbouw of het bijgebouw zal ten hoogste 60° bedragen;
  • g. de onderlinge afstand tussen recreatieverblijven zal ten minste 6,00 m bedragen.
3.2.4 Trekkershutten

Voor het bouwen van trekkershutten gelden de volgende regels:

  • a. de trekkershutten zullen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - trekkershutten”;
  • b. het aantal trekkershutten zal ten hoogste 14 bedragen;
  • c. de oppervlakte van een trekkershut zal ten hoogste 25 m² bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een trekkershut zal ten hoogste 4,00 m bedragen.
3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen en kampeermiddelen voor permanente bewoning;
  • b. het gebruik van gronden voor meer dan 200 standplaatsen;
  • c. het gebruik van gronden voor vaste standplaatsen, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - vaste standplaatsen" in welk geval de gronden gebruikt mogen worden voor ten hoogste 40 vaste standplaatsen;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan ten dienste van het recreatieterrein;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, anders dan ten dienste van het recreatieterrein;
  • f. het ingebruiknemen van de recreatieverblijven en trekkershutten voor recreatieve bewoning zonder realisatie en instandhouding van de landschappelijke inpassing overeenkomstig het inpassingsplan zoals opgenomen in paragraaf 2.3 van de toelichting.