direct naar inhoud van Artikel 8 Detailhandel
Plan: Stadscentrum / Dorpsstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00017-0004

Artikel 8 Detailhandel

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. één bedrijfswoning ter plaatse van de eerste verdieping;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. kunstwerken
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. objecten van beeldende kunst;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. reclameobjecten;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • k. water;
  • l. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

8.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de in lid 8.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemming 'Waarde - Archeologie' is primair het bepaalde in artikel 32 van toepassing.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan met een aanduiding in het maatvoeringsvlak is aangegeven.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erfafscheiding mag achter en in de voorgevelrooilijn maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een erfafscheiding mag voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten, speelobjecten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.2 onder a en b, voor het bouwen van een terreinafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van motorvoertuigen, caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen en/of aanduidingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 3' te wijzigen in de bestemming 'Gemengd - 7' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. in het wijzigingsplan wordt een bouwvlak opgenomen waarvan de voorgevelrooilijn parallel dient te lopen aan de Delftsewallen;
  • b. de diepte van het bouwvlak, gemeten vanaf de Delftsewallen, mag niet meer dan 30 m bedragen;
  • c. de maximale goothoogte mag 11 m en de maximale bouwhoogte mag 13 m bedragen;
  • d. in het wijzigingsplan dient een parkeervoorziening voor minimaal 65 parkeerplaatsen te worden opgenomen;
  • e. wijziging is uitsluitend toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder niet op belemmeringen stuit;
  • f. wijziging is uitsluitend toegestaan indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies;
  • g. uit bodemonderzoek moet blijken dat de bodem geschikt is voor de ter plaatse beoogde functie(s);
  • h. de geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten binnen het wijzigingsgebied mag niet meer bedragen dan de voorkeursgrenswaarde volgens de Wet Geluidhinder dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde door het bevoegde gezag;
  • i. ten tijde van de vaststelling van het wijzigingsplan dient er ook een exploitatieplan vastgesteld te worden, tenzij de (exploitatie)kosten anderszins verzekerd zijn.