direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid en regionaal beleid
Plan: Nieuwe Driemanspolder - Roeleveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP291-0004

3.3 Provinciaal beleid en regionaal beleid

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie & Streekplan Zuid-Holland West (2003)

De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie beoogt een integrale visie te geven op de gewenste ruimtelijke en economische ontwikkeling van de provincie Zuid-Holland. Naast de ontwikkeling van het stedelijk gebied en de economische kerngebieden wordt veel aandacht geschonken aan de duurzame ontwikkeling van een groenblauw raamwerk voor de Zuidvleugel van de Randstad.

Belangrijke elementen in dit raamwerk zijn de zogenaamde regioparken of parklandschappen, waaronder het parklandschap van de Groenblauwe Slinger. Hier dienen de hoofddoelstellingen op het vlak van recreatie, waterbeheer en natuurontwikkeling gerealiseerd te worden, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in gebieden met een volledige functieverandering (transformatiegebieden) en delen met een beperkte herinrichting (aanpassingsgebieden). Binnen dit kader voorziet het provinciale beleid in een volledige functieverandering voor de Nieuwe Driemanspolder zelf en voor een beperkte inrichting van poldereenheden waarbinnen aanvoerroutes voor zogenaamd piekwater gerealiseerd zullen worden.

In het verlengde van de doelstellingen uit de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie is de Nieuwe Driemanspolder in het streekplan aangewezen als openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen en als locatie voor een regionale waterberging. Verder voorziet het streekplan in de realisatie van een groenverbinding en/of ecologische verbinding van het Groene Hart naar het Midden Delfland. Binnen dit kader is ruimte voor een beperkte uitbreiding van een bestaande golfsportvoorziening in Roeleveen (zie het besluit van Provinciale Staten Zuid - Holland met betrekking tot de 7e partiële herziening van het streekplan van 30 januari 2008).

Groen Blauwe Slinger (GBS) en Landinrichting Leidschendam (1999)

De beleidslijnen zoals die hiervoor globaal zijn omschreven, zijn in sterke mate beïnvloed door de planvorming binnen de Landinrichting Leidschendam en door de Nota “Stad en Land in Balans”, waarmee de Groenblauwe Slinger voor het eerst een formele beleidsbasis kreeg. Met beide projecten hebben de betrokken overheden al ruim voor de vaststelling van het streekplan te kennen gegeven, in de Nieuwe Driemanspolder een verreikende functieverandering tot stand te willen brengen. Daarbij bleef een grootschalige herinrichting aanvankelijk beperkt tot het Zoetermeerse deel van de polder. Met de vaststelling van de "Nota Stad en Land in Balans" is deze insteek echter ingrijpend veranderd. De belangrijkste aanpassingen daarbij waren:

  • een uitbreiding van het her in te richten gebied met delen van Leidschendam - Voorburg;
  • de verkenning van mogelijkheden voor een regionale waterberging voor piekwater;
  • de ontwikkeling van een natte verbinding tussen het Rijnlandse boezemstelsel rond Stompwijk en de Nieuwe Driemanspolder ten behoeve van de aanvoer van piekwater en
  • de versterking van de functies water, recreatie en natuur ten kosten van een meer bosbouwkundige inrichting zoals die oorspronkelijk voorzien was in het kader van de Randstadgroenstructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP291-0004_0008.jpg"

De gewijzigde doelstellingen voor de Nieuwe Driemanspolder hebben daarnaast ook procesmatige consequenties gehad. De belangrijkste effecten daarbij waren:

  • een actualisering van de oorspronkelijke opdracht voor de landinrichting;
  • een meer moduleachtige aanpak van de landinrichting als geheel, waarin de Nieuwe Driemanspolder als een zelfstandige module werd beschouwd en
  • een nieuwe planvorming voor de polder onder andere aan de hand van een nieuwe Milieu Effect Rapportage en de hierbij behorende procedure.

Mede onder invloed van het hiervoor omschreven proces zijn de doelstellingen voor de Nieuwe Driemanspolder in het vervolg ook in tal van andere nota's verwerkt. Hiertoe behoren o.a. het Gebiedsperspectief voor Het Land van Wijk en Wouden, het provinciale Beleidsplan Milieu en Water en de nota Cultuurhistorische Impuls Duin, Horst en Weide 2004. Hun beleidsmatige betekenis was echter vooral volgend of begeleidend van aard in plaats van kaderstellend.

Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS)

Een zeker kaderstellend effect is daarentegen wel uitgegaan van de provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur waarmee de hoofdlijnen van het cultureel erfgoed van de provincie worden beschreven. Daaronder vallen zowel de belangrijkste archeologische waarden binnen de provincie als relevante "historisch - landschappelijke" en "historisch - stedenbouwkundige" structuren, patronen. Op grond van de randvoorwaarden vanuit het cultuurhistorisch kader dient bij de planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder rekening te worden gehouden met:

  • het behoud van de oude ontginningslinten Stompwijkseweg, Wilsveen, Voorweg en (in beperkte mate) de Roeleveenseweg;
  • het behoud van de Molendriegang van Wilsveen en
  • de handhaving van de karakteristieke opstrekkende kavelstructuur en openheid in Potteveen.

In aanvulling hierop dient aan Zoetermeerse zijde rekening te worden gehouden met de aanwijzing van archeologisch waardevolle gebieden. Het betreft hier een zone tussen de Voorwegwetering, de Limietsloot en het Buytenpark, waar oude kleiwinningsputten (zogenaamde 'Daliegaten') uit de 10e tot 13e eeuw kunnen worden aangetroffen, die zijn aangevuld met onder meer huisvuil uit deze periode.

Verder wordt het wenselijk geacht, om in het kader van nieuwe landschapsontwikkeling te onderzoeken of en hoe karakteristieke elementen en patronen bij de ontwikkeling van nieuwe landschappelijke structuren een rol van betekenis kunnen vervullen. Dit geldt onder andere voor elementen als de begraafplaats van Wilsveen, gemeentelijke monumenten, Rijksmonumenten, beeldbepalende objecten of de plaatselijke kavelstructuur en ontwikkelingsgeschiedenis.

Waterbeheerplan Rijnland

Tot de relevante regionale beleidsnota's behoort naast voornoemde documenten ook het waterbeheerplan “Waterwerk Rijnland 2006-2009” van het Hoogheemraadschap Rijnland. Het waterbeheerplan biedt onder andere inzicht in de ambities en maatregelen van de waterbeheerders voor een duurzaam waterbeheer in de nabije toekomst. Hiertoe behoort ook de realisatie van een zogenaamde piekberging voor calamiteitensituaties in de Nieuwe Driemanspolder.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP291-0004_0009.jpg"

Verder dient bij de planvorming voor het plangebied rekening te worden gehouden met de bepalingen uit de vergunningenstelsels van de betrokken waterbeheerders (de zogenaamde Keur). In de Keur wordt onder andere gesteld dat voor werkzaamheden in of nabij waterkeringen een keurvergunning nodig is. Voor de nadere details omtrent de regelingen uit de Keur wordt hier kortheidshalve verwezen naar de Keur van de Hoogheemraadschappen van respectievelijk Rijnland en Delfland.

Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP) en Vijfjarenprogramma regionale fietsroutes Haaglanden

In het Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP), vastgesteld door het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden op 16 april 2008, zijn de actuele en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen van de regio vastgelegd. Ook in dit document is de Nieuwe Driemanspolder aangewezen als nieuw regionaal groengebied. Zo voorzien de planstukken van het RSP in de aanduidingen “Regiopark Duin, Horst en Weide” en “Nieuw parklandschap en natuurgebied”. Met de aanduiding “Groene Schakel” wordt daarbij nog onderstreept, dat het plangebied een belangrijke ecologische en recreatieve verbindingsfunctie heeft tussen het Nationaal Landschap “Groene Hart” en de regioparken Pijnacker en Midden - Delfland.

In aanvulling hierop heeft het stadsgewest in het eigen meerjarenprogramma voor langzaam verkeersverbindingen al enige jaren geleden de aanleg van een nieuwe regionale fietsverbinding opgenomen tussen Den Haag / Leidschendam - Voorburg enerzijds en Zoetermeer / Zoeterwoude anderzijds. Meer concreet betreft het hierbij een fietsroute vanuit de bebouwde kom van Leidschendam - Voorburg en Den Haag via de Landscheiding en de Nieuwe Driemanspolder naar de Meerpolder bij Stompwijk.