direct naar inhoud van Artikel 26 Wonen
Plan: Stadscentrum / Dorpsstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00017-0004

Artikel 26 Wonen

26.1 Bestemmingsomschrijving
26.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • b. erfbebouwing;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens detailhandel tot en met categorie A van de in de bijlagen bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging Stadscentrum/Dorpsstraat en uitsluitend op de eerste verdieping;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens dienstverlening tot en met categorie A van de in de bijlage bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging Stadscentrum/Dorpsstraat en uitsluitend op de eerste verdieping;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', horeca tot en met categorie 2 van de in de bijlagen bij deze regels behorende Staat van Horeca-activiteiten en uitsluitend op de begane grond;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een ondergrondse parkeergarage;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - berging' uitsluitend een berging ten dienste van een woning op het bijbehorende perceel;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - carport' uitsluitend een carport ten dienste van een woning op het bijbehorende perceel;

met daaraan ondergeschikt:

  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. kunstwerken;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. speelvoorzieningen;
  • n. objecten van beeldende kunst;
  • o. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • p. wegen en paden; 
  • q. tuinen en erven;
  • r. water,

met de daarbijbehorende bouwwerken.

26.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 26.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

26.2 Bouwregels
26.2.1 Gebouwen
  • a. hoofdgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven. Als er geen maatvoeringsvlak is opgenomen bedraagt de maximale goothoogte 6 m en de maximale bouwhoogte 10 m;
  • d. de binnen een bouwvlak gelegen gebouwen moeten worden afgedekt met een kap;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' is een platte afdekking toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte voorgevel (m)' mag de goothoogte ter plaatse van de voorgevel niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte achtergevel (m)' mag de goothoogte ter plaatse van de achtergevel niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient ten behoeve van een vrije doorgang een bebouwingsvrije hoogte van minimaal 2,6 m in acht te worden genomen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn parkeervoorzieningen slechts toegestaan voor zover gebouwd onder peil, met uitzondering van de toegangen en stijgpunten;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - arcade' mag uitsluitend zodanig worden gebouwd dat op maaiveldniveau een ononderbroken doorgang aanwezig is van tenminste een vrije hoogte van 2,2 m.
26.2.2 Erfbebouwing
  • a. erfbebouwing mag uitsluitend worden opgericht vanaf 1 m achter de voorgevelrooilijn;
  • b. op bouwpercelen waarvan de oppervlakte kleiner is dan 300 m2 mag de gezamenlijke oppervlakte aan erfbebouwing maximaal 60% van de oppervlakte van het bouwperceel tot een maximum van 60 m² bedragen;
  • c. op bouwpercelen waarvan de oppervlakte groter is dan 300 m2 mag de gezamenlijke oppervlakte aan erfbebouwing maximaal 20% van de oppervlakte van het bouwperceel bedragen;
  • d. van erfbebouwing mag de goothoogte niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw en mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 5 m;
  • e. een uitbreiding van het hoofdgebouw danwel erfbebouwing, gelegen binnen het bouwvlak, mag een goothoogte en bouwhoogte hebben die gelijk is aan het hoofdgebouw;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - berging' mag de bouwhoogte maximaal 3 m bedragen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - carport' mag de bouwhoogte maximaal 3 m bedragen;
  • h. ingeval op het moment van de inwerkingtreding van dit plan de situering van de erfbebouwing afwijkt van hetgeen is bepaald in lid 26.2.2, onder a, dan mag tevens op de bestaande locatie erfbebouwing worden opgericht;
  • i. ingeval op het moment van de inwerkingtreding van dit plan de goothoogte, bouwhoogte en/of oppervlakte van de erfbebouwing groter is dan bepaald in lid 26.2.2, onder b tot en met g, dan geldt de bestaande maat als maximale maat.
26.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
26.3 Specifieke gebruiksregels
26.3.1 Algemeen

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van motorvoertuigen, caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel met uitzondering van een webshop en horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.
26.3.2 Aan huis verbonden beroep of bedrijf

Gebruik van gedeelten van de woning en de erfbebouwing voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de beroeps- of bedrijfsuitoefening vindt plaats in of in het bijgebouw bij een woning;
  • b. indien voor de uitoefening van het beroep of bedrijf tevens gebruik wordt gemaakt van erfbebouwing dient deze te zijn gelegen achter de voorgevelrooilijn;
  • c. de bedrijfsvloeroppervlakte (bvo) mag niet meer bedragen dan de helft van de oppervlakte van de woning en de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 60 m2;
  • d. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in het openbaar gebied conform de gemeentelijke parkeernota;
  • e. het beroep of de activiteit dient door de bewoner(s) te worden uitgeoefend; er is maximaal 1 fte extra in dienstverband toegestaan;
  • f. een webshop is alleen toegestaan als geen afhaalpunt wordt gerealiseerd en geen uitstalling van producten plaatsvindt.