direct naar inhoud van 6.3 Bestemmingsregels
Plan: Hotel-restaurant de Sniep (Broekwegschouw 207-211)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00004-0004

6.3 Bestemmingsregels

6.3.1 Horeca

De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor horecabedrijven in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij de voorschriften behorende "Staat van horeca-inrichtingen". De Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bieden onvoldoende mogelijkheden om alle relevante vormen van hinder ten gevolge van de aanwezigheid van horeca-inrichtingen te voorkomen. Een Staat van horeca-inrichtingen behorende bij de regels van een bestemmingsplan kan worden gehanteerd als een aanvulling op de reikwijdte van beide genoemde instrumenten.

Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-inrichtingen biedt de zoneringlijst uit de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een goed vertrekpunt. De daarin gehanteerde grove benadering behoeft echter voor de opstelling van een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-inrichtingen aanvulling en nadere motivering.

Bij de opstelling van de Staat van horeca-inrichtingen zijn de volgende vormen van hinder in aanmerking genomen:

  • 1. geluidhinder (zowel door afzonderlijke inrichtingen als cumulatief);
  • 2. verkeersaantrekkende werking;
  • 3. parkeerdruk.

In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is voorts gebruik gemaakt van de volgende ruimtelijk relevante aspecten:

  • 4. de voor de verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden die voor het optreden van hinder uiterst relevant zijn (het Besluit horeca-, sport- recreatie-inrichtingen milieubeheer hanteert immers voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende normen);
  • 5. de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto, brommer of scooter aantrekt.

Op grond hiervan worden drie categorieën onderscheiden in de Staat van horeca-inrichtingen, die is opgenomen als bijlage bij de voorschriften:

Categorie 1 "Lichte horeca"

Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a: aan detailhandel verwante horeca;

1b: overige "lichte" horeca;

1c: bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, te weten:
- bedrijven genoemd in de subcategorie 1a en 1b in de gevallen dat het bedrijfsoppervlak meer dan 250 m² bedraagt;
- restaurants met bezorg- en/of afhaalservice.

Categorie 2 "Middelzware horeca"

Bedrijven die normaal gesproken ook 's nachts geopend zijn en daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken zoals cafés, bars, biljartcentra of zalenverhuur. Tevens vallen onder deze categorie bedrijven die in beginsel overdag en 's avonds geopend zijn met een grote verkeersaantrekkende werking.

Categorie 3 "Zware horeca"

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend moeten zijn en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder met zich mee kunnen brengen (verkeersaantrekkende werking en daarmee gepaard gaande hinder op straat alsmede parkeeroverlast). Hieronder vallen dancings, discotheken en partycentra.

De gronden van het restaurant de Sniep en het hotel zijn in dit bestemmingsplan bestemd voor horecabedrijven, zoals genoemd in de categorie 1 en 2 en partycentrum genoemd in categorie 3 van de bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten, waarbij is aangesloten bij het bestaande gebruik van het restaurant.

Het bestaande restaurant is vastgelegd in een bouwvlak. De bouwhoogte is ook conform de bestaande situatie, een maximale goothoogte respectievelijk bouwhoogte van 7,5 en 10,5 meter. Voor het hotel (met onderbouw) is een bouwvlak opgenomen. Buiten de bouwvlakken mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.3.2 Water

De bestemming "Water" geldt voor de gronden die zijn aangewezen voor waterberging, waterhuishouding met daaraan ondergeschikt voor oeververbindingen ten behoeve van het langzaam verkeer, alsmede voor groenvoorzieningen. Er mogen uitsluitend andere bouwwerken van geringe omvang worden gerealiseerd.