direct naar inhoud van Artikel 16 Leiding - Hoogspanning
Plan: Elf locaties, vier bestemmingsplannen, één beheersverordening
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0644.BV1324OU001-VG01

Artikel 16 Leiding - Hoogspanning

16.1 Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van het besluitvlak Leiding - Hoogspanning zijn de gronden - behalve voor de andere aldaar voorkomende gebruiksvorm(en) - mede aangewezen voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.

16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde gebruiksvorm uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende gebruiksvorm(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken gebruiksvorm(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bouwhoogte niet wordt vergroot.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 16.2 onder b, indien de bij de betrokken gebruiksvorm behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de hoogspanningsverbinding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de gebruiksvorm Leiding - Hoogspanning zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoog opgroeiende beplantingen en bomen;
  • b. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de gebruiksvorm is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

16.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 16.3 bedoeld;
  • b. normaal onderhoud en beheer betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

16.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 16.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het belang van de hoogspanningsverbinding(en) daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Om een zorgvuldige afweging omtrent het niet schaden van de hoogspanningsverbinding(en) te kunnen maken, dient het bevoegd gezag advies in te winnen bij de beheerder alvorens te beslissen op de aanvraag.