direct naar inhoud van 5.3 Bodemkwaliteit
Plan: Stadscentrum / Dorpsstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00017-0004

5.3 Bodemkwaliteit

Mede ter beoordeling van de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is inzicht vereist in de kwaliteit van de bodem. Omdat de bodemkwaliteit medebepalend is voor de vraag welke nieuwe functies in een gebied realiseerbaar zijn, is onderzoek naar eventuele beperkingen aan het bodemgebruik noodzakelijk. Hiertoe dient bodemonderzoek te worden verricht.

5.3.1 Bodemonderzoek

Stadscentrum
Het Stadscentrum wordt beschouwd als een gebied waar weinig bodembedreigende activiteiten plaatsvinden of hebben gevonden. Dit wordt bevestigd door de resultaten uit de inventarisatie van de bodemonderzoeken die als Bijlage 6 bij dit bestemmingsplan is gevoegd. De locaties waar nog bodembedreigend activiteiten plaatsvinden zijn de garage en het pompstation aan de Europaweg 5 en in mindere mate aan de Brusselstraat 4, waar de (bedrijfs)gebouwen zijn gevestigd van de politie en de brandweer.
Op de locatie nabij de Voorweg (onder Centrum-West) kunnen mogelijk verhoogde achtergrondconcentraties in de grond (zware metalen, PAK en asbest) aangetroffen worden. Ook nabij de voormalige bedrijfslocatie van de J.L. van Rijweg (nabij splitsing tracé lightrail) kunnen verontreinigingen aangetroffen worden.
Hoewel sprake is van een conserverend karakter van het bestemmingsplan, is er een aantal onbenutte bouwlocaties. Bij herontwikkeling en de aanvraag van bepaalde bouwaanvragen dient, voor zover dat nog niet gedaan is, bodemonderzoek conform de NEN 5470 plaats te vinden. Dit moet per locatie bepaald worden. Naar verwachting zullen er geen belemmeringen aangetoond worden ten aanzien van (her)ontwikkeling van locaties. Ook wat betreft het omvormen van locaties, bijvoorbeeld van kantoorbestemming naar woonbestemming worden geen risico's verwacht met betrekking tot bodemverontreiniging.

Dorpstraat
In het gebied van de Dorpsstraat, Vlamingstraat, Delftsewallen, Leidsewallen en Schinkelweg hebben in de loop van de eeuwen veel (vaak kleinschalige) bedrijven gezeten. Daarnaast is sprake van ophooglagen met puin e.d. Uit bijgevoegde inventarisatie Bijlage 7 blijkt dat hier sterke verontreinigingen met zware metalen, asbest en PAK in de grond verwacht kunnen worden. Hierdoor moet dus altijd rekening gehouden worden met een saneringsnoodzaak bij herontwikkeling of aanvragen om een omgevingsvergunning. De gebieden verder weg van de Dorpsstraat, bijvoorbeeld Osylaan, Meidoornlaan zijn in het algemeen schoner.
Bij herontwikkeling en de aanvraag om omgevingsvergunningen dient, voor zover dat nog niet gedaan is, bodemonderzoek conform de NEN 5470 plaats te vinden en dient rekening gehouden te worden met de potentiële noodzaak tot het nemen van sanerende maatregelen. Dit moet per adres/locatie bepaald worden.

5.3.2 Conclusies

Volgens de bodemzoneringskaart van de gemeente Zoetermeer is het grootste gedeelte van het plangebied ingedeeld in zone G1. Dit houdt in dat de bodem over het algemeen niet tot plaatselijk licht verontreinigd is.