direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Sondel - Beuckenswijkstraat 60
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0653.BPL2012100009-VA01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1;
    • 2. aannemersbedrijven, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf”;
    • 3. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen en paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. water;

met de daarbijbehorende:

  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 3.1 onder a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning zal uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”, zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, zal ten hoogste 300 m² bedragen;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
  • f. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen;
  • g. de goothoogte van een bedrijfsgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • i. de dakhelling van een bedrijfsgebouw zal ten minste 15° en ten hoogste 60° bedragen.
3.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning zal ten hoogste 60 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. de dakhelling van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 60° bedragen.
3.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal, voorzover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan, ten hoogste 2 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf”, in welk geval een aannemersbedrijf is toegestaan;
  • c. het gebruik van gebouwen voor (recreatieve) bewoning, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 3.3 sub b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 1, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1 maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd;
  • b. het bepaalde in artikel 3.3 sub d in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits:
    • 1. vestiging in bestaande bebouwing zal plaatsvinden;
    • 2. er sprake is van detailhandel voor een lokaal verzorgingsgebied.