Plan: | Entree Midden |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00111-0002 |
het bestemmingsplan Entree Midden met identificatienummer NL.IMRO.0637.BP00111-0002 van de gemeente Zoetermeer.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het al dan niet in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het bedrijfs- of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, ambachtelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, waarbij de aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig zijn dat deze activiteiten door haar beperkte omvang in een woning kunnen worden uitgeoefend. De woonfunctie blijft op het gehele perceel in overwegende mate behouden. De niet publieksgerichte functies en de activiteiten doen geen onevenredige afbreuk aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.
de aan een gebied toegekende, of naar verwachting voorkomende, waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van ofwel een bouwperceel ofwel een bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een onderneming, instelling of bedrijfsverzamelgebouw gericht op het ambachtelijk of ontwerptechnisch produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen en het uitoefenen van dienstverlening in de creatieve sector;
werkzaamheden die gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk zijn voor het in stand houden van het bedoelde gebruik;
onder bestaande bebouwing wordt verstaan: bebouwing welke op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;
onder bestaand gebruik wordt verstaan: het gebruik van grond en bouwwerken dat bestaat en is toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
bedrijf, dat naar aard en invloed op de omgeving past binnen een gemengd gebied met wonen, ook indien geluidgevoelige objecten daar zijn gelegen:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, bestaand of vergund op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en de zolder, met uitsluiting van onderbouw en dakopbouw;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten op basis van de eerstkomende uitgifte;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de oppervlakte van de binnenruimte van een gebouw exclusief overdekte en niet-overdekte gebouwgebonden buitenruimte en ontsluitingen in de buitenlucht (zoals loggia's), externe bergingen, stalling, parkeren (alle denkbare parkeervoorzieningen voor auto, motor, scooters, scootmobielen en fietsen) alsmede verkeersruimte die met die bergingen, stalling en parkeren verband houdt, gemeten volgens NEN 2580.
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit zoals bedoeld in de bouwverordening.
persoonlijke verzorging van consumenten, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven.
voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een bioscoop, museum, (muziek)theaters, expositieruimten en daarmee gelijk te stellen voorzieningen. Prostitutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten.
een systeem waarbij personen voor een korte termijn gezamenlijk van een auto of wagenpark gebruik kunnen maken.
een onderneming of instelling gericht op het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, met daarbij ondergeschikt het nuttigen van de eigen aangeboden producten door personen die de goederen kopen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur;
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Het door de gemeente Zoetermeer bij het vaststellen van hogere grenswaarden op grond van de Wet geluidhinder toegepaste beleid, neergelegd in het gemeentelijke beleidsdocument 'Hogere waarden beleid, Beleid voor bouwen bij een hogere geluidbelasting', vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders bij besluit van 29 september 2009.
asfalt, beton, of een open verharding met cementgebonden funderingen.
een waterdoorlatende verharding van lichtgebonden materiaal. Halfverharding wordt altijd aangebracht op een waterdoorlatende, ongebonden fundering van menggranulaat.
een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of inrichting, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden:
een horecaonderneming, die tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse;
een voorziening met bijbehorend verblijfsgebied, in hoofdzaak bedoeld voor het centraliseren van buurtvoorzieningen waaronder een buurtbatterij (een Energie Opslag Systeem (EOS) waarbij grote hoeveelheden energie worden opgeslagen), een afvalscheidingspunt, oplaadpalen, gedeelde faciliteiten, een standplaats voor marktkraam of kiosk en pakketbezorgingspunten;
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerhuur en gebruik door arbeidsmigranten wordt daaronder niet begrepen;
een onderneming die bedrijfsmatig diensten verleent of een instelling, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. Het organiseren en ruimte bieden aan congressen en het verhuren van vergaderaccommodatie wordt daaronder niet begrepen;
een gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde dat van cultuurhistorische waarde is op grond van zijn karakteristieke hoofdvorm, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situaring, gaafheid of zeldzaamheid en dat bijdraagt aan de herkenbaarheid van de omgeving;
een gebouw, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d.
een installatie die zorgt voor het binnenklimaat in het gebouw door het regelen van temperatuur en/of luchtvochtigheid;
een aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg en/of, zorg- en welzijn en/of, jeugd/kinderopvang en/of, onderwijs en/of, religie en/of, bibliotheken en/of, openbare dienstverlening en/of, verenigingsleven en voorzieningen gericht op het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, zoals de werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding dan wel de realisering van de bestemming;
voorzieningen ten behoeve van het al dan niet openbare nut, zoals transportstations (grote transformatoren en schakelgebouwen), distributiestations (transformatorhuisjes), gasontvangststations en gasdrukregel- en meetstations, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, apparatuur voor telecommunicatie en warmte- en koudeopslag.
een buiten de gevel of het dakvlak uitstekend ondergeschikt deel van een gebouw, zoals bijvoorbeeld schoorstenen, luifels, liftopbouwen of -kokers, antennes, technische installaties en noodtrappen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, erkers, koekoeken, balkons, overstekende daken, voorzieningen ten behoeve van energieopwekking en dergelijke naar aard en omvang ondergeschikte bouwonderdelen, met uitzondering van uitgebouwde gedeeltes van een gebouw;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van individuele woon- en/of bedrijfskavels;
verhardingen van ongebonden elementen (tegels, klinkers en dergelijke);verhardingen van ongebonden elementen (tegels, klinkers en dergelijke).
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
het beroeps – of bedrijfsmatig verlenen van diensten (met baliefunctie) aan de eindgebruiker, waaronder onder andere wordt verstaan; dansschool of dienstverlening op het gebied van gezondheidszorg sociaal-cultureel, welzijn en sport met uitzondering van geluidsgevoelige objecten. Kappers, schoonheidssalons, nagelstudio's of andere bedrijven van gelijke strekking en voorzieningen voor het uitoefenen van religie zijn niet toegestaan.
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes;
op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
dienstgebouwen, stations, rails, perrons, overkappingen, fietsenstallingen, viaducten en onderdoorgangen, taluds, geluidsschermen, (keer-)muren, transformatorgebouwen, stationsvoorzieningen en vergelijkbare gebouwen en bouwwerken ten behoeve van railvervoer.
gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, sportschool, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan, yogacentrum en zwembad.
verkeersgeleiders, rampalen, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, fietsenrekken, zitbanken, bloembakken, afvalinzamelbakken, toegangsconstructies, kunstwerken, speeltoestellen, abri's, kleinschalige nutsvoorzieingen en daarmee vergelijkbare objecten;
stadsbouwmeester zoals bedoeld in de bouwverordening.
een buiten de besloten ruimte liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden ten dienste van het horecabedrijf en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de gewaarmerkte plankaart met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het bestemmingsplan begrepen gronden zijn aangegeven;
Gebied bedoeld voor verblijf, waartoe in ieder geval (ontsluitings)wegen, fiets- en voetpaden, water, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen en hondenuitlaatplaatsen worden gerekend.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
alle voor het openbaar auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, geen spoorwegen of trambanen zijnde, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken.
Het houden van verblijf, het huren en ook (laten) bewonen in een zelfstandige woning of woonruimte door niet meer dan één afzonderlijk huishouden;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen en de werkzaamheden niet ten dienste staan van en verbonden zijn aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormen;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Op de gronden met de bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 2 zijn in totaal ten hoogste 4.500 wooneenheden toegestaan.
Aanduiding | Maximum aantal gebouwen | Maximum bouwhoogte (m) |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 5 | 13 | 62 |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 7 | 3 | 90 |
Het is niet toegestaan om een bouwwerk uit te voeren met een gevel zoals bedoeld in artikel 1b, lid 4 van de Wet geluidhinder, als deze gevel de bouwkundige scheiding vormt tussen een verblijfsfunctie en de buitenlucht.
Het is uitsluitend toegestaan om woningen in bouwwerken waarvoor:
Bij het vaststellen van de maatregelen genoemd in artikel 3.2.4 a en artikel 3.4 wordt uitgegaan van de geluidbelasting zoals ten behoeven van de aanvraag om de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit ter hoogte van de in deze bouwaanvraag opgenomen woningen is berekend.
Gebouwen met een bouwhoogte van 30 m of meer zijn uitsluitend toegestaan indien door de aanvrager een windhinderonderzoek is overgelegd conform NEN 8100.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan ter voorkoming van onevenredige windhinder en/of windgevaar nadere eisen stellen met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van gebouwen met een hoogte vanaf 30 m ter voorkoming of beperking van windhinder indien het in lid 3.2.5 bedoelde onderzoek daartoe aanleiding geeft.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.4 onder f, g en/of h mits daarbij aan de daarvoor geldende compenserende maatregelen wordt voldaan. Bij de beoordeling van de aanvraag voor deze omgevingsvergunning wordt deze aanvraag getoetst aan het afwegingskader dat als bijlage 2 bij deze planregels is gevoegd.
De brutovloeroppervlakte (bvo) van de volgende niet-woonfuncties op de gronden met de bestemming Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 bedraagt gezamenlijk ten hoogste de in navolgende tabel opgenomen oppervlakte::
Functie |
Maximum brutovloeroppervlakte (m2) |
kantoor | 133.100 |
maatschappelijke activiteiten en voorzieningen culturele voorzieningen en sportvoorzieningen | 36.700 |
detailhandel* | 1.350 |
hotel | bestaande oppervlakte |
horeca-activiteiten niet zijnde hotel** | 1.600 |
bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' | 12.000 |
*de oppervlakte per vestiging bedraagt ten hoogste 400 m2
** de oppervlakte per vestiging bedraagt ten hoogste 300 m2
Gebruik van gedeelten van de woning of in bijgebouw voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Op de gronden met de bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 2 zijn in totaal ten hoogste 4.500 wooneenheden toegestaan.
Aanduiding | Maximum aantal gebouwen | Maximum bouwhoogte (m) |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 3 | 5 | 35 |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 4 | 8 | 62 |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 5 | 13 | 62 |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 6 | 5 | 35 |
Het is niet toegestaan om een bouwwerk uit te voeren met een gevel zoals bedoeld in artikel 1b, lid 4 van de Wet geluidhinder, als deze gevel de bouwkundige scheiding vormt tussen een verblijfsfunctie en de buitenlucht.
Het is uitsluitend toegestaan om woningen in bouwwerken waarvoor:
hogere grenswaarden zijn vastgesteld te gebruiken en/of in gebruik te (laten) nemen als woning, als bij de bouw van de woning is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bij het vaststellen van de maatregelen genoemd in artikel 4.2.4 a en artikel 4.4 wordt uitgegaan van de geluidbelasting zoals ten behoeven van de aanvraag om de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit ter hoogte van de in deze bouwaanvraag opgenomen woningen is berekend.
Gebouwen met een bouwhoogte van 30 m of meer zijn uitsluitend toegestaan indien door de aanvrager een windhinderonderzoek is overgelegd conform NEN 8100.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan ter voorkoming van onevenredige windhinder en/of windgevaar nadere eisen stellen met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van gebouwen met een hoogte vanaf 30 m ter voorkoming of beperking van windhinder indien het in lid 4.2.5 bedoelde onderzoek daartoe aanleiding geeft.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.4 onder f, g en/of h mits daarbij aan de daarvoor geldende compenserende maatregelen wordt voldaan. Bij de beoordeling van de aanvraag voor deze omgevingsvergunning wordt deze aanvraag getoetst aan het toetsingskader dat als bijlage 2 bij deze planregels is gevoegd.
Gebruik van gedeelten van de woning of in bijgebouw voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De brutovloeroppervlakte (bvo) van de volgende niet-woonfuncties op de gronden met de bestemming Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 bedraagt gezamenlijk ten hoogste de in navolgende tabel opgenomen oppervlakte:
Functie |
Maximum brutovloeroppervlakte (m2) |
kantoor | 133.100 |
maatschappelijke activiteiten en voorzieningen culturele voorzieningen en sportvoorzieningen | 36.700 |
detailhandel* | 1.350 |
horeca-activiteiten** | 1.600 |
bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' | 12.000 |
*de oppervlakte per vestiging bedraagt ten hoogste 400 m2
** de oppervlakte per vestiging bedraagt ten hoogste 300 m2
De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Aanduiding | Maximum aantal gebouwen | Maximum bouwhoogte (m) |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 1 | 1 | 35 |
specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhooogte 2 | 1 | 62 |
Gebouwen met een bouwhoogte van 30 m of meer zijn uitsluitend toegestaan indien door de aanvrager een windhinderonderzoek is overgelegd conform NEN 8100.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan ter voorkoming van onevenredige windhinder en/of windgevaar nadere eisen stellen met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van gebouwen met een hoogte vanaf 30 m ter voorkoming of beperking van windhinder indien het in lid 5.2.2 bedoelde onderzoek daartoe aanleiding geeft.
De brutovloeroppervlakte (bvo) van de volgende niet-woonfuncties op de gronden met de bestemming Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 bedraagt gezamenlijk ten hoogste de in navolgende tabel opgenomen oppervlakte:
Functie |
Maximum brutovloeroppervlakte (m2) |
kantoor | 133.100 |
maatschappelijke activiteiten en voorzieningen culturele voorzieningen en sportvoorzieningen | 36.700 |
horeca-activiteiten* | 1.600 |
bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' | 12.000 |
* de oppervlakte per vestiging bedraagt ten hoogste 300 m2
Tot strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden, gebouwen, en bouwwerken ten behoeve van wonen.
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in artikel 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in artikel 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse rioolleiding met een diameter van ten hoogste 900 mm.
Ten aanzien van het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 voor het bouwen van bouwwerken, ten dienste van de andere, voor de in lid 8.1 genoemde gronden geldende bestemming(en), indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 8.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 8.4 zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen wordt hierover advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse rioolleiding met een diameter van ten hoogste 900 mm.
Ten aanzien van het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het bouwen van bouwwerken, ten dienste van de andere, voor de in lid 9.1 genoemde gronden geldende bestemming(en), indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 9.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 9.4 zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen wordt hierover advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Leiding - Water' geheel of gedeeltelijk te verleggen binnen het gehele plangebied, indien de leiding is of moet worden verlegd, waarbij voor het verleggen van de leiding toestemming van de leidingbeheerder nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het bevoegd gezag is ter bescherming en veiligstelling van archeologische waarden bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van bouwen, zoals bedoeld in lid 10.2 onder b en kan in dat kader onder meer de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Het is verboden zonder, of in afwijking, van een omgevingsvergunning op of in de gronden als genoemd in lid 10.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het onder lid 10.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 onder meer de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
De voor 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor het behoud, herstel en de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van het beschermd stadsgezicht.
Het bevoegd gezag is voor het behoud, herstel en de bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van het beschermd stadsgezicht bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van bouwen, zoals bedoeld in lid 11.2 en kan in dat kader onder meer de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door het bouwen geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische of landschappelijke waarden dan wel in het geval van onevenredige afbreuk, door het stellen van voorwaarden daaraan voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van meer dan twee woningen te verlenen, wordt hierover schriftelijk advies gevraagd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van de gemeente Zoetermeer of andere deskundigen op het gebied van erfgoed en landschap. Hiertoe overlegt de aanvrager een deskundigenrapport over de cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Van het advies van de commissie of andere deskundigen kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 11.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.5.1 kan slechts worden verleend, indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische of landschappelijke waarden dan wel in het geval van onevenredige afbreuk, door het stellen van voorwaarden daaraan voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.5.1 te verlenen, wordt hierover schriftelijk advies gevraagd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van de gemeente Zoetermeer of andere deskundigen op het gebied van erfgoed en landschap. Hiertoe overlegt de aanvrager een deskundigenrapport over de cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Van het advies van de commissie of andere deskundigen kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.
De voor 'Waarde - Karakteristiek' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor karakteristieke bebouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Karakteristiek' nadere eisen stellen ten behoeve van een zorgvuldige inpassing van karakteristieke bebouwing zoals bedoeld in lid 12.1 en kan in dat kader onder meer de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, wordt hierover advies gevraagd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van de gemeente Zoetermeer. Hiertoe overlegt de aanvrager een deskundigenrapport aar de haalbaarheid van behoud van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Van het advies van de commissie kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 onder b voor het bouwen van bouwwerken, ten dienste van de andere genoemde gronden geldende bestemming(en), indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan pas een omgevingsvergunning verlenen voor de activiteiten bouwen en/of het gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.1, indien wordt voldaan aan de regels en voorwaarden zoals die zijn opgenomen in de door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels met betrekking tot parkeren en laden en lossen, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in artikel 15.1, indien dit noodzakelijk is voor de verkeersveiligheid en/of om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en/of bouwwerken waarbij in afwijking van een verleende omgevingsvergunning niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor:
Afwijking als bedoeld in artikel 17.2.1 is slechts toegestaan, mits:
in het plan voor de afwijking geen specifieke afwijkingsregel is opgenomen met betrekking tot de in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning afgeven voor het toestaan van het uitbreiden van de bestaande hotelfunctie mits kan worden aangetoond dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen door op één of meerdere bestemmingsvlakken met de bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 2 of meer woningen te realiseren dan ingevolge de regels is toegestaan,met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van één of meerdere nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:
Voor zover dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Entree Midden'.