Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage

Artikel 15 Water

15.1 Bestemmingsomschrijving

15.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. waterberging;
• b. waterhuishouding;
• c. water- en oeverrecreatie;
• d. oeververbindingen;
• e. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens de doeleinden zoals beschreven in artikel 12.1.1 van dit plan;
• f. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' tevens de doeleinden zoals beschreven in artikel 13.1.1 van dit plan;
• g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijventerrein' bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 van de in de bijlagen bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen Lansinghage, Brinkhage, Hoornerhage en Zoeterhage;

met daaraan ondergeschikt:

• h. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
• i. groenvoorzieningen;
• j. kunstwerken;
• k. nutsvoorzieningen;
• l. lichtmasten ten behoeve van de natuurijsbaan in het Van Tuyllpark;
• m. objecten van beeldende kunst;
• n. speelvoorzieningen,

met de daarbij behorende bouwwerken.

15.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 15.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

• a. de bestemming 'Leiding - CO2' is primair het bepaalde in artikel 18 van toepassing;
• b. de bestemming 'Leiding - Gas' is primair het bepaalde in artikel 19 van toepassing;
• c. de bestemming 'Leiding - Riool' is primair het bepaalde in artikel 20 van toepassing;
• d. de bestemming 'Leiding - Water' is primair het bepaalde in artikel 21 van toepassing;
• e. de bestemming 'Waarde - Archeologie' is primair het bepaalde in artikel 22 van toepassing.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, behalve ter plaatse van de aanduiding 'bedrijventerrein'.

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijventerrein' gelden de volgende bouwregels:

• a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
• b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag de totale oppervlakte van gebouwen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het binnen het bouwperceel gelegen bouwvlak bedragen. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het binnen het bouwperceel gelegen bouwvlak;
• c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

• a. de bouwhoogte van kunstwerken, speelvoorzieningen en objecten van beeldende kunst mag maximaal 10 m bedragen;
• b. de bouwhoogte van lichtmasten mag maximaal 11 m bedragen;
• c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen;
• d. de vrije doorvaarhoogte onder kunstwerken, gemeten vanaf het gemiddelde waterpeil ter plaatse, moet minimaal 1,25 m bedragen.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

• a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
• b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
• c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca;
• d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
• e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

15.4.1 Afwijken van milieucategorie

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijventerrein' kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

• a. het bepaalde in lid 15.1.1 onder g voor het gebruik ten behoeve van bedrijven behorende tot ten hoogste 2 categorieën hoger dan in lid 15.1.1 genoemd;
• b. het bepaalde in lid 15.1.1 onder g voor het gebruik ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in de bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen Lansinghage, Brinkhage, Hoornerhage en Zoeterhage.

15.4.2 Voorwaarden voor afwijking van milieucategorie

Het bevoegd gezag verleent de onder lid 15.4.1 genoemde omgevingsvergunning, indien de bedrijven die mogelijk worden gemaakt met de afwijking naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de op grond van lid 15.1.1 onder g toegestane milieucategorieën.