direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen
Plan: Bedrijventerrein Lekkerkerk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0643.BP1111BT007-VA01

Artikel 10 Wonen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen;
  • c. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep in samenhang met het wonen.
10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. aan het hoofdgebouw ondergeschikte aan- en uitbouwen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte van een aan- of uitbouw aan de zijkant van een hoofdgebouw ten hoogste 50% van de breedte van het hoofdgebouw bedraagt, waarbij geldt:

breedte aan- of uitbouw   minimale afstand achter
(verlengde van) voorgevel  
kleiner of gelijk aan 2,5 m   1 m  
groter dan 2,5 m   2 m  
    • 1. de diepte van aan- en uitbouwen achter het hoofdgebouw ten hoogste 4 m bedraagt;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 2 bij vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen waarvan het achtererf ten minste 10 m diep is de diepte van aan- en uitbouwen achter het hoofdgebouw ten hoogste de helft van de diepte van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 3. de gezamenlijke diepte van een aan- of uitbouw aan de zijkant en aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste de diepte van het hoofdgebouw bedraagt;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum zoals opgenomen in de volgende tabel:

grootte van het bouwperceel   maximum oppervlakte aan-, uit- en bijgebouwen  
tot 400 m²   60 m²  
400 m² tot 600 m²   80 m²  
groter dan 600 m²   120 m²  
  • e. de goot- en bouwhoogte van aan-, uit- en bijgebouwen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

bouwwerk   maximum goothoogte   maximum bouwhoogte  
aan- en uitbouwen   3 m   3 m  
bijgebouwen   3 m   5 m  
erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel     1 m  
erfafscheidingen elders     2 m  
bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m  
10.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

10.3.1 Aan-huis-gebonden beroep

Aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt met een maximum van 50 m²;
  • c. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en de parkeersituatie ter plaatse;
  • d. geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
  • e. het beroep alleen door de bewoner(s) wordt uitgeoefend;
  • f. er geen vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden als bedoeld in de Wet milieubeheer;
  • g. er geen horeca en detailhandel plaatsvinden.

10.3.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. afhankelijke woonruimte in bijgebouwen;
  • b. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  • c. kamerbewoning;
  • d. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  • e. detailhandel;
  • f. horeca;
  • g. opslag van onbruikbare of aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • h. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
10.4.1 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.2 om het gebruik een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning) toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. op het perceel al een woning aanwezig is;
  • c. per woning ten hoogste eenmaal afgeweken kan worden ten behoeve van inwoning voor mantelzorg;
  • d. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben; het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien de realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
  • e. ten hoogste 75 m² van het hoofdgebouw en/of bijgebouw(en) mag worden gebruikt ten behoeve van inwoning.