Plan: | Keervoorziening Molenvliet |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0632.bpkeervoorziening-bOH1 |
In het kader van de voorgenomen aanleg van een keerspoor aan de noordzijde van de huidige spoorbaan, zal het baanlichaam verbreed moeten worden. Deze verbreding en dus groter ruimtebeslag, houdt in dat de noordelijke spoorsloot moet worden verplaatst. Dit betekent een aanpassing in de waterhuishouding. Het gebied valt in het waterkwantiteit- en kwaliteitsbeheer van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), die derhalve het bevoegd gezag is, en randvoorwaardenstellend optreedt bij aanpassingen aan de waterhuishouding. Rekening houdend met deze eisen is beoordeeld op welke wijze de waterhuishouding dient te worden aangepast, om de keervoorziening te kunnen realiseren. Het gehele waterhuishoudkundig plan is opgenomen in bijlage 2 (losse bijlagenboek).
Het belangrijkste aandachtspunt waar in het plan bij stilgestaan wordt heeft betrekking op de verlegging van de sloot. Aangezien het spoor ten behoeve van de keervoorziening wordt verbreed heeft dit gevolgen voor de langs gelegen sloot. De aanleg van de keervoorziening leidt tot een demping van circa 3.620 m2 aan oppervlaktewater. Dit aantal wordt met circa 4.334 m2 elders langs het spoor ruimschoots gecompenseerd. Uit de berekening volgt dat wordt voldaan aan de compensatie-eis. Netto wordt het wateroppervlak met circa 714 m2 vergroot.
Het tweede aandachtspunt gaat in op tijdelijke situatie tijdens de bouwfase. Tijdens de bouwfase dient voldaan te worden aan de onderstaande punten:
In het overleg van 11 juni 2009 heeft het Hoogheemraadschap aangegeven dat mogelijk ter plaatse van de volkstuinen (km 1.56 – 1.75) tijdelijke maatregelen moeten worden getroffen.
In de vooroverlegreactie van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden van 14 juli 2009 heeft het hoogheemraadschap aan gegeven akkoord te gaan met de ontwikkeling van het voorgenomen plan.