direct naar inhoud van 3.3 Verkeer en vervoer
Plan: Stadscentrum / Dorpsstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00017-0004

3.3 Verkeer en vervoer

3.3.1 Autoverkeer

In Zoetermeer worden de wegen volgens het principe van Duurzaam Veilig vormgegeven. Dit is vastgelegd in de Nota Duurzaam Veilig 1e fase uit 1998 en de Nota Mobiliteit uit 2005. Het betekent dat wegen worden verdeeld in categorieën. Aan deze categorieën zijn snelheid, gebruik en inrichting gekoppeld. Doel is het verhogen van de herkenbaarheid en de verkeersveiligheid. De wegen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën (zie figuur 3.8):

Stroomwegen
Stroomwegen zijn onderdeel van het hoofdwegenstelsel van Zoetermeer. De wegen hebben als functie het snel afwikkelen van grote hoeveelheden doorgaand verkeer. Deze wegen verbinden wijken met elkaar en leiden het verkeer naar de rijksweg A12 en de provinciale wegen. De maximum toegestane snelheid op stroomwegen bedraagt waar mogelijk 70 km/uur. De gemeentelijke stroomwegen ten behoeve van de ontsluiting van het Stadshart-Dorpsstraat zijn in de eerste plaats de Europaweg en Afrikaweg, en wat verder weg gelegen, de Oostweg en de Australieweg. Daarnaast fungeert de rijksweg A12 als stroomweg op het schaalniveau van het Rijk. Langzaam verkeer wordt niet via de stroomwegen afgewikkeld en kruist de stroomwegen uitsluitend ongelijkvloers of via verkeerslichten.

Gebiedsontsluitingswegen
Gebiedsontsluitingswegen hebben als functie het verdelen en verzamelen van verkeer en het bereikbaar maken van wonen en bedrijven. Voor fietsers zijn er vrijliggende fietspaden of fietsstroken. De maximum snelheid bedraagt 50 km/uur. Het betreffen o.a. de Schoolstraat, Denemarkenlaan, Italiëlaan, Duitslandlaan, Luxemburglaan, Nederlandlaan en Canadalaan. De Leidsewallen en Delftsewallen vormen tevens een gebiedsontsluitingsweg, maar voor deze wegen geldt een snelheidregime van maximaal 30 km/uur
Buiten het plangebied, maar wel in de directe nabijheid, bevinden zich ook diverse gebiedsontsluitingswegen. Deze dragen bij aan de ontsluiting van het plangebied. Het betreft o.a. de Van Leeuwenhoeklaan, Willem de Zwijgerlaan, Oranjelaan, Karel Doormanlaan, Piet Heinstraat, Schoolstraat, Osylaan, Binnenweg, Bleiswijkseweg, Fokkerstraat, Van der Hagenstraat, Van Aalstlaan, Van Diestlaan en J.L. van Rijweg.

Erftoegangswegen
Dit type wegen is onderdeel van een woon- of verblijfsgebied en heeft als belangrijkste functie het rechtstreeks ontsluiten van particuliere en openbare percelen. Op erftoegangswegen staat de verblijfsfunctie voorop en niet de verkeersfunctie. Er is geen sprake van een hoog percentage doorgaand verkeer. Fietsers rijden in principe over de rijbaan. Dit type wegen heeft een 30 km/uur regime of is een woonerf.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00017-0004_0013.jpg"

Figuur 3.8 Wegencategorisering

3.3.2 Fietsverkeer

In 1998 is het Fietsplan vastgesteld met als doel het bevorderen van het fietsgebruik in en rondom Zoetermeer en het verbeteren van de kwaliteit van het netwerk van fietspaden. Het Fietsplan geeft een integrale visie op de fietsroutes in Zoetermeer, waarbinnen onder andere voorstellen worden gedaan ter verbetering van het fietsnetwerk in Zoetermeer en welke nieuwe plannen voor het fietsverkeer ontwikkeld kunnen worden. In het Fietsplan is het fietsnetwerk onderverdeeld in drie functies: hoofdnetwerk/regionaal netwerk, verbindend netwerk en ontsluitend netwerk. Zie figuur 3.9 voor het overzicht.

Het regionale fietsnetwerk verbindt Zoetermeer met de omliggende gemeenten. Overwest en de fietspaden langs de Europalaan maken onderdeel uit van het regionale fietsnetwerk.
Het hoofdnetwerk zorgt voor een goede bereikbaarheid binnen Zoetermeer en kan een schakel binnen het regionale netwerk zijn. Daarnaast ontsluiten de hoofdfietsroutes het centrumgebied en verzorgen ze verbindingen met de rest van Zoetermeer. De Leidsewallen, de Dorpsstraat, 1e Stationsstraat, Overwest en Europalaan zijn onderdeel van het hoofdfietsnetwerk.

De overige routes maken onderdeel uit van het verbindend en ontsluitend fietsnetwerk. Het verbindend netwerk ondersteunt het hoofdnetwerk en verdeelt het fietsverkeer verder de wijk in. Dit draagt ertoe bij dat voorzieningen ook per fiets vlot en veilig bereikbaar zijn. Dit netwerk bestaat uit de schakels in en tussen het Stadscentrum cq. Dorpsstraat en het hoofdfietsnetwerk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00017-0004_0014.jpg"

Figuur 3.9 Fietsnetwerk

3.3.3 Openbaar vervoer

Railgebonden openbaar vervoer

De dragers van het openbaar vervoer in Zoetermeer zijn de spoorlijn Den Haag – Gouda en de Randstadraillijnen 3 en 4. De stations aan de spoorlijn Den Haag – Gouda liggen buiten het bestemmingsplangebied.
RandstadRail is een netwerk van sneltramverbindingen in de regio Haaglanden/Rotterdam. Met de dienstregeling die is ingegaan per 12 december 2011 rijdt in Zoetermeer lijn 3 over de "krakeling" en lijn 4 rijdt naar Oosterheem. Op zowel de "krakeling" als de tak naar Oosterheem is sprake van een hoge frequentie in de spitsuren en een lagere frequentie in de daluren. In het plangebied liggen de RandstadRail haltes: 'Centrum West' en 'Stadhuis'. Vlakbij het plangebied ligt de RandstadRail halte 'Dorp'.

Busvervoer
Centrum West is het knooppunt van het regionale openbaar vervoer in Zoetermeer. Hier ligt niet alleen een RandstadRail halte maar komen tevens alle busverbindingen samen. Langs de Europaweg en de Afrikaweg liggen busstroken zodat de lijnbusdiensten geen hinder van congestie ondervinden.

Over de Afrikaweg en Europaweg rijden diverse buslijnen. Een busroute loopt via de Luxemburglaan, Duitslandlaan, Italiëlaan naar de Dorpsstraat (en verder). Een andere busroute loopt via de Denemarkenlaan, Italiëlaan naar de Dorpsstraat (en verder).

3.3.4 Parkeren

De parkeervoorzieningen in het plangebied bestaan uit grootschalige parkeergarages (met name in het Stadshart en Woonhart), openbare parkeerthema's en een groot aantal parkeerplaatsen op eigen terrein (garage, bewonersparkeren (beugels), carport, tuinparkeerplaats). In de huidige situatie is het aantal parkeerplaatsen in het openbaar gebied afgestemd op het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein. Om oneigenlijke parkeerdruk in de woonbuurten te voorkomen, is het van belang dat de op eigen terrein gerealiseerde parkeervoorzieningen ook als zodanig behouden blijven en gebruikt worden.

Het onderzoeksbureau Empaction heeft in augustus t/m oktober 2011 de parkeerdruk rondom de Dorpsstraat onderzocht. De drukste momenten blijken de vrijdagavond (koopavond) en zaterdagmiddag te zijn. Het blijkt dat in de Dorpsstraat ten westen van de Leidsewallen ruim voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn. De Dorpsstraat ten oosten van de Leidsewallen heeft een hoge parkeerdruk maar de parkeerdruk blijft op de drukste momenten voor het gebied als geheel beneden de 85%. Op individuele parkeerterreinen kan de parkeerdruk wel hoger zijn maar daar staat tegenover dat andere parkeerterreinen minder druk zijn.

Bureau De Groot Volker heeft in december 2009 een parkeeronderzoek uitgevoerd naar het Stadshart. De conclusie hiervan is dat de drukste momenten vrijdagavond en zaterdag zijn. De parkeerdruk blijft in beide gevallen beneden de 85%. In de parkeergarages mag de eerste drie uur gratis geparkeerd worden, m.u.v. de parkeergarage bij het Woonhart, waar de eerste twee uur gratis geparkeerd mag worden. Op maaiveld dient vanaf het eerste uur betaald te worden. In een schil rondom Stadshart en Dorpsstraat ligt een blauwe zone om uitwijkgedrag tegen te gaan. Bewoners in de blauwe zone kunnen bij de gemeente een ontheffing aanvragen om in de blauwe zone te mogen parkeren.

De gemeente Zoetermeer zal ook in de toekomst regelmatig tellingen houden of laten houden i.s.m. de Winkeliersvereniging Dorpscentrum Zoetermeer en vastgoedvereniging BOGOZ om de ontwikkeling in het parkeren te monitoren.