direct naar inhoud van Artikel 18 Sport - Manege
Plan: Rokkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00010-0004

Artikel 18 Sport - Manege

18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een manege;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', bedrijfswoningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. kunstwerken;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. objecten van beeldende kunst;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • j. waterpartijen en waterlopen;
  • k. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

18.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 18.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • e. de inhoud van een bedrijfswoning mag, met inbegrip van aanbouwen en uitbouwen, niet meer bedragen dan 600 m³;
18.2.2 Erfbebouwing bij een bedrijfswoning
  • a. in afwijking van het bepaalde in lid 18.2.1 mag erfbebouwing behorende bij de bedrijfswoning uitsluitend worden opgericht vanaf 1 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning;
  • b. de totale oppervlakte van erfbebouwing per bedrijfswoning mag maximaal 60 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van erfbebouwing bij de bedrijfswoning mag maximaal 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw van een bedrijfswoning bedragen;
  • d. de bouwhoogte van erfbebouwing bij de bedrijfswoning mag maximaal 5 m bedragen.
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag achter en in de voorgevelrooilijn maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst, speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag binnen het bouwvlak maximaal 9 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag buiten het bouwvlak maximaal 1,5 m bedragen.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Afwijken ten behoeve van erf- of terreinafscheiding

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning het afwijken van het bepaalde in lid 18.2.3 onder a en b voor het bouwen van een erf- of terreinafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
18.4 Specifieke gebruiksregels
18.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca, met uitzondering van vormen van niet-zelfstandige horeca ten dienste van de gebruikers van de manege;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • h. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.