Plan: | Mecklenburglaan naast 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0629.BPMECKE2011-VG01 |
Waterbeheerplan
Voor de planperiode 2010-2015 is het Waterbeheerplan (WBP) van het Hoogheemraadschap van Rijnland van toepassing. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Voor wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Voor wat betreft de hoeveelheid water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstbestendig wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen.
Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website: http://www.rijnland.net/wat_doet_rijnland/waterbeheerplan
Keur en Beleidsregels
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem.
De “Keur en Beleidsregels” maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Keurvergunning. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website, zie: http://www.rijnland.net/beleid/keur_2009http://www.rijnland.net/beleid/beleidsregels_en.
Voor onderhavig bestemmingsplan zijn enkele Beleidsregels van belang. In Beleidsregel 2 is aangegeven dat bij 'overige oppervlaktewateren' ter weerszijden van het oppervlaktewater een strook van 2 meter, gemeten vanaf de insteek, tot een hoogte van minimaal 4 meter ten opzichte van het maaiveld, vrijgehouden dient te worden voor onderhoud en inspectie.
Daarnaast is van belang dat bij toekomstige verharding van de percelen rekening moet worden gehouden met de versnelde afstroming van neerslag naar het oppervlaktewater. Deze verharding moet in beginsel gecompenseerd worden. In Beleidsregel 4 staat het beleid van het Hoogheemraadschap beschreven.
Tot slot is Beleidsregel 12 van belang voor onderhavig bestemmingsplan. Bouwputbemalingen zijn, vanwege de belangen die samenhangen met het peil en/ of de kwaliteit van het grondwater, eveneens aan regels gebonden.
Waterbeheer
Rijnland toetst haar beheersgebied aan de normering uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) om de wateropgave te bepalen. Het Nationaal Bestuursakkoord Water stelt dat in stedelijk gebied het laagste maaiveld niet vaker dan eenmaal per honderd jaar mag overstromen. Daarnaast is het beleid van Rijnland dat bij een toename van de verharding in beginsel compensatie plaatsvindt. De keur van het hoogheemraadschap is toetsingskader. In de keur is vastgelegd dat, indien als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling meer dan 500 m2 onverhard oppervlak wordt verhard, compenserende maatregelen noodzakelijk zijn in de vorm van extra open water ter grootte van 15% van de toename van de verharding.
Het plangebied ligt in het boezemland van Rijnland. Het peil van Rijnlands boezem is 0,60 m –NAP. In enkele delen van het omliggende gebied wordt het waterpeil op een ander peil dan het boezempeil gehandhaafd. Zo is het waterpeil in de watergang langs de Wittenburgerweg hoger dan het boezempeil. Het plangebied ligt op de voet van de duinen.
Voor de afwatering is het plangebied aangewezen op de Zijlwatering en Kaswatering. Rijnland is verantwoordelijk voor het beheer van het oppervlaktewater. Het beleid van Rijnland is er daarom op gericht om de knelpunten in de afvoer op te lossen en nieuwe knelpunten te voorkomen. Nieuwe duikers mogen niet langer zijn dan 15 meter en het is gewenst dat bestaande lange duikers weer open gegraven worden.
Het beleid van Rijnland is tevens gericht op het verkrijgen van een goede waterkwaliteit en ecologie. Nieuwe watergangen moeten daarom 100% natuurvriendelijk worden ingericht en goed kunnen doorstromen. Watergangen en oevers dienen zodanig te worden ingericht dat onderhoud vanaf de kant of vanaf het water goed mogelijk is.
Grondwater
In 2002 is een onderzoek naar grondwaterproblematiek in de Gemeente Wassenaar uitgevoerd. Hierbij is een aantal duidelijke probleemgebieden aangewezen. Binnen het plangebied gaat het om Nieuw Wassenaar en De Kieviet.
De wijk De Kieviet ligt in het gebied van de voormalige stichting Inmaling Duinland. De waterhuishouding in het gebied is sterk gerelateerd aan de ligging in de binnenduinrand, waardoor plaatselijk sprake is van een kwelsituatie, en aan de aanwezigheid van watergangen.
Het maatregelenpakket uit het project “Grondwateroverlast Wassenaar” richt zich in het plangebied met name op de verbetering van de ontwatering van het freatisch grondwater in de slecht doorlatende bodem door middel van horizontale drainage.
Als drainageniveau wordt voorgesteld het boezempeil van NAP –0,60 meter. Het drainagewater kan normaal gesproken worden geloosd op het oppervlaktewater. Deze problematiek zal kunnen worden opgelost door enerzijds verdichting van het netwerk van sloten en het aanleggen van drainage naar het hoofdwaterstelsel en anderzijds verbetering van het afwateringsnetwerk. Beide oplossingen worden in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt door te voorzien in het aanleggen van water binnen de bestemmingen.
Wenselijk is dat de afstand van de afwatering- en ontwateringsloten wordt teruggebracht. Het gemeentelijke rioleringsplan (GRP 2006-2010) voorziet in 2008/2009 uitvoering van het project Nieuwe Wassenaar. Dit project wordt in nauwe samenwerking met Rijnland voorbereid en uitgevoerd.
Berging
Het watersysteem van de omgeving waar het plangebied in ligt dient een bui die eens per 100 jaar voorkomt, plus 10% in verband met klimaatverandering, te kunnen verwerken zonder inundatie van het maaiveld (NBW normering). In het verleden hebben zich in het plangebied geen echte problemen voorgedaan als gevolg van hoge waterstanden van het oppervlaktewater. De verwachting is dat het watersysteem voldoet aan de NBW-normering.
Als gevolg van een intensievere ontwatering door aanleg van extra sloten en drainage kan een belasting van het oppervlaktewater in de toekomst toenemen. Rijnland hanteert daarom de trits “vasthouden – bergen – afvoeren”. Het water dient dus in eerste instantie zoveel mogelijk in het gebied te worden vastgehouden.
Riolering
Het plangebied heeft voor het overgrote deel een gemengd rioolstelsel, waarbij het hemelwater tijdens hevige regenval via overstorten op het oppervlaktewater geloosd wordt.
Het gemeentelijke rioleringsplan voorziet in de aanleg van twee bergbezinkleidingen in de Oud Wassenaarseweg. De aanleg van deze bergbezinkleidingen past in de kwantiteitstrits van Rijnland en dient als zodanig mogelijk te worden gemaakt in de planregels.
Het gemeentelijke rioleringsplan voorziet daarnaast in het verhogen, verbreden of saneren van een aantal overstorten. De haalbaarheid van deze maatregelen wordt, in relatie met de veiligheid van de burgers, in de vuilemissiestudie onderzocht. Het gemeentelijk rioleringsplan draagt daarmee in belangrijke mate bij aan de waterkwaliteit.
In de planperiode wordt een toename van het verhard oppervlak ten opzichte van de bestaande situatie voorzien. Gedacht moet daarbij worden aan uitbreidingen van verhardingen zoals een woning en bijbehorende bouwwerken en terrassen en opritten. Bij een toename van verhard oppervlak (daken, wegen, parkeerterreinen, gedraineerde oppervlakken), in de toekomstige situatie, is het beleid van Rijnland zoals vastgelegd in de Keur het toetsingskader.
Eerder in deze waterparagraaf is al beschreven vanaf welke norm compenserende maatregelen noodzakelijk zijn in de vorm van extra open water ter grootte van 15% van de toename van de verharding. Mogelijkheid is ook om in die situaties te kiezen voor afkoppelen van neerslagwater waarbij het neerslagwater infiltreert in de bodem of wordt afgevoerd naar oppervlaktewater.
Afkoppelen
Voor het afkoppelen van verharde oppervlakken wordt de door de Werkgroep Riolering West-Nederland aangegeven systematiek gevolgd. Dit houdt in dat zo veel mogelijk verhard (dak)oppervlak afgekoppeld dient te worden van het rioleringssysteem. Als de grondwaterstand ter plaatse het toelaat, zal het afgekoppelde water bij voorkeur in de grond dienen te worden geïnfiltreerd. Binnen het plangebied is dit wel mogelijk. Er zijn plannen voor het in de toekomst deels afkoppelen van het hemelwater zodat dit direct op oppervlaktewater loost. Daar waar materialen in contact kunnen komen met regenwater, mag geen gebruik worden gemaakt van uitloogbare materialen als koper, zink en lood. Ook hiermee willen wij een bijdrage leveren aan de waterkwaliteit.
Open water
Voor de afwatering is het plangebied aangewezen op een aantal hoofdwatergangen zijnde de Zijlwatering en de Kaswatering. Zoals hiervoor al is aangegeven wordt in dit bestemmingsplan de mogelijkheid geboden te streven naar het vergroten van het oppervlak open water teneinde te kunnen voldoen aan de wens van een betere ontwatering van terreinen.