Plan: | Maasboulevard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0642.bp06maasboulevard-3001 |
In deze regels wordt verstaan onder:
De geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand ID: NL.IMRO.0642.bp06maasboulevard-3001 met bijbehorende regels;
Het bestemmingsplan Maasboulevard van de gemeente Zwijndrecht;
De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie;
Bijbehorend bouwwerk van ten hoogste één bouwlaag;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
Oorspronkelijke achterzijde van een gebouw;
Een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
Een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
Een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg;
Een onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
Een woning in of bij een bedrijfs- of agrarisch gebouw of op een bedrijven- of agrarisch terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat zowel qua bouwmassa als verschijningsvorm ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
De grens van een bouwvlak;
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Een grens van een bouwperceel;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning;
zoals bijvoorbeeld een speeltuin met bijbehorende bouwwerken.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten die bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen banken, uitzendbureaus, tandarts-, dokter en fysiotherapie praktijken en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen;
Onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft. Bijvoorbeeld bij een rieten dak.
Een woning waarvan het hoofdgebouw zowel qua bouwmassa als verschijningsvorm een geheel vormt met het hoofdgebouw van één andere woning;
De bouwlaag op de begane grond;
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
Een uitbouw aan de voorzijde van een gebouw, niet zijnde een entree, grenzend aan een verblijfsruimte van het betreffende gebouw, waarvan de naar de openbare weg gekeerde zijde en nog minimaal één andere zijde transparant is;
Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
Bouwwerk dat primair bedoeld is voor stallingsruimten voor (motor)voertuigen en de berging van niet voor handel en distributie bestemde goederen;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
Een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning of een niet-woonfunctie is gelegen;
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
Een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:
met een in principe open karakter (voor een ieder toegankelijk).
In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:
Categorie: | Inrichting: |
Categorie A | Lunchroom, koffie-/theehuis, ijssalon, Cafeteria (snackbar, fastfood-restaurant, grill-room) |
Categorie B | Restaurant (bistro, eetcafé, grand café) |
Categorie C | Café, bar |
Categorie D | Discotheek, bar-dancing, zalenexploitatie, hotel, partycentrum |
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
Culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
Een gevel zoals deze is weergegeven in de bouwvergunning voor de oprichting van het hoofdgebouw;
Een overkapping, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak;
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureaus, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio's, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie; onder dienstverlening is hier geen detailhandel en geen horeca begrepen;
Een woning die deel uitmaakt van een aaneengesloten rij van woningen;
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
Voorziening om schepen aan af te meren;
Uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
Een uitwerking als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie;
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
De naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel waar zich de voordeur bevindt;
Een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst aan een ander hoofdgebouw;
Een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Het gedeelte van het (al dan niet bebouwde) perceel, dat is gelegen aan de zijkant van een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
Een aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het perceel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG'.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, anders dan luifels en autowasserij, bedraagt maximaal:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen en andere bouwwerken met de daarbij behorende open terreinen ten behoeve van een drinkwaterleidingbedrijf, met dien verstande dat ten dienste van dit bedrijf twee dienstwoningen mogen worden opgericht met een hoogte van ten hoogste 6 meter en een inhoud van ten hoogste 500 m3, welke aan de wegzijde moeten zijn gelegen;
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor speelvoorzieningen met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, groenvoorzieningen, ongebouwde parkeervoorzieningen, een ondergrondse fietsenstalling, in- en uitritten en nutsvoorzieningen.
Op en onder de in artikel genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende regels:
Gebouwen mogen niet worden gebouwd met uitzondering van een ondergrondse fietsenstalling tot een diepte van 4 m.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bestemming | 1e bouwlaag | bovenliggende bouwlagen |
Horeca A, B en C | Ja | Nee |
Bedrijven cat. 1 en 2 | Ja | Nee |
Wonen | Ja | Ja |
Voorzieningen ten behoeve van begeleid wonen | Ja | Nee |
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voor zover:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bestemming | 1e bouwlaag | bovenliggende bouwlagen |
Publieksgerichte dienstverlening | Ja | Nee |
Detailhandel | Ja | Nee |
Wonen | Ja | Ja |
Voorzieningen ten behoeve van begeleid wonen | Ja | Nee |
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voor zover:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bestemming | 1e bouwlaag | 2e bouwlaag | bovenliggende bouwlagen |
Publieksgerichte dienstverlening | Ja | Nee | Nee |
Kantoren | Nee | Ja | Nee |
Horeca | Ja | Ja | Nee |
Detailhandel | Ja | Nee | Nee |
Recreatieve voorzieningen | Ja | Ja | Nee |
Wonen | Nee | Nee | Ja |
Voorzieningen ten behoeve van begeleid wonen | Ja | Nee | Nee |
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
De op voor Gemengd - 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De hierna aangegeven bestemmingen al dan niet in combinatie met elkaar op de daarbij gegeven plaatsen:
Bestemming | 1e bouwlaag | bovenliggende bouwlagen |
Dienstverlening | Ja | Nee |
Wonen | Nee | Ja |
Voorzieningen ten behoeve van begeleid wonen | Ja | Nee |
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
De voor Gemengd - 5 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
al dan niet in combinatie met elkaar met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
De functies zoals genoemd in artikel 10.1.1 onder a t/m e zijn uitsluitend op de eerste bouwlaag toegestaan; ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is wonen in de eerste bouwlaag niet toegestaan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen en verhardingen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd met uitzondering van een berging met een maximale bouwhoogte van 3 m, ter plaatse van een bouwvlak.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.1 voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte tot maximaal 4 m en een oppervlakte van maximaal 25 m2 mits:
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren met de daarbij behorende additionele voorzieningen, zoals horeca als vermeld onder categorie 1.46 (tot categorie C), straten en pleinen, groen- water, en parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer e.d..;
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en parkeervoorzieningen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Uitsluitend bestaande erkers zijn toegestaan.
Voor de voorgevel zijn overkappingen niet toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - uitbreiding' kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken voor het overschrijden van bouwgrenzen van de aangrenzende bestemming, ten behoeve van hoofdgebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kunnen erkers bij hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen worden toegestaan, mits:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde.
Voor gebouwen gelden de volgende regels: gebouwen mogen niet worden gebouwd met uitzondering van:
Nutsvoorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.2.2 voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte tot maximaal 4 m en een oppervlakte van maximaal 25 m2; mits:
De voor Water aangewezen gronden, welke tevens bescherming genieten op grond van de Keur en Legger van het waterschap, zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder duikers, bruggen, oeverbeschoeiingen, keermuren voor de waterbeheersing, dammen, steigers en verkeerstekens voor de scheepvaart met dien verstande dat:
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwwerken geen gebouwen zijnde anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing voldoen aan de volgende kenmerken:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.1 sub c voor het toestaan van tijdelijke aanleg- of ligplaatsen (met steigers) voor beroepsvaart indien dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsuitoefening en mits uit het oogpunt van een goede en veilige doorstroming van het scheepvaartverkeer geen belemmeringen ontstaan, zoals moet blijken uit een advies van Rijkswaterstaat.
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voor zover:
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Uitsluitend bestaande dakterrassen zijn toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.2.1 voor het toestaan van een dakopbouw.
Afwijking als bedoeld in artikel 16.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden beroep of bedrijf in categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits:
De voor Wonen - Uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, tuinen en erven, waarbij aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen uitsluitend zijn toegestaan bij eengezinswoningen.
Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking afwijkingsbevoegdheden op te nemen met betrekking tot:
met dien verstande dat afwijking slechts wordt verleend indien de stedenbouwkundige hoofdopzet niet wordt gewijzigd en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Indien zulks noodzakelijk is:
De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 18.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in artikel 18.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
De voor Waarde - Archeologische verwachting aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 19.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.2, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels mits aan de hand van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische resten aanwezig zijn.
Voorts kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.2 indien:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 19.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals in artikel 19.4.1 bedoeld, is niet van toepassing, indien de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 19.4.1 wordt in ieder geval verleend, indien aan de hand van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische resten aanwezig zijn.
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 19.4.1 wordt voorts verleend, indien:
Alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 19.4.1 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwwerken, werken of werkzaamheden de archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door een of meer bestemmingsvlakken met de medebestemming Waarde - Archeologische Verwachting geheel of gedeeltelijke van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden, welke tevens bescherming genieten op grond van de Keur en Legger van het waterschap, zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering;
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 20.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen mits het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.3.1 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De gronden op de kaart aangewezen voor Waterstaat - Waterstaatkundige functie, welke tevens bescherming genieten op grond van de Keur en Leggers van het waterschap, zijn primair bestemd voor de waterhuishouding.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 21.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)voorschiften, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voorzover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen mits het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.3.1 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterstaatkundige functie omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of Wabo tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of Wabo tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
Het bepaalde in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels omtrent de situering en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is van overeenkomstige wijze van toepassing op ondergrondse bouwwerken, tenzij in de bouwregels van hoofdstuk 2 specifieke regels zijn opgenomen ten aanzien van ondergrondse bouwwerken, in welk geval die specifieke regels gelden.
Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, naast voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken geen gebouw zijnde.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 25.1.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is
verkregen van het waterleidingbedrijf.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 25.1.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.1.4 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.1.4 is nodig voor:
De voor 'overige zone - parkeergarage' aangewezen gronden zijn, naast de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse parkeergarage.
Naast het bepaalde in de ter plaatse voorkomende bestemmingen mag tevens ten behoeve van een ondergrondse parkeergarage worden gebouwd, waarbij de diepte maximaal 5 m bedraagt.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Afwijking als bedoeld in artikel 26.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van:
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 30.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 30.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 30.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 30.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 30.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 30.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Maasboulevard van de gemeente Zwijndrecht.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18 juni 2013.
De voorzitter, De griffier,
……………… ………………