direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: De Leyens en Noordhove
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00021-0004

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen bestaande uit:

  • a. wegen, waarbij het aantal rijstroken, met uitzondering van in- en uitvoegstroken, opstelstroken en busstroken niet meer mag bedragen dan twee voor de volgende wegen:
    • 1. Azieweg;
    • 2. Planbaan tussen de Lijnbaan en de Schansbaan;
    • 3. Brechtzijde tussen de Toneellaan en de Satrezijde;
    • 4. Toneellaan;
    • 5. Filmlaan;
    • 6. Haussmannruimte;
    • 7. Zijdewerf;
    • 8. Kadelaan;
    • 9. Werflaan;
    • 10. Lijnbaan;
    • 11. Redelaan tussen Aziëweg en Marco Polorede;
    • 12. Schansbaan;
    • 13. Aidaschouw;
    • 14. Ruimtebaan tussen de Lommerbaan en de Spruitkoolakker;
    • 15. Dijkmanschans;
    • 16. Bert Haanstrastrook tussen de Filmlaan en de Bunuelstrook;
  • b. dijklichamen, viaducten, duikers en tunnels;
  • c. fietsenstallingen;
  • d. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  • e. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. langzaam verkeersroutes;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. objecten van beeldende kunst;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. reclameobjecten;
  • l. speelvoorzieningen;
  • m. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • n. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • o. water;
  • p. windbeperkende voorzieningen;
  • q. in afwijking van het gestelde onder a tot en met p zijn ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' de gronden tevens bedoeld voor een railllijn met bijbehorende spoorbanen, wissels en overige constructies alsmede haltevoorzieningen, daaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen;

met de daarbijbehorende bouwwerken.

15.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 15.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is primair het bepaalde in artikel 24 van toepassing.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd met uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en fietsenstallingen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van nutsvoorzieningen mag maximaal 25 m² bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 m bedragen;
  • b. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van fietsenstallingen mag maximaal 10 m2 bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en de regeling van het verkeer, geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen, objecten van beeldende kunst, vlaggenmasten en lichtmasten en windbeperkende voorzieningen mag maximaal 10 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken mag maximaal 15 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde mag maximaal 3 m bedragen;
15.2.3 Ter plaatse van de aanduiding railverkeer

Ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van het railverkeer met bijbehorende haltevoorzieningen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er geldt een bebouwingsvrije doorrijhoogte van minimaal 4,6 m gemeten vanaf het afgewerkte wegdek ter plaatse;
  • b. de hoogte van een viaduct mag niet meer dan 9 m bedragen dan wel de bestaande hoogte;
  • c. de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer en lichtmasten, mag maximaal 3 m bedragen.
15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van prostitutie en/of een seksinrichting;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van motorvoertuigen, caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • f. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik.