Plan: | Verbrede reikwijdte Noordoevers Zwijndrecht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0642.BP04noordoevers-3001 |
het bestemmingsplan 'Verbrede reikwijdte Noordoevers Zwijndrecht';
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0642.BP04noordoevers-3001 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat hoofdgebouw;
een bedrijf dat in of bij de woning door de bewoner wordt uitgeoefend, dat gericht is op het vervaardigen van producten of het leveren van diensten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
het starten van een nieuwe activiteit die nog niet ter plaatse wordt uitgevoerd;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen;
kantoor waarbij de dienstverlening ten dienste staat van de bedrijfsactiviteiten en dat is verbonden aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waaronder zijn begrepen banken, hypotheekkantoren, uitzendbureaus, of naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen alsmede het verlenen van medische diensten aan derden, waaronder zijn begrepen tandarts-, dokter en fysiotherapie praktijken en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
bestemming als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen;
een gebouw dat, gelet op zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
een persoon of groep personen die een gezamenlijke huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan;
een bestaande activiteit veranderen waardoor aard en/of omvang van de activiteit worden vergroot ten opzichte van de situatie voor intensivering;
een gebouw of een deel daarvan, dat gebruikt wordt voor de bedrijfsmatige verlening van diensten op administratief, financieel, ontwerptechnisch, juridisch of ander daarmee gelijk te stellen gebied, waarbij waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en wordt geholpen;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van ondergrondse afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt, zonder dan wel met ten hoogste één al dan niet tot de constructie behorende wand voorzien van een gesloten dak;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
bedrijf, zoals bedoeld in bijlage I onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, dat in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de diepte van een gebouw gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw (onderkant vloer), de fundering niet meegerekend;
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte of ruimten die wordt/worden gebruikt als kantoor, winkel of bedrijf, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, afvalverzamelvoorzieningen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Dit bestemmingsplan is gericht op:
Degene die een activiteit verricht als bedoeld in dit bestemmingsplan en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de doelen in artikel 5, is verplicht:
Op de gronden met een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' of 'Waarde - Archeologie 5' is het bouwen van bouwwerken ten behoeve van activiteiten in hoofdstuk 4 of bestemmingen in hoofdstuk 5 toegestaan zonder het overleggen van een rapport, waarin de archeologische waarden van de gronden naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld, indien:
Het bouwen van bouwwerken ten behoeve van activiteiten in hoofdstuk 4 of bestemmingen in hoofdstuk 5 op de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie 2' of 'Waarde - Archeologie 5' dat niet valt onder de regels van artikel 8 is uitsluitend toegestaan indien:
met dien verstande dat deze eisen niet mogen leiden tot een strengere eis dan opgenomen in het Bouwbesluit;
b. een duurzame inzameling van afval.
Bron | Hogere waarde | ||
Ringdijk | 58 dB | ||
Burgemeester Slobbelaan | 49 dB | ||
Industrieterrein Niessen | 52 dB(A) |
Met het oog op het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai en het beschermen en in stand houden van de geluidsruimte van een inrichting dient, in het geval sprake is van het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' te worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde zoals bedoeld in artikel 15.
Naast gebruik van de gronden zoals toegestaan op grond van hoofdstuk 4 en 5 zijn de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' tevens bestemd voor een waterkering met daarbij behorende voorzieningen.
Naast gebruik van de gronden zoals toegestaan op grond van hoofdstuk 4 en 5 zijn de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' tevens bestemd voor de afvoer van oppervlaktewater, sediment en ijs, voor de waterhuishouding en voor verkeer te water met daarbij behorende voorzieningen.
Naast gebruik van de gronden zoals toegestaan op grond van hoofdstuk 4 en 5 zijn de gronden met de gebiedsaanduiding 'milieuzone - waterwingebied' tevens aangewezen voor de winning van drinkwater met daarbij behorende voorzieningen.
Aan dit hoofdstuk wordt voldaan door degene die de activiteit verricht. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.
Onder de toegelaten gebruiksactiviteiten in afdeling 4.3 wordt niet verstaan:
Ter plaatse van de functie 'Woongebied - Noordoevers' zijn uitsluitend de volgende activiteiten toegestaan:
een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 42 en 43 en met de volgende daarbij behorende voorzieningen:
Ter plaatse van de functie 'Woongebied - Noordoevers' wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw in de openbare ruimte verleend indien:
Ter plaatse van de functie 'Woongebied - Noordoevers' zijn maximaal de volgende aantallen en typen woningen toegestaan:
Onder een gebruik strijdig met de bestemmingen zoals aangewezen in afdeling 5.2 wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepsbetimmering' is een bedrijf in scheepsbetimmering in ten hoogste categorie 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein' toegestaan. Als het gebruik van deze gronden voor een bedrijf in scheepsbetimmering na vaststelling van dit bestemmingsplan gedurende een periode van 12 maanden is gestaakt, is het verboden het gebruik daarna te hervatten of opnieuw te starten.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' wijzigen in de functie 'Woongebied - Noordoevers' met de aanduiding 'overige zone - woonveld 5' teneinde de ontwikkeling van deze gronden als onderdeel van Noordoevers mogelijk te maken, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Deze regels worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan 'Verbrede reikwijdte Noordoevers Zwijndrecht'.