Plan: | Parapluplan Woerden 2 (archeologie) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0632.bparcheologie-bVA1 |
Het Parapluplan Woerden 2 (archeologie) van de gemeente Woerden.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0632.bparcheologie-bVA1 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
De beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.
Onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1 van de Erfgoedwet (2016) beschikt en werkend conform de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Een rapport waarin de resultaten van archeologisch onderzoek zijn vastgelegd en dat voldoet aan de normen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
De aan een gebied toegekende waarde of verwachtingswaarde in verband met de in dat gebied aanwezige of aantoonbaar te verwachten archeologische sporen en vondsten.
Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie. Wettelijk verplichte richtlijn voor de uitvoering van archeologisch onderzoek die door de beroepsgroep van archeologen wordt gehanteerd.
Onderhoud dat, gelet op de medebestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen, die tot de betreffende medebestemming behoren.
Het document dat is opgesteld op basis van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het bevoegd gezag.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag niet worden gebouwd, tenzij het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende bouwwerken:
Het bevoegd gezag kan middels de afgifte van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden op of in de gronden als bedoeld in artikel 3.1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 1" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind, de bestemming wordt gewijzigd naar een andere dubbelbestemming Waarde-archeologie of in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor "Waarde - Archeologie 2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) of functie(s), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
De in dit artikel opgenomen regels zijn niet van toepassing op gronden die op de Beleidskaart Woerden zijn aangeduid als "overig water".
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dieper dan 0,30 meter onder maaiveld uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 dient een archeologisch rapport bij de aanvraag van een omgevingsvergunning te worden ingediend en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
Het verbod van lid 4.4.1 en de onderzoeksplicht van lid 4.4.2 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 2" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind, de bestemming wordt gewijzigd naar een andere dubbelbestemming Waarde-archeologie of in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor "Waarde - Archeologie 3" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) of functie(s), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
De in dit artikel opgenomen regels zijn niet van toepassing op gronden die op de Beleidskaart Woerden zijn aangeduid als "overig water".
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dieper dan 0,30 meter onder maaiveld uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 dient een archeologisch rapport bij de aanvraag van een omgevingsvergunning te worden ingediend en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
Het verbod van lid 5.4.1 en de onderzoeksplicht van lid 5.4.2 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 3" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind, de bestemming wordt gewijzigd naar een andere dubbelbestemming Waarde-archeologie of in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor "Waarde - Archeologie 4" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) of functie(s), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
De in dit artikel opgenomen regels zijn niet van toepassing op gronden die op de Beleidskaart Woerden zijn aangeduid als "overig water".
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dieper dan 0,30 meter onder maaiveld uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 dient een archeologisch rapport bij de aanvraag van een omgevingsvergunning te worden ingediend en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
Het verbod van lid 6.4.1 en de onderzoeksplicht van lid 6.4.2 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 4" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind, de bestemming wordt gewijzigd naar een andere dubbelbestemming Waarde-archeologie of in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor "Waarde - Archeologie 5" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) of functie(s), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
De in dit artikel opgenomen regels zijn niet van toepassing op gronden die op de Beleidskaart Woerden zijn aangeduid als "overig water".
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dieper dan 1,0 meter onder maaiveld uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 dient een archeologisch rapport bij de aanvraag van een omgevingsvergunning te worden ingediend en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
Het verbod van lid 7.4.1 en de onderzoeksplicht van lid 7.4.2 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 5" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind, de bestemming wordt gewijzigd naar een andere dubbelbestemming Waarde-archeologie of in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor "Waarde - Archeologie 6" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) of functie(s), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
De in dit artikel opgenomen regels zijn niet van toepassing op gronden die op de Beleidskaart Woerden zijn aangeduid als "overig water".
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dieper dan 1,0 meter onder maaiveld uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 8.4.1 dient een archeologisch rapport bij de aanvraag van een omgevingsvergunning te worden ingediend en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
Het verbod van lid 8.4.1 en de onderzoeksplicht van lid 8.4.2 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 6" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind, de bestemming wordt gewijzigd naar een andere dubbelbestemming Waarde-archeologie of in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor "Waarde - Archeologie 7 (waterbodem)" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) of functie(s), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 7 (waterbodem)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dieper dan 0,3 meter onder de vaste waterbodem uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 dient een archeologisch rapport bij de aanvraag van een omgevingsvergunning te worden ingediend en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
Het verbod van lid 9.4.1 en de onderzoeksplicht van lid 9.4.2 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen archeologisch deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 7 (waterbodem)" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind, de bestemming wordt gewijzigd naar een andere dubbelbestemming Waarde-archeologie of in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
Gronden die eens in aanmerking zijn gekomen bij de verlening van een omgevingsvergunning blijven bij de beoordeling van latere aanvragen om een dergelijke vergunning -indien hierdoor de oorspronkelijke vergunning niet verleend zou kunnen zijn- buiten beschouwing.
Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de titel: bestemmingsplan Parapluplan Woerden 2 (archeologie).