Plan: | Bedrijventerrein de Voortuin A12 Woerden |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0632.devoortuin-bOW1 |
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs-)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfs- of dienstwoning verstaan;
een terras behorende en ten dienst staande van het naastgelegen bedrijf;
Het beeldkwaliteitsplan 'De voortuin van Woerden' behorende bij onderhavig bestemmingsplan en opgenomen in bijlage 1 van de planregels.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door - op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende - vloeren of balklagen wordt begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitzondering van een onderbouw en een zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het opslaan of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van (bedrijfs)percelen;
een groep bedrijfsactiviteiten, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of omringende woonomgeving;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
het al dan niet bebouwde perceelsgedeelte, direct gelegen bij een woning, ingericht ten dienste van het gebruik van deze woning en indien er een bouwvlak voor hoofdgebouwen aanwezig is, gelegen buiten het bouwvlak;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de denkbeeldige lijn op een bouwperceel die in het verlengde ligt van de gevel van het hoofdgebouw;
een groenstrook van tenminste vijf meter breed en drie meter hoog met struiken en bomen die als doel heeft om het bedrijventerrein visueel af te scheiden van aangrenzende woningen;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
een oever waarbij het beheer is gericht op de instandhouding van een natuurlijke vegetatie;
de gemiddelde hoogte van het aan een bouwwerk gelegen aansluitende, afgewerkte maaiveld;
het bestemmingsplan Bedrijventerrein de Voortuin A12 Woerden met identificatienummer NL.IMRO.0632.devoortuin-bVO1 van de gemeente Woerden;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
detailhandel welke vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling ten verkoop, zoals de verkoop, verhuur en/of lease van auto's, boten, caravans, kampeermiddelen, landbouwwerktuigen, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, meubelcentra, woninginrichting, keukens en sanitair; bouwmarkten worden hiertoe niet gerekend;
lijnvormige wateren: rivieren, kanalen, vaarten, grachten, tochten, sloten en singels;
een werk, geen gebouw of bouwwerk zijnde;
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het totaal aan toegestaan gebouwd oppervlak aan fabriekshal, werkplaats, magazijn, kantoor, werkplaats of andere functies gerelateerd aan de bedrijfsvoering. Dit is inclusief constructies zoals buitenmuren, binnenmuren, scheidingsconstructies, seperatiewanden, sanitaire ruimten, lunchruimtes en gangen/ontvangstruimtes en exclusief gebouwde parkeervoorzieningen, de daarvoor benodigde hellingbanen en opstelruimtes voor vrachtwagens of expeditie binnen de gebouwcontouren;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen, voorzieningen ten dienste van duurzame energieopwekking en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van de grond, in beslag genomen door de horizontale projectie van een gebouw;
tussen de bovenzijde van de vloeren van geheel of gedeeltelijk onder elkaar gelegen bouwlagen; indien sprake is van één bouwlaag is de hoogte daarvan gelijk aan de goothoogte.
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met inachtneming van het volgende:
Energie | Electriciteitscentrales |
Schakelstations (hoog, midden & laagspanning) | |
Lokale energiecentrales (onder andere warmtekrachtcentrales) | |
Meet- en regelstations gas | |
ICT en Telecommunicatie | Noodcentrale |
ICT-centra (zgn. server-hubs) | |
Regionale rampenzender | |
Drinkwatervoorziening & RWZI | Drinkwaterpompstations |
Chemie en Nucleair | Vervoersgebonden inrichting |
Ammoniakbedrijven | |
AVR-bedrijven | |
BRZO-bedrijven | |
Propaaninstallaties | |
LPG-installaties | |
Opslagplaatsen gevaarlijke en explosieve stoffen | |
Nucleaire inrichting |
Tabel 3.1 Bedrijven die niet zijn toegestaan
Op en onder de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik met de gegeven bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Van voldoende parkeergelegenheid is sprake indien wordt voldaan aan de parkeernormen zoals opgenomen in de “Nota parkeernormen gemeente Woerden” (vastgesteld op 2 september 2014) of diens rechtsopvolger.
Voorwaardelijke verplichting
Een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of afwijken van het bestemmingsplan wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid
Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het vorenstaande indien wordt aangetoond dat op andere wijze in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Hierbij geldt als voorwaarde dat het bepaalde in het vigerende parkeerbeleid van toepassing is.
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik met de gegeven bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende fietsparkeergelegenheid. Van voldoende parkeergelegenheid is sprake indien wordt voldaan aan de fietsparkeernormen zoals opgenomen in de “Nota parkeernormen gemeente Woerden” (vastgesteld op 2 september 2014) of diens rechtsopvolger.
Voorwaardelijke verplichting
Een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of afwijken van het bestemmingsplan wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende fietsparkeergelegenheid
Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het vorenstaande indien wordt aangetoond dat op andere wijze in voldoende fietsparkeergelegenheid wordt voorzien.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 besluiten:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden zijn geen bouwwerken toegestaan,
met dien verstande dat:
ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-reclame aanduiding' reclame aanduidingen zijn toegestaan, één en ander conform het gestelde in artikel 4.2.2.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – reclame aanduiding', is een reclame aanduiding toegestaan met dien verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen:
De op voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aanwezige archeologische waarden (lage verwachtingswaarde).
In het belang van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en onder de voorwaarde dat de oppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft groter is dan 10.000 m² en de activiteit op een grotere diepte dan 100 cm wordt uitgevoerd:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 sub a voor de overlegging van het aldaar genoemd archeologische rapport indien naar oordeel van een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in andere beschikbare informatie in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden op een diepte van meer dan 100 cm beneden maaiveld en over een oppervlakte van meer dan 10.000 m2 uit te voeren:
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 6.4.1 de volgende regels verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming Waarde - Archeologie te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomen geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van archeologisch onderzoek daartoe aanleiding geeft
De op de verbeelding voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergronds hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere
bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 7.1 bedoelde
gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen
worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan
uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het
bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid
van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij
de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien
geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
7.6.1 Verbod
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding – Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
7.6.2 Uitzondering
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
7.6.3 Belangen
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden
de belangen van de leiding niet schaden.
7.6.4. Advisering
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 7.4.1
wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of
door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden
geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te
voorkomen.
Gronden die eens in aanmerking zijn gekomen bij de verlening van een bouw- of aanlegvergunning blijven bij de beoordeling van latere aanvragen om een dergelijke vergunning -indien hierdoor de oorspronkelijke vergunning niet verleend zou kunnen zijn- buiten beschouwing.
Binnen de aanduiding "Geluidszone - Industrie" is de bouw van geluidsgevoelige objecten uitsluitend toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in de Wet geluidhinder gestelde grenswaarden of de verleende hogere waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mogen geen andere bouwwerken worden gebouwd dan bouwwerken ten behoeve van het wegverkeer.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 9.2.1 voor de bouw van bouwwerken die zijn toegestaan op basis van de aan de gronden gegeven bestemming, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het wegverkeer. Daartoe wordt vooraf advies ingewonnen bij de wegbeheerder.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:
Ten aanzien van de toepassing van de in artikel 10.1 genoemde afwijkingsmogelijkheden gelden de volgende voorwaarden.
Lid 11.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein de Voortuin A12 Woerden.