Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: 1e herziening bestemmingsplan Kattendijk
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0644.BP1022KA001-VG01

Artikel 3 Bedrijf - 1 (B-1)


3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor “Bedrijf–1” (B-1) aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, bestemd voor:
  1. Bedrijven, niet zijnde zelfstandige kantoren, die ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan ‘1e herziening bestemmingsplan Kattendijk’ hier zijn gevestigd, alsmede bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten) van het moederplan ‘bestemmingsplan Kattendijk’ en vallen onder de milieucategorieën 1 en 2 alsmede daarmee naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbare bedrijven of inrichtingen, welke niet zijn vermeld in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. verkeersdoeleinden in de vorm van ontsluitingswegen, alsmede parkeervoorzieningen;
  3. watergangen;

    met dien verstande dat:
  4. niet zelfstandige kantoren als onderdeel van de bedrijven als genoemd in sub a zijn toegestaan, mits het oppervlak van deze kantoren maximaal 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak bedraagt;
  5. inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet Geluidhinder, die zijn genoemd in bijlage 2 van het moederplan ‘bestemmingsplan Kattendijk’ niet zijn toegestaan;
  6. detailhandel niet is toegestaan, behoudens indien het detailhandel betreft die reeds bestond op het moment van ter inzage legging van het ontwerp van het plan en behoudends detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroeps- of bedrijfsactiviteit;

    alsmede voor:
  7. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” (bw).


3.3 Ontheffing van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3, lid 1 ten behoeve van andere bedrijven, mits deze, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven die op de betreffende plaats zijn toegestaan krachtens artikel 3, lid 1.


3.5 Wijzigingsbevoegdheid ruimte voor ruimte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden aangewezen als “Bedrijf – 1” geen bedrijf is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in de bestemming “Wonen”.Bij wijziging wordt tegelijkertijd het bouwvlak van de plankaart verwijderd. De hieronder aangegeven bepalingen dienen daarbij in acht genomen te worden:
  1. binnen het te wijzigen bouwvlak mag/mogen naast de bestaande bedrijfswoning:
    · ten hoogste één woning worden gebouw indien ten minste 1.000 m2 aan bedrijfsbebouwing worden gesloopt,
    · ten hoogste twee woningen worden gebouwd indien ten minste 2.000 m2 aan bedrijfsbebouwing worden gesloopt,
    · ten hoogste drie woningen worden gebouwd indien ten minste 3.000 m2 aan bedrijfsbebouwing worden gesloopt,
  2. de te slopen bedrijfsbebouwing mag zich op verschillende percelen bevinden, maar er dient een minimale hoeveelheid bebouwing van 250 m2 per perceel gesloopt worden, met dien verstande dat de te slopen bebouwing reeds bestond vóór 1 januari 2003;
  3. vooraf dient vast te staan dat alle overige voormalige bedrijfsgebouwen zonder cultuurhistorische waarden worden gesloopt, met uitzondering van voormalige bedrijfsgebouwen, die als bijgebouwen bij de woning worden aangemerkt en, gezien de oppervlaktebepalingen ter zake in de planregels als zodanig mogen worden aangemerkt;
  4. binnen het te wijzigen wordt een deel van de gronden aangewezen als “Wonen” en voorzover de gronden niet als “Wonen” worden aangewezen krijgen deze dezelfde bestemming als de omringende gronden;
  5. op geen van de gevels van de nieuwe woning mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting de ter plaatse toegestane voorkeurswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden;
  6. de wijziging naar de woonbestemming mag niet tot gevolg hebben dat omliggende bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast;
  7. aan de hand van een inrichtingsplan dient de meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit te worden aangetoond, met name ten aanzien van de beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing.