Artikel 3 Overeenkomstige regels moederplan
Onverminderd het bij dit plan bepaalde, zijn de regels bij het moederplan ‘Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld’, de regels van herziening 2 van bestemmingsplan ‘Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld en de regels van het bestemmingsplan “Parkeernormen” van overeenkomstige toepassing op dit plan.
In aanvulling op de regels uit het moederplan is in Artikel 4 de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen ter bescherming van archeologische waarden.
Artikel 4 Waarde - Archeologie
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
4.2.2 Uitzonderingen
In afwijking van het bepaalde in 4.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits het gaat om:
-
a. vervanging van bestaande gebouwen of bouwwerken waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid en uitsluitend de bestaande fundering wordt benut;
-
b. een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een oppervlakte van ten hoogste 100 m2;
-
c. een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
-
d. een plangebied kleiner is dan 2500 m2 (0,25 ha) wordt het vrijgesteld van archeologisch onderzoek, tenzij:
-
1. het plangebied (gedeeltelijk) deel uit maakt van een archeologisch waardevol terrein of archeologisch Rijksmonument
-
2. het plangebied zich bevindt binnen 250 m van de grens van een archeologisch waardevol terrein of archeologisch Rijksmonument
-
3. er concrete aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van archeologische resten op basis van vondstmeldingen of waarnemingen uit het plangebied zelf of binnen een straal van 100 m van de grens van het plangebied op de beleidskaart
-
4. het plangebied zich bevindt in een zone van 100 m aan weerszijden van de verwachte loop van de limesweg
-
5. het plangebied zich volgens de gemeentelijke beleidskaart (gedeeltelijk) bevindt in een historisch boerderijlint
-
6. het plan en de bodemingrepen een lineair element betreft.
4.2.3 Afwijken van de bouwregels
-
a. Bij een vergunning van Burgemeester en Wethouders kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels.
-
b. Vergunning als bedoeld in 4.2.3 sub a wordt verleend indien bij de aanvraag vergunning een archeologisch rapport wordt overlegd waaruit naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders blijkt dat:
-
1. de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld;
-
2. archeologische waarden door het uitvoeren van bouwactiviteiten niet of niet onevenredig worden geschaad, dan wel afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud van die waarden;
-
3. er geen archeologische waarden zijn.
-
c. Aan de vergunning als bedoeld in 4.2.3 sub a kunnen Burgemeester en Wethouders in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
-
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
2. de verplichting tot het laten doen van opgravingen door een daartoe gecertificeerde instantie, volgens de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd archeologisch Programma van Eisen (PvE);
-
3. de verplichting de uitvoering van de bouwwerkzaamheden die leiden tot bodemverstoring te laten begeleiden door een daartoe gecertificeerde instantie, volgens de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd archeologisch Programma van Eisen (PvE).
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Werken en werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
-
a. het ontgronden, afgraven, saneren, onderzuigen, egaliseren, verlagen, afplaggen en/of anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
-
b. het ophogen van de bodem hoger dan 30 cm;
-
c. het graven, verbreden, verdiepen van watergangen en waterpartijen;
-
d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
-
e. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd
-
f. het aanleggen van drainage;
-
g. het aanleggen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
h. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
-
i. het uitvoeren van werkzaamheden ter verhoging of verlaging van de grondwaterstand;
-
j. het verwijderen van ondergrondse fundamenten en het verwijderen en/of uittrekken van heipalen.
4.3.2 Uitzonderingen
Het in 4.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
-
a. die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij het bepaalde in artikel 4.2.3 in acht is genomen;
-
b. die in het kader van het normale beheer en onderhoud worden uitgevoerd;
-
c. die worden uitgevoerd in bestaande weg- en/of leidingcunetten;
-
d. die een oppervlakte beslaan van ten hoogste 100 m2;
-
e. die niet dieper reiken dan 30 cm beneden peil;
-
f. die worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een daartoe gecertificeerde instantie;
-
g. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
-
1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning was vereist;
-
2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning.
-
h. een plangebied kleiner is dan 2500 m2 (0,25 ha) wordt het vrijgesteld van archeologisch onderzoek, tenzij:
-
1. het plangebied (gedeeltelijk) deel uit maakt van een archeologisch waardevol terrein of archeologisch Rijksmonument
-
2. het plangebied zich bevindt binnen 250 m van de grens van een archeologisch waardevol terrein of archeologisch Rijksmonument
-
3. er concrete aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van archeologische resten op basis van vondstmeldingen of waarnemingen uit het plangebied zelf of binnen een straal van 100 m van de grens van het plangebied op de beleidskaart
-
4. het plangebied zich bevindt in een zone van 100 m aan weerszijden van de verwachte loop van de limesweg
-
5. het plangebied zich volgens de gemeentelijke beleidskaart (gedeeltelijk) bevindt in een historisch boerderijlint
-
6. het plan en de bodemingrepen een lineair element betreft
4.3.3 Voorwaarden omgevingsvergunning
-
a. Vergunning als bedoeld in 4.3.1 wordt verleend indien bij de aanvraag vergunning een archeologisch rapport wordt overlegd waaruit naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders blijkt dat:
-
1. de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld;
-
2. archeologische waarden door het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden niet of niet onevenredig worden geschaad, dan wel afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud van die waarden;
-
3. er geen archeologische waarden zijn.
-
b. Aan de vergunning als bedoeld in 4.3.1 sub a kunnen Burgemeester en Wethouders in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
-
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
2. de verplichting tot het laten doen van opgravingen door een daartoe gecertificeerde instantie, volgens de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd archeologisch Programma van Eisen (PvE);
-
3. de verplichting de uitvoering van de bouwwerkzaamheden die leiden tot bodemverstoring te laten begeleiden door een daartoe gecertificeerde instantie, volgens de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd archeologisch Programma van Eisen (PvE).
4.4 Advies
Indien sprake is van een activiteit waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, wint de aanvrager vooraf archeologisch advies in bij de door Burgemeester en Wethouders aangewezen archeologisch deskundige.
4.5 Beoordeling
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 4.2.3 sub a en 4.2.1 sub a te verlenen, vragen Burgemeester en Wethouders advies aan een archeologisch deskundige.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde
- Archeologie' de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.