direct naar inhoud van 5.5 Water
Plan: Stadscentrum / Dorpsstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00017-0004

5.5 Water

5.5.1 Beschrijving huidige situatie

Het plangebied valt grotendeels binnen de beheergrenzen van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Alleen het Julianapark ten zuiden van de Dorpsstraat valt binnen het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De beheersgrens tussen beide Hoogheemraadschappen wordt gevormd door de oostelijke kade van de Delftse Wallenwetering, de zuidelijke kade van de Zuider Buurvaart, de zuidelijke kade van de Kleine Dobbe, de oostelijke kade van de Zuider Buurvaart en de zuidelijke kade van de Schinkelvaart. De Hoogheemraadschappen beheren de kwantiteit en kwaliteit van het water.

In het Stadscentrum zijn waterpartijen aangelegd (waarvan één onder een parkeergarage in een bassin) die onderling verbonden zijn door een buizenstelsel. Dit systeem vangt het regenwater op en reguleert hiermee het oppervlakte water. De stadstuin fungeert als opvangbassin bij overvloedige regenval. Het Stadscentrum valt geheel in de Nieuwe Driemanspolder van het Hoogheemraadschap van Rijland en heeft een polderpeil van - 5,82 N.A.P. Het Stadscentrum heeft een gescheiden rioolstelsel. De Dorpsstraat ligt in meerdere waterstaatkundige polders.

Beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland
In het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland liggen;

  • 1. het gebied ingesloten door het hooggelegen water; de Buurvaart, de Leidse Wallenwetering, de Grote Dobbe, de Delftse Wallenwetering, de Zuider Buurvaart en de Kleine Dobbe. Dit gebied heeft een gemengd rioolstelsel dat is aangesloten op het rioolstelsel in de wijk Dorp. Het oppervlaktewater heeft een peil van - 1.71 N.A.P. Peilbeheersing en verversing vinden plaats door aanvoer van water via de Voorweg-wetering of van het verversingsgemaal nabij het noordelijke einde van de Leidse Wallenwetering. Overtollig water wordt afgelaten naar divers lager gelegen, omringende polders.
  • 2. het gebied ingesloten door de Schoolstraat, Osylaan, Leids Wallenwetering, (Noorder) Buurvaart en de Schinkelvaart. Het gebied is te beschouwen als de kade van de genoemde weteringen. Het geheel valt in de Palensteinse polder en daarmee onder het Hoogheemraadschap van Rijnland. De waterstand in de Palensteinse polder is - 5.92 N.A.P. Vanuit de Buurvaart kan het schoon- en het vuilrioolwater in de aangrenzende wijk Palenstein doorgespoeld worden.
  • 3. het gebied ingesloten door de Voorwegwetering, het RandstadRailtracé, de Willem de Zwijgerlaan, de Delftse Wallenwetering en de Zuider Buurvaart. Dit gebied ligt in de Nieuwe Driemanspolder. Het peil is hier - 5,27 N.A.P. Verversingswater wordt ingelaten via de Delftse Wallenwetering en de afvoer gaat via het Westerpark.

Binnen de zones van watergangen en waterkeringen in bovengenoemde gebieden is de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland van toepassing. In de Keur zijn verbods- en gebodsbepalingen opgenomen waarmee de waterstaatkundige aspecten van de waterkeringen worden beschermd.

Beheergebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
In het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ligt;

  • 4. het gebied ten oosten van de Delftse Wallenwetering, ten zuiden van de Zuider Buurvaart en ten westen van de Schoolstraat. Dit gebied is in drie gebieden verdeeld omdat het Wilhelminapark een ander peilvlak heeft dan de gebieden ten oosten en westen van het park. Het Wilhelminapark, omsloten door de Nassaulaan, de ZuiderBuurvaart, de Eerste Stationstraat en de Julianalaan heeft een peilvlak van - 4, 75 N.A.P. Het westelijk deel omsloten door de Delftse Wallenwetering, Willem de Zwijgerlaan en Nassaulaan, en het oostelijk deel, omsloten door de Kleine Dobbe, de Meidoornlaan, de Schoolstraat en de Schinkelvaart hebben een peilvlak van - 5, 70 N.A.P. Deze drie gebieden liggen in de Binnenwegsepolder. Het afvalwater wordt via het rioolstelsel afgevoerd naar een rioolgemaal aan de Rokkeveenseweg en het hemelwater naar het oppervlakte water.

Binnen de zones van watergangen en waterkeringen in dit gebied is de keur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard van toepassing. Ook in die keur zijn verbods- en gebodsbepalingen opgenomen waarmee de waterstaatkundige aspecten van de waterkeringen worden beschermd.

In het bestemmingsplan zijn de watergangen binnen het plangebied bestemd als 'Water'. De waterkeringen rondom de Dorpsstraat zijn, met inbegrip van de beschermzones, naar opgave van de Hoogheemraadschappen bestemd voor 'Waterstaat - Waterkering'.

5.5.2 Ontwikkelingen in het plan in relatie tot water

In de beheergebieden van beide Hoogeemraadschappen geldt dat indien er sprake is van een toename van verhard oppervlak met meer dan 500 m² ten opzichte van de huidige stituatie, deze toename gecompenseerd moet worden door het realiseren van aanvullende waterberging. Uit een inventarisatie van de beoogde ontwikkelingen blijkt dat op een aantal locaties mogelijk sprake zal zijn toename van de veharding, omdat een aantal ontwikkellocaties op dit moment (deels) onverhard is. Om deze reden dient te worden voorzien in extra waterberging.

Het gaat hierbij om de volgende locaties:

  • A. Denemarkenlaan (bestemming Gemengd -7 Uit te werken): deze locatie is momenteel gedeeltelijk verhard en in gebruik als parkeerterrein. Het overige gedeelte is onverhard.
  • B. Centrum - Oost (bestemming Sport): deze locatie is momenteel onverhard.
  • D. Centrum - West (bestemming Gemengd - 8 Uit te werken): deze locatie is momenteel gedeeltelijk verhard.

Aangezien op twee van de drie bovenstaande locaties in dit bestemmingsplan een uit te werken bestemming rust, en nog geen concrete plannen bestaan, is in de uitwerkingsregels opgenomen dat voldaan moet worden aan de watercompensatienorm van het Hoogheemraadschap.

De bovengenoemde locaties liggen binnen het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. In overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland is bekeken of bepaalde ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt in haar beheergebied eventueel de noodzaak van extra waterberging met zich meebrengen. Het gaat hier om de ontwikkellocaties, die in paragraaf 4.2 reeds aan de orde gesteld zijn. In de beleidsregel van het Hoogheemraadschap van Rijnland over de toename van verharding staat aangegeven dat een toename aan verharding mag worden gecompenseerd door een afname verharding (ook uit het verleden) als er sprake is van één eigenaar en mits die eigenaar kan aantonen (op basis van luchtfoto's en bouwtekeningen) dat er sprake is van een afname verharding. Voor objecten die voor 2006 zijn geplaatst (en daarna weggehaald) hoeft geen watercompensatie plaats te vinden, omdat er toen nog geen beleid voor was.

Voor de locatie Centrum-Oost geldt dat deze locatie in het verleden verhard is geweest. Op deze locatie stond de voormalige Prins Willem-Alexander ijshal. De ijshal (officieel tafeltennis- en ijshockeycentrum) is gebouwd op grond van een bouwvergunning uit 1981. In 2002 is voor de ijshal een sloopvergunning verleend, waarna het gebouw is afgebroken en de verharding is verwijderd. Op grond van de beleidsregel van het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt geconcludeerd dat geen watercompensatie noodzakelijk is op de locatie Centrum-Oost.

Bij het daadwerkelijk bebouwen van de ontwikkellocaties dient het gebruik van uitlogende bouwmaterialen te worden voorkomen. Dit ter voorkoming van verontreiniging van het hemel- en oppervlaktewater.