Oosterhage voormalige NAM-locatie

4.5 Bedrijvigheid in relatie tot de HSL

De HSL ligt ter hoogte van het plangebied op een talud. Onderaan het talud ligt een spoorsloot van circa 5 meter breed. Op grond van artikel 19, eerste lid, onder a, van de Spoorwegwet is het verboden zonder vergunning bouwwerken op te richten binnen de begrenzing van de hoofdspoorweg. Op grond van artikel 20, eerste lid, wordt de begrenzing van de hoofdspoorweg aan weerszijden gevormd door een lijn liggend op een afstand van zes meter bij een hoofdspoorweg in ophoging gemeten uit de teen van het talud.

Het plangebied ligt op een grotere afstand dan zes meter van de teen van het talud, namelijk op circa 15 meter. Uit het voorgaande volgt dat het bestemmingsplan niet voorziet in het oprichten van bebouwing binnen de begrenzing van de hoofdspoorweg en daarmee wordt voldaan aan de wettelijke normen.

Van de zijde van ProRail is aangeven dat de afstand tot de spoorlijn zelf en de op te richten bedrijfsbebouwing minimaal 20 meter moet bedragen. De afstand tussen de HSL (bovenzijde talud) en de het bedrijventerrein bedraagt 23 meter. Er wordt dus ook voldaan aan deze afstandseis. In het bestemmingsplan is daarom ook geen bouwvlak aangeduid.