Plan: | Ontsluiting Harmelerwaard |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0632.BPBrughwaard-bOW1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0632.BPBrughwaard-bOW1 met de bijbehorende regels.
het bestemmingsplan Ontsluiting Harmelerwaard van de gemeente Woerden.
Overige begrippen in alfabetische volgorde:
het treffen van technische en andere maatregelen om archeologische waarden in de bodem te ontzien.
onderzoek naar de (aanwezigheid en/of waarde van) archeologische relicten door een gecertificeerde instantie werkend conform de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. Dit onderzoek kan bestaan uit bureauonderzoek, booronderzoek, begeleiden, proefsleuvenonderzoek, opgravingen of een combinatie daarvan.
diepte waaronder archeologisch waardevolle resten aanwezig zijn of kunnen zijn, inclusief marge van 30 cm ter bescherming van de archeologische waarden.
rapport waarin de resultaten van archeologisch onderzoek zijn vastgelegd en dat is opgesteld conform de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten in dat gebied.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
het begeleiden van bodemverstorende ingrepen door een archeoloog die de aanwezige archeologische resten documenteert en verzamelt conform de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en op basis van een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen.
instantie die beschikt over een certificaat als bedoeld in art. 5.1 van de Erfgoedwet.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een deel van bebouwing, bedoeld voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben en niet langer dan 4 weken per jaar aaneengesloten verblijft; onder recreatief nachtverblijf in 'bed and breakfast'-appartementen is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
het gebruik van gronden of gebouwen dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan bestaat;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen woning. Een bijgebouw mag via een deur rechtstreeks toegankelijk zijn vanuit de woning. Er is geen zelfstandige wooneenheid in een bijgebouw toegestaan. In een vrijstaand bijgebouw is nachtverblijf niet toegestaan (geen slaapkamer of badkamer).
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
vormen van recreatief medegebruik van gronden door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis-, picknick- en kano-overstapplaatsen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de bedrijfsmatige teelt van tuinbouwgewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen.
Bomen en (berm)beplanting, een park, plantsoen, speelveld of bij de gemeente in onderhoud zijnde groenstroken, grasperken, (landschappelijke) oevers of bloembakken.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie.
ondergeschikt bestanddeel, minder dan 50% van de totale activiteiten van een bedrijf in omvang, arbeid en inkomen.
de openbare weg, openbaar groen en water.
groenvoorzieningen die het hele jaar of een groot deel van het jaar voor het publiek algemeen toegankelijk zijn.
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen, fietspaden en voetpaden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden of zijkanten. Achterpaden en zijpaden die bedoeld zijn voor bewoners en omwonenden behoren niet tot de openbare weg.
de ontsluiting van een archeologische vindplaats door een gecertificeerde instantie met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen.
document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven of een opgraving staan geformuleerd. Voor aanvang van het onderzoek dient het PvE door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd.
de op of bij een weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaarden, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen en abri's.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks en boven peil;
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen elk bouwvlak mogen op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, uitsluitend worden gebouwd:
Buiten bouwvlakken op de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, niet zijnde:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1 en sublid 3.2.2, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
bijgebouwen bij bedrijfsgebouwen voor ander (agrarisch) gebruik | 3 m | 6 m |
bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen | 6 m | 10 m |
kassen | 6,5 m | 10 m |
erf- of perceelafscheidingen | 2 m | |
overige andere bouwwerken, binnen bouwvlak | 12 m | |
overige andere bouwwerken, buiten bouwvlak | 2 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.3, onder a, ten behoeve van het bouwen van gebouwen, niet zijnde kassen, met een andere nokrichting dan evenwijdig aan de slagenverkaveling van de bijbehorende polder, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.3, onder b, voor het bouwen van kassen tot een goothoogte van 8 m en een bouwhoogte van 12 m, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 6 en 14, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.2, voor het bouwen van bebouwing als bedoeld in sublid 3.2.1, buiten een bouwvlak, mits:
Het gebruik van gronden buiten het bouwvlak voor buitenopslag, zoals -niet als bouwwerk aan te merken- mestbassins, silo's en opslag van ruwvoer en overige materialen, is toegestaan tot een hoogte van 3 m, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 6 en 14, , het plan zodanig te wijzigen, dat de op de gronden als bedoeld in lid 3.1, aangegeven grens van een bouwvlak elders op die gronden wordt aangegeven, mits de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond. Het wijzigen geschiedt volgens de volgende regels:
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De as van de weg moet liggen binnen 1 m afstand aan weerszijden van de aanduiding "as van de weg".
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken, zoals bruggen, duikers, verkeerstekens, lichtmasten, afrasteringen, geluidwerende voorzieningen en nuts- en waterstaatsbebouwing.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
de bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
gebouwen voor verkeer-, nuts- of waterstaatsdoeleinden | 6 m |
bruggen en soortgelijke kunstwerken | 10 m |
verkeerstekens, palen en masten | 20 m |
overige, andere bouwwerken | 6 m |
Voor bedrijven is het niet toegestaan om de wegen, parkeerstroken, voet- en fietspaden en bermen te gebruiken als parkeergelegenheid of voor opslag van materialen voor het bedrijf.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op de gronden met de bestemming "Waarde Archeologie 3" mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits het gaat om:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Waarde Archeologie 3" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in 6.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Indien sprake is van een activiteit waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, wint de aanvrager vooraf archeologisch advies in bij de door Burgemeester en Wethouders aangewezen archeologisch deskundige.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 6.2.3 sub a en 6.3.1 sub a te verlenen, vragen Burgemeester en Wethouders advies aan een archeologisch deskundige.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde Archeologie 3" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op de gronden met de bestemming "Waarde Archeologie 4" mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in 7.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits het gaat om:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Waarde Archeologie 4" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in 7.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Indien sprake is van een activiteit waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, wint de aanvrager vooraf archeologisch advies in bij de door Burgemeester en Wethouders aangewezen archeologisch deskundige.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 7.2.3 sub a en 7.3.1 sub a te verlenen, vragen Burgemeester en Wethouders advies aan een archeologisch deskundige.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde Archeologie 4" de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, toegestaan bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals keermuren, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 8.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering, de waterhuishouding en het scheepvaartverkeer.
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het gebruik krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1 , toegestaan voorzieningen, geen bouwwerk zijnde, en gebruiksvormen ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 8.1 , mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering, de waterhuishouding en het scheepvaartverkeer.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval begrepen het in gebruik nemen en gebruik van gronden en bouwwerken als niet aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van later bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Op de voorbereiding van een besluit tot het afwijken bij een omgevingsvergunning zoals opgenomen in dit plan, is de in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht geregelde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van dit bestemmingsplan (op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening), is de in afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag of mogen, op en in gronden die grenzen aan de gronden als bedoeld in artikel 4 (Verkeer), binnen een afstand van 5 m, loodrecht gemeten uit de as van de weg, uitsluitend bouwwerken tot een hoogte van 1 m worden gebouwd op een minimale afstand van 1,5 m van de rand van de rijbaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van de desbetreffende wegbeheerder omtrent de aanvaardbaarheid daarvan uit oogpunt van wegbeheer en verkeersveiligheid, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 14.1, ten behoeve van het bouwen op een kleinere afstand tot de as van de weg, tot een minimale afstand van 0,5 m tot de rand van de wegverharding.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 15.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 15.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.
Het bepaalde in lid 15.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Ontsluiting Harmelerwaard"
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Woerden op <datum vergadering>.
griffier, voorzitter,