direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Stadscentrum Zuid (Culturele As)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00008-0004

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1 Doeleinden

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garagebox' uitsluitend garages en bergingen ten dienste van woningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. toegangswegen en paden;
  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. terreinafscheidingen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. objecten van beeldende kunst;
  • i. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. water,

met de daarbij behorende bouwwerken.

16.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 16.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemmingen 'Waarde - Archeologie' en 'Waterstaat - Waterkering', is primair het bepaalde in de artikelen 18 en 19 van toepassing.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt 10 m tenzij het bepaalde in het maatvoeringsvlak een andere hoogte aangeeft;
  • c. de maximale goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven;
  • d. waar in een bouwvlak een 'maximale goothoogte voorgevel' is aangegeven, geldt de maximale goothoogte voorgevel tot 4 m achter de voorste bouwgrens;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient, ten behoeve van een vrije doorgang, een bebouwingsvrije hoogte van minimaal 2,6 m in acht te worden genomen. Deze bebouwingsvrije hoogte wordt gemeten vanaf aansluitend afgewerkt terrein;
16.2.2 Erfbebouwing
  • a. erfbebouwing mag uitsluitend worden opgericht vanaf 1 m achter de voorgevelrooilijn;
  • b. op bouwpercelen waarvan de oppervlakte kleiner is dan 300 m2 mag de gezamenlijke oppervlakte aan erfbebouwing maximaal 60 % van de oppervlakte van het erf, tot een maximum van 60 m2, bedragen;
  • c. op bouwpercelen waarvan de oppervlakte groter is dan 300 m2 mag de gezamenlijke oppervlakte aan erfbebouwing maximaal 20 % van de oppervlakte van het erf bedragen;
  • d. van aan- en uitbouwen mag de goothoogte niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw en mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 5 m;
  • e. de maximale goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3 m en de maximale hoogte niet meer dan 5 m;
  • f. de maximale goothoogte en bouwhoogte van een uitbreiding van het hoofdgebouw of erfbebouwing, die is gelegen binnen het bouwvlak mogen niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven;
  • g. de maximale hoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • h. ingeval op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan een grotere goothoogte, bouwhoogte en/of oppervlakte van de erfbebouwing bestaat dan is bepaald in lid 16.2.2 onder b tot en met g, dan geldt de bestaande maat als maximale maat;
  • i. ingeval op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan de situering van de erfbebouwing afwijkt van hetgeen is bepaald in lid 16.2.2 onder a, dan mag ook op de bestaande locatie erfbebouwing worden opgericht.
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een terreinafscheiding mag, voor zover gelegen achter en in de voorgevelrooilijn maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een terreinafscheiding mag, voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten, speelvoorzieningen en lichtmasten mag maximaal 6 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 10 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.
16.2.4 Garageboxen
  • a. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garagebox' mag maximaal 5 m bedragen en de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garagebox' mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. het behoud van parkeervoorzieningen;
  • e. de aansluiting aan structurele groen- en waterelementen;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
16.4 Afwijken van de bouwregels
16.4.1 Overkappingen voor de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport' door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.2 onder a, voor het oprichten van overkappingen voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn onder de volgende voorwaarden:

  • a. de overkapping moet verbonden zijn met de gevel van de woning;
  • b. er is slechts 1 overkapping per perceel toegestaan met een oppervlakte van maximaal 18 m2 en een bouwhoogte van maximaal 2,8 m;
  • c. de overkapping dient minimaal 0,5 m vanaf de openbare weg te worden gesitueerd.
16.4.2 Terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.3 onder b, voor het bouwen van een terreinafscheiding voor de voorgevelrooilijn met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m mits dit niet leidt tot een aantasting van:

  • a. de sociale veiligheid;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
16.5 Specifieke gebruiksregels
16.5.1 Algemeen

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van motorvoertuigen, caravans, boten en overige zaken anders ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.
16.5.2 Aan huis verbonden beroep of bedrijf

Het gebruik van gedeelten van de woning en erfbebouwing voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de beroeps- of bedrijfsuitoefening vindt plaats in of in het bijgebouw bij de woning;
  • b. indien voor de uitoefening van het beroep of bedrijf tevens gebruik wordt gemaakt van erfbebouwing, dan dient deze te zijn gelegen achter de voorgevelrooilijn;
  • c. de vloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan de helft van de oppervlakte van de woning en aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, tot een maximum van 60 m2;
  • d. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in het openbaar gebied conform de gemeentelijke parkeernota;
  • e. het beroep of de bedrijfsuitoefening dient door één van de bewoners van de woning te worden uitgeoefend. Er is maximaal 1 fte extra in dienstverband toegestaan;
  • f. een webshop is alleen toegestaan als geen afhaalpunt wordt gerealiseerd en geen uitstalling van producten plaatsvindt.