direct naar inhoud van 4.6 Bedrijven en milieuhinder
Plan: Rangeerterrein Kijfhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp09kijfhoek-3001

4.6 Bedrijven en milieuhinder

Normstelling en beleid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen functies kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). Deze afstemming beperkt zich tot de volgende milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.

Onderzoek en conclusie

Op grond van bovengenoemde VNG-publicatie is een rangeerterrein te beschouwen als een milieuhinderlijke activiteit. Een dergelijke activiteit valt in categorie 4.2 en heeft een richtafstand van 300 m ten opzichte van een rustige woonwijk en een richtafstand van 200 m ten opzichte van een gemengd gebied. Hierbij zijn geluid en gevaar het maatgevende aspect. Voor de overige aspecten geldt een richtafstand van 30 m ten opzichte van een rustige woonwijk en een richtafstand van 10 m ten opzichte van een gemengd gebied. Ten oosten van het plangebied liggen enkele woningen binnen de richtafstanden voor geluid en gevaar en buiten de richtafstanden voor stof en geur. Uit de QRA die bij de ambtshalve wijziging van de milieuvergunning voor het rangeerterrein Kijfhoek hoort, blijkt dat deze woningen buiten de PR 10-6-contour liggen. Daarom is geen sprake van onaanvaardbare milieuhinder uit het oogpunt van gevaar. Aangezien het hier om een gezoneerd terrein gaat, wordt het aspect geluid geregeld via het zonebeheersplan. Milieuhinder als gevolg van geluidsoverlast is in dit spoor voldoende geborgd. Ter plaatse van deze woningen is daarom geen sprake van onaanvaardbare milieuhinder van het rangeerterrein Kijfhoek. Ook wordt het rangeerterrein niet in zijn bedrijfsvoering beperkt door deze woningen. Het rangeerterrein moet hier immers in de huidige situatie al rekening mee houden. Binnen het plangebied zijn enkele lichtmasten aanwezig. Met het aspect lichthinder wordt in de richtafstanden van bovengenoemde VNG-publicatie geen rekening gehouden. Aangezien het hier om een bestaande situatie gaat waar het bestemmingsplan geen wijziging in aanbrengt, staat het aspect lichthinder de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect milieuhinder en omliggende functies de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Ter plaatse van woningen is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en het rangeerterrein wordt niet in zijn bedrijfsvoering beperkt.