Plan: | Buytenpark |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00007-0004 |
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en bescherming van aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Secundair zijn de in lid 15.1.1 genoemde gronden, bestemd voor de doeleinden zoals omschreven in het eerste lid van respectievelijk Artikel 4, Artikel 5, Artikel 6, Artikel 7, Artikel 11, Artikel 12, met inachtneming van het bepaalde in Artikel 20.
Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid15.2 ten behoeve van een andere aan deze grond toegekende bestemming, indien de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport overlegt waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag wordt verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning de volgende regels verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een afwijking, kan zij advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning de archeologische waarden kunnen worden aangetast, en welke regels eventueel aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden zonder, of in afwijking, van een omgevingsvergunning op of in de gronden de volgende werken of werkzaamheden (niet zijnde bouwwerken) uit te (laten) voeren:
Het onder lid 15.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan of die ten dienste van het archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
De aanvrager van een omgevingsvergunning overlegt een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein die blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het archeologisch onderzoek blijkt dat:
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van de omgevingsvergunning de volgende regels aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning kunnen zij advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning de archeologische waarden kunnen worden aangetast en welke regels eventueel aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.