direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Molenvliet - Ter Steeghe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp10molensteeghe-3001

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 tot en met 6': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein':

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   203, 204, 205   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 2   351   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 3   5154   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 4   174, 175   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 5   281.2   4.1  
specifieke vorm van bedrijf - 6   51461   -  
specifieke vorm van bedrijf - 7   2852   3.2  

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens een bedrijfswoning;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning, tevens een bowlingbaan met bijbehorende voorzieningen, uitsluitend op de tweede verdieping;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', tevens detailhandel in volumineuze goederen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens kantoren en dienstverlening;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1', tevens een arbeidstrainingcentrum;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'sport', tevens sportvoorzieningen met bijbehorende voorzieningen;
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeer-, verkeersvoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' bedraagt ten hoogste de aangegeven bouwhoogte;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage' per bouwperceel ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak, indien geen percentage is aangegeven bedraagt het bebouwingspercentage 100%.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 5 m;
  • d. per bedrijfsperceel is ten hoogste 1 reclamezuil van ten hoogste 2 m toegestaan;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder b en een bouwhoogte toestaan van 25 m, mits:

  • a. er geen onevenredige aantasting van de verkeerssituatie en de verkeerveiligheid plaatsvindt en dat voorzien wordt in voldoende parkeerruimte;
  • b. geen milieutechnische belemmeringen aanwezig zijn;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de omliggende percelen;
  • d. een verantwoording is gegeven van het groepsrisico ten aanzien van het rangeerterrein Kijfhoek.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd detailhandel in ter plaatse vervaardigde of geproduceerde goederen
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e is ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', detailhandel in volumineuze goederen toegestaan;
  • g. opslag van goederen voor de voorgevelrooilijn is niet toegestaan;
  • h. opslag van goederen achter de voorgevelrooilijn met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • i. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 1.500 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - 1' is in afwijking tot het bepaalde onder h een maximum oppervlak van ten hoogste 2200 m2 toegestaan;
  • k. zelfstandige kantoren zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • l. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en hebben een inhoud van ten hoogste 500 m³;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi', zijn kwetsbare objecten niet toegestaan.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.5.2 Afwijken van de kantoorvloeroppervlakte
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 sub i voor een kantoorvloeroppervlakte van ten hoogste 2.000 m², mits het kantooraandeel niet meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte;
  • b. Omgevingsvergunning, zoals bedoeld onder a wordt alleen verleend indien:
    • 1. vestiging van het betrokken bedrijf bij een belangrijke openbaarvervoerlocatie niet mogelijk is vanwege:
      • een tekort aan ruimte bij openbaarvervoerlocaties in de regio;
      • een zodanig groot en extensief ruimtebeslag, dat realisering bij een openbaarvervoerlocatie in relatie tot de beschikbare capaciteit en het aanbod aan arbeidsintensieve functies niet gewenst is;
      • de milieuhygiënische situatie.
    • 2. er geen onevenredige aantasting van de verkeerssituatie en de verkeerveiligheid plaatsvindt en dat voorzien wordt in voldoende parkeerruimte;
    • 3. geen milieutechnische belemmeringen aanwezig zijn;
    • 4. een verantwoording is gegeven van het groepsrisico ten aanzien van het rangeerterrein Kijfhoek.

3.5.3 Afwijken voor detailhandel
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder e, voor de vestiging van:
    • 1. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
    • 2. detailhandel in zeer volumineuze goederen: auto's, motoren, boten, caravans, keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering, tenten, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen;
    • 3. tuincentra;
    • 4. grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering)
  • b. Omgevingsvergunning, zoals bedoeld onder a wordt alleen verleend indien:
    • 1. geen onevenredige verstoring ontstaat in de voorzieningenstructuur;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de verkeerssituatie en de verkeerveiligheid plaatsvind en dat voorzien wordt in voldoende parkeerruimte;
    • 3. geen onevenredige aantasting van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden plaatsvindt;
    • 4. geen milieutechnische belemmeringen aanwezig zijn;
    • 5. een verantwoording is gegeven van het groepsrisico ten aanzien van het rangeerterrein Kijfhoek.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsbevoegdheid voor planmer-plichtige activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf zodanig wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in lid 3.4 onder d, zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen op grond van de Wet milieubeheer.