Plan: | Bedrijventerreinen Zwijndrecht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0642.bp08Bedrterreinen-3001 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Zwijndrecht met identificatienummer NL.IMRO.0642.bp08Bedrterreinen-3001 van de gemeente Zwijndrecht;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding;
een woning die deel uitmaakt van een aaneengesloten rij van woningen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat hoofdgebouw;
een bedrijf dat in of bij de woning door de bewoners wordt uitgeoefend, dat gericht is op het vervaardigen van producten of het leveren van diensten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en, voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en, voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
het gedeelte van het (al dan niet bebouwde) perceel, dat is gelegen aan de achterzijde van een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorgevel en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
oorspronkelijke gevel van een hoofdgebouw, die is gesitueerd tegenover de voorgevel van het betreffende hoofdgebouw;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een op de verbeelding aangegeven deel van een industrieterrein;
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg;
een onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijke hoofdgebouw;
het percentage van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, voor kortdurend, toeristisch verblijf bedoelde voorziening, voor uitsluitend logies, ontbijt, al dan niet ter plaatse bereide kleine maaltijden en etenswaren, uitsluitend ten behoeve van de gasten van de bed and breakfast, in combinatie met overwegend niet-alcoholische dranken, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw en/of is gevestigd in één van de bestaande (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken. Onder bed and breakfast wordt niet verstaan het overnachten, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen;
kantoor waarbij de dienstverlening ten dienste staat van de bedrijfsactiviteiten en is verbonden aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt als kantoor, winkel of bedrijf, met inbegrip van de daarmee behorende magazijnen en overige dienstruimten;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein;
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder of souterrain;
objecten zoals benoemd in artikel 1, sub b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepaling omgevingsrecht en/of de Woningwet;
beste beschikbare technieken, als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bevoegd gezag als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingswet;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijke omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van de bestemming hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om ter plaatste te functioneren;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een bedrijf met als hoofdactiviteit de levering van brandstof en scheepvaartbenodigdheden, inclusief op het bunkerstation gerealiseerde bebouwing als bedrijfswoningen, scheepswinkels en ruimten ten behoeve van de administratie van het eigen bunkerstation;
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig, voor gebruik ter plaatse, aan de gebruiker verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken, al dan niet met een dansvloer van minder dan 10 m². Het accent ligt op de verkoop van alcoholische dranken. Een bar en pub worden met een café gelijkgesteld;
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig, voor zowel gebruik ter plaatse als elders, verkopen aan de gebruiker van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren, in combinatie met de verkoop van overwegend niet-alcoholische dranken. Een fastfood-restaurant en grill-room wordt met een cafetaria gelijkgesteld;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op kunst en cultuur, spel, vermaak en ontspanning, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een in een schuin dakvlak geplaatste en daaraan ondergeschikte uitbreiding, die aan alle zijden is omringd door het dakvlak tenzij hierop in het ruimtelijk model een uitzondering is gemaakt;
hoogste punt van een schuin dak;
een op een plat dakvlak of in een schuin dakvlak geplaatste daaraan ondergeschikte uitbreiding, niet zijnde een dakkapel;
laagste punt van een schuin dak;
vorm van bedrijfsvoering die in hoofdzaak is gericht op de verkoop en bezorging binnen zeer korte termijn (flitsbezorging) van online aangeboden producten, overwegend dagelijkse goederen, vanuit een opslagruimte, al dan niet met uitstalling ten verkoop, al dan niet met een afhaalloket of afhaalbalie en die al dan niet toegankelijk is voor winkelend publiek.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in de volgende categorieën:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals een wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, makelaarskantoor, foto-atelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, reparatiebedrijf voor muziekinstrumenten, cateringbedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek op een dansvloer van meer dan 10 m² en het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
een locatie met de uitstraling van een café, maar waar naast alcoholhoudende dranken ook (eenvoudige) lunch- en/of dinermaaltijden kunnen worden genuttigd;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
een voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, feesten en muziekvoorstellingen daaronder begrepen.
In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:
vorm van bedrijfsvoering die in hoofdzaak is gericht op de verkoop en bezorging binnen zeer korte termijn (flitsbezorging) van online aangeboden producten, overwegend dagelijkse goederen, vanuit een opslagruimte, al dan niet met uitstalling ten verkoop, een afhaalloket en/of afhaalbalie;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
geluidemissie van een kavel of akoestische gebiedseenheid uitgedrukt als bronvermogen per vierkante meter, als Lw per m2, uitgedrukt in dB(A)/m2. Het bepalen van de geluidemissie geschiedt overeenkomstig de uitgangspunten van het rekenmodel 'BP Model 2018-09-11' (Geomilieu, versie 3.11), waarbij gebruik wordt gemaakt van de in Geomilieu aanwezige functie 'Bedrijvenmanager';
de geluidbelasting op een toetspunt ten gevolge van de geluidemissie afkomstig van een akoestische gebiedseenheid. Het bepalen van de geluidimmissie geschiedt overeenkomstig de uitgangspunten van het rekenmodel 'BP Model 2018-09-11' (Geomilieu, versie 3.11);
een aan een akoestische gebiedseenheid toegekende maximale geluidemissie en/of -immissie;
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning of een niet-woonfunctie is gelegen;
de vastgestelde of geldende ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, zoals:
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:
met een in principe open karakter (voor een ieder toegankelijk).
In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van logies, waarvan de exploitatie al dan geschiedt in combinatie met andere vormen van horeca, zoals café, restaurant, zalenexploitatie en/of discotheek;
een persoon of groep personen die een gezamenlijke huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan;
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig, voor zowel gebruik ter plaatse als elders, aan de gebruiker verstrekken van al dan niet ter plaatse bereid consumptie-ijs met toebehoren, al dan niet in combinatie met het verstrekken van niet-alcoholische dranken;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden en verkopen van diensten en producten via internet, waaronder begrepen het bijhouden van de website en de bijbehorende administratie en online transacties, opslaan en verzenden van de producten aan personen, die de producten kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening een beroeps- of bedrijfsactiviteit. In het kader van het bestemmingsplan worden onderscheiden:
een gebouw of een deel daarvan, dat gebruikt wordt voor de bedrijfsmatige verlening van diensten op administratief, financieel, ontwerptechnisch, juridisch of ander daarmee gelijk te stellen gebied. Bij een bedrijfsgebonden kantoor staat de dienstverlening ten dienste van en is verbonden aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten. Bij een zelfstandig kantoor is dat niet het geval;
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°;
een (gedeelte van) een gebouw waarvan de diepte gemeten wordt vanaf de begane grondvloer waaronder wordt gebouwd en dat in hoofdzaak dient als bergruimte;
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig, voor gebruik ter plaatse aan de gebruiker verstrekken van niet-alcoholische dranken, in combinatie met de verkoop van niet ter plaatse bereide kleine etenswaren. Het accent ligt op de verkoop van niet alcoholische dranken;
uiting van beeldende kunst (in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw overkapping zijnde);
civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen, niet bedoeld voor permanent menselijk verblijf;
objecten zoals benoemd in artikel 1, sub I van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur;
een inrichting, gericht op de verkoop, veelal voor gebruik ter plaatse van al dan niet ter plaatse bereide kleine maaltijden en etenswaren, in combinatie met de verkoop van overwegend nietalcoholische dranken, waarbij de bedrijvigheid zich binnen de lokaliteit voltrekt, waarbij de consumpties voornamelijk zittend worden genuttigd. Een croissanterie, patisserie en konditorei worden met een lunchroom gelijk gesteld;
de bovenkant van het terrein dat een gebouw en/of een bouwwerk omgeeft;
educatieve, (para)medische, sociale, culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, verenigingsleven, gezondheidszorg en welzijn, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van medische diensten aan derden, waaronder zijn begrepen tandarts-, dokter- en fysiotherapiepraktijken en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het qua aard en omvang beperkt verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit in direct verband met andere ter plaatse toegestane hoofdactiviteiten (niet zijnde horeca);
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
manier van opslag waarbij een groot gebouw wordt opgedeeld in kleinere individuele opslagruimtes;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt, zonder dan wel met ten hoogste één al dan niet tot de constructie behorende wand voorzien van een gesloten dak;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde verbonden is en betreedbaar en afsluitbaar is;
een bedrijf waar het houden van feesten en partijen al dan niet in een besloten karakter middels het verhuren van (delen van) de accommodatie centraal staat, waarbij tevens het verstrekken van drank en maaltijden voor consumptie ter plaatse mogelijk is. Een bowlingcentrum en kartcentrum worden met een partycentrum gelijk gesteld;
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig, voor gebruik ter plaatse, verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren, in combinatie met het verstrekken van alcoholische en nietalcoholische dranken. Het accent ligt op de verkoop van ter plaatse bereide etenswaren, waarbij de bedrijvigheid zich binnen de lokaliteit voltrekt, de consumptie voornamelijk zittend worden genuttigd. Een crêperie en pannenkoekenhuis worden met een restaurant gelijkgesteld;
schaliegas is aardgas dat wordt gewonnen uit schalie, kleilagen die onder druk omgezet zijn in gesteente;
schalie-olie is een minerale olie die wordt gewonnen uit schalie, kleilagen die onder druk omgezet zijn in gesteente;
het bedrijfsmatig – of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt – gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen; omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een inpandige afsluitbare parkeervoorziening voor motorvoertuigen of fietsen gelegen buiten de openbare weg en niet voor het openbaar verkeer openstaand en uitsluitend toegankelijk voor vaste gebruikers;
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals:
een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken en spijzen kunnen worden genuttigd of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
een beoordelingspunt (tevens immissiepunt in de zin van artikel 2.1 van het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012) gelegen op of binnen een geluidzone als bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder of een beoordelingspunt waarvoor een maximaal toelaatbare geluidbelasting of een hogere waarde krachtens de Wet geluidhinder is vastgesteld of een beoordelingspunt dat door de zonebeheerder met het oog op een optimale verdeling van de geluidruimte is toegevoegd;
een gebouw dat dient voor de opslag van materialen ten behoeve van het hobbymatig telen van planten;
een woning waarvan het hoofdgebouw zowel qua bouwmassa als verschijningsvorm een geheel vormt met het hoofdgebouw van één andere woning;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
een bouwlaag niet zijnde de begane grond;
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- of siergewassen worden geteeld;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de naar openbaar toegankelijk gebied gerichte gevel van een gebouw die binnen de hiërarchie van het architectonisch ontwerp als de belangrijkste meest representatieve gevel kan worden aangemerkt, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen;
een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst aan een ander hoofdgebouw;
bedrijf, zoals bedoeld in Bijlage I onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, dat in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken;
het bewonen van een woning of woonwagen;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst;
een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot het houden van vergaderingen, recepties, bruiloften en partijen;
een evenwijdig aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het bouwperceel;
het gedeelte van het (al dan niet bebouwde) perceel, dat is gelegen aan de zijkant van een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel;
de buitengrens van de aanduiding 'geluidzone - industrie'.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de (zijdelingse) grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is;
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd:
Op deze gronden mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
De in lid 3.3.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Onder de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende voorzieningen, zoals groen, water, verhardingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeer- en verkeersvoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen, inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij de bedrijfswoning, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder d. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - afwijkende bouwregels - 1' en een bebouwingspercentage toestaan van ten hoogste 80%, mits:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing voor:
In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1, zijn tevens de volgende functies toegestaan:
tot ten hoogste milieucategorie 4.1;
Detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van:
Met betrekking tot het gebruik voor kantoren gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid (genummerd)' gelden tevens de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uitsterfregeling' mag de bedrijfswoning tevens worden gebruikt ten behoeve van wonen, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - categorie D' mogen de gronden en/of bebouwing tevens worden gebruikt voor horeca in categorie D, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - indoorspeeltuin' mogen de gronden en/of bouwwerken tevens worden gebruikt voor een indoorspeeltuin, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - uitsterfregeling' mag de bebouwing op de eerste verdieping tevens worden gebruikt voor sportvoorzieningen, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan de in lid 5.4.6, 5.4.7, 5.4.8 dan wel 5.4.9 bepaalde termijn worden verlengd. Van deze bevoegdheid kan gebruik worden gemaakt, indien sprake is van een bijzondere situatie, waardoor genoemde termijn als onredelijk kort moet worden beschouwd. De betrokkene dient op basis van objectieve en concrete gegevens aannemelijk te maken dat sprake is van een dergelijke situatie.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels voor de maximum geluidimmissie van een akoestische gebiedseenheid voor de geselecteerde toetspunten als bedoeld in artikel 5.4.5 sub b, indien uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
Alvorens omtrent het toepassen van deze afwijkingsbevoegdheid te beslissen, wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1 sub a tot en met f:
De omgevingsvergunning kan worden verleend indien:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 5.4.4 sub a, voor een kantoorvloeroppervlakte van ten hoogste 2.000 m², mits het kantooraandeel niet meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte, exclusief kantoorfuncties. De omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - sloopverbod' te slopen.
Het verbod van lid 5.6.1 is niet van toepassing, indien het bouwwerken betreft waarvan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door één of meerdere van de in artikel 5.4.2 bedoelde functieaanduidingen van de verbeelding te verwijderen, indien het conform de betreffende aanduiding(en) toegestane gebruik gedurende een onafgebroken periode van tenminste 12 maanden gestaakt is geweest.
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik voor kantoren gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1 sub a:
De omgevingsvergunning kan worden verleend indien:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Gebouwen, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mogen niet worden gebouwd.
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen bedrijfsgebouwen, inclusief bijbehorende bouwwerken, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Nutsvoorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' gelden, in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.2 en 10.2.3, uitsluitend de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik geldt dat overnachtingen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuinen' niet zijn toegestaan.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.3 sub c voor een hogere bouwhoogte van lichtmasten, mits:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Uitsluitend aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen zijn toegestaan en voldoen aan de volgende kenmerken:
Voor de voorgevellijn zijn overkappingen niet toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mogen niet worden gebouwd.
Nutsvoorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.2 voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte van ten hoogste 5 meter en een oppervlakte van ten hoogste 30 m² mits:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 14.2.2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - rangeerterrein' voor het bouwen van gebouwen de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.3 onder e en ter plaatse van de 'veiligheidszone - leiding - b' de bouw van gebouwen toe te staan, mits:
Ten aanzien van het gebruik geldt dat:
De voor 'Verkeer - Rijksweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mogen niet worden gebouwd.
Nutsvoorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
De voor 'Water' aangewezen gronden, welke tevens bescherming genieten op grond van de Keur en Leggers van het waterschap, zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - voorgevelzone 1' en 'specifieke bouwaanduiding - voorgevelzone 2' mogen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.3 onder a om de gronden in gebruik te nemen voor aanlegplaatsen indien dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsuitoefening en mits uit oogpunt van een goede en veilige doorstroming van het scheepvaartverkeer, geen belemmeringen ontstaan, zoals moet blijken uit een advies van Rijkswaterstaat.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouw zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 17.5.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 17.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke en natuurwaarden zoals bepaald in lid 17.1 onder l niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, hetgeen door de aanvrager wordt aangetoond met een schriftelijk advies van een deskundige inzake landschap.
De voor 'Water - Rivier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken als permanente aanleg- of ligplaats voor woonboten en/of recreatievaartuigen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijbehorende bouwwerken en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.3 voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 19.3.1 kan slechts worden verleend, indien:
Onder de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven in samenhang met wonen als bedoeld in lid 19.1 sub b wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep en aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.4.2 voor het toestaan van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten woningen, mits:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 20.2 onder b. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 20.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf goedkeuring van de betrokken leidingexploitant heeft plaatsgevonden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in lid 20.4.1, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
Overtreding van het verbod van lid 20.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een rioolleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 21.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 21.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 21.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Overtreding van het verbod van lid 21.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 22.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 22.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf goedkeuring van de betrokken leidingexploitant heeft plaatsgevonden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in lid 22.4.1, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
Overtreding van het verbod van lid 22.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 23.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 23.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 24.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 24.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 25.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 25.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 26.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 26.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden welke tevens bescherming genieten op grond van de Keur en Leggers van het waterschap zijn – behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) – primair bestemd voor de waterhuishouding.
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 27.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2.3, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatsbelang door de bouwactiviteit niet onevenredig wordt geschaad. Voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.
Alvorens te beslissen op een aanvraag als bedoeld in lid 27.3.1, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterstaatkundige functie omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de scheepvaart.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.2 en worden toegestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder Rijkswaterstaat.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 29.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2.3, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteit niet onevenredig wordt geschaad. Voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 29.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bepaalde in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels omtrent de situering en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is van overeenkomstige toepassing op ondergrondse bouwwerken, tenzij in de bouwregels van hoofdstuk 2 specifieke regels zijn opgenomen ten aanzien van ondergrondse bouwwerken, in welk geval die specifieke regels gelden.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Bij nieuwe situaties in de zin van de Wet geluidhinder is de realisatie, waaronder zowel bouwen als gebruik wordt begrepen, van geluidsgevoelige functies alleen mogelijk, indien voldaan wordt aan:
Het is verboden om bouwwerken op te richten voor het (proef)boren naar gas (waaronder schaliegas) en olie (waaronder schalie-olie).
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
Onder met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van of het laten gebruiken van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.1 kan slechts worden verleend, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en), tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai en mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' is de bouw van geluidgevoelige bebouwing als bedoeld in de Wet geluidhinder uitsluitend toegestaan indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidgevoelige bebouwing niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 34.2.1 onder b voor het toestaan van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten, mits een goed woon- en leefklimaat ter plaatse kan worden gegarandeerd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 34.3.1 onder b voor het toestaan van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten, mits een goed woon- en leefklimaat ter plaatse kan worden gegarandeerd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de veiligheid van het vaarwegverkeer.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 34.4.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder (Rijkswaterstaat) van de vaarweg.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 34.4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.4 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder (Rijkswaterstaat) van de vaarweg.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.4 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied bedrijventerrein' wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein', mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied bevi-inrichtingen' zodanig wijzigen dat Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsbevoegdheid plan-merplicht' zodanig wijzigen dat activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 voor zover het betreft de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage, worden toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen op grond van de Wet milieubeheer, welke door het bevoegd gezag dient te worden goedgekeurd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
In geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen gelden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 37.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 37.1.1 met ten hoogste 10%.
Lid 37.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 37.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 37.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 37.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
De regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Zwijndrecht' van de gemeente Zwijndrecht.