direct naar inhoud van Artikel 21 Verkeer - Railverkeer
Plan: Rokkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00010-0004

Artikel 21 Verkeer - Railverkeer

21.1 Bestemmingsomschrijving
21.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug' tevens:
    • 1. een stationsgebouw;
    • 2. ondergeschikte detailhandel met een winkelvloeroppervlak van maximaal 100 m² ten dienste van de gebruikers van het stationsgebouw;
    • 3. ondergeschikte horeca met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 70 m2 ten dienste van de gebruikers van het stationsgebouw;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens de doeleinden van 'Verkeer', zoals omschreven in artikel 20.1 van dit plan;
  • d. fietsenstallingen;
  • e. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. objecten van beeldende kunst;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. reclameobjecten;
  • l. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • m. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • n. water;
  • o. wegen, fietspaden en/of -stroken en voetpaden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

21.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 21.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

21.2 Bouwregels
21.2.1 Gebouwen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug' mag de bouwhoogte van een gebouw niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • b. de bouwhoogte van overige gebouwen mag, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaven, maximaal 5 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug', moet de vrije doorrijhoogte, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaven, minimaal 4,6 m bedragen.
21.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

  • a. de bouwhoogte van geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen, objecten van beeldende kunst, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en de regeling van het railverkeer mag, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaven, maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en de regeling van het verkeer, mag maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van kunstwerken mag maximaal 15 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 6 m bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduidingen 'brug' en 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug' mag de bouwhoogte van kunstwerken niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • g. ter plaatse van de aanduidingen 'brug' en 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug', moet de vrije doorrijhoogte, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaven, minimaal 4,6 m bedragen.
21.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca met uitzondering van ondergeschikte detailhandel met een winkelvloeroppervlak van maximaal 100 m² ten dienste van de gebruikers van het stationsgebouw;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.