direct naar inhoud van 5.1 De milieueffectrapportageplicht of de milieueffectbeoordelingsplicht
Plan: Buytenwegh 2007
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00009-0004

5.1 De milieueffectrapportageplicht of de milieueffectbeoordelingsplicht

In de Europese Richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 (de zgn. Richtlijn Strategische Milieu-beoordeling, hierna kortweg: de SMB-Richtlijn) wordt - onder meer - aangegeven dat bij de voorbereiding van en besluitvorming over bepaalde plannen en programma's een milieubeoordeling moet worden uitgevoerd. Onder "plannen en programma's" worden in dit verband in de Nederlandse context - onder meer - bestemmingsplannen verstaan die het kader vormen voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor de in bijlage I en II bij Richtlijn 85/337/EEG genoemde projecten of waarvoor een beoordeling vereist is op grond van Richtlijn 92/43/EEG (de Habitatrichtlijn).

Deze laatstgenoemde Richtlijn (met bijlagen) is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving, door middel van een aanpassing van de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage 1994. De wijzigingen zijn in werking getreden op 28 september 2006.

Naar aanleiding van deze wijzigingen in de wetgeving dienen de milieu-effecten van een plan in kaart gebracht te worden (de plan-milieu-effectrapportage), net zoals nu voor bepaalde activiteiten een milieu-effectrapport (MER) dient te worden opgesteld.

De plan-milieu-effectrapportage is voorgeschreven in drie gevallen:

  • indien een in het nieuwe Besluit m.e.r. aangewezen plan een kader vormt voor één of meerdere m.e.r.-plichtige of m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten die ook zijn aangewezen in het nieuwe Besluit m.e.r. (artikel 7.2 Wm);
  • indien er sprake is van de voorbereiding van een wettelijk of bestuursrechtelijk voorgeschreven plan, waarvoor, vanwege de daarin voorgenomen activiteit, een passende beoordeling op grond van artikel 6 of 7 van de Europese Habitatrichtlijn (92/43/EEG) moet worden gemaakt (artikel 7.2a Wm);
  • indien in een provinciale milieuverordening plannen daartoe zijn aangewezen (artikel 7.6 Wm).

Voor het bestemmingsplan is onderzocht of één van de hierboven genoemde gevallen of activiteiten zich voordoen in het plangebied Buytenwegh, waardoor er een milieueffectrapportage of een merbeoordelingsrapportage opgesteld dient te worden. Dat is echter niet het geval.