AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
Functieaanduiding:
N
Natuur
(-)
De voor “Natuur"(N) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
het behoud, herstel of versterking van de aan
deze gronden eigen zijnde natuurwaarden, landschappelijke en cultuurhistorische
waarden;
b.
de ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden en landschappelijke waarden.
De onderstaande bestemmingen zijn toegestaan mits deze de onder a en b genoemde
bestemmingen niet worden geschaad of belemmerd:
a.
tuinen;
b.
verhardingen bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen of
hoofdgebouwen;
c.
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
d.
ter hoogte van de functieaanduiding ‘parkeergarage’; een ondergrondse
parkeergarage.
3.2.1
Gebouwen
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd anders dan de
parkeergarage.
b.
de hoogte van erfscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
c.
de hoogte van toegangshekken en pilasters mag niet meer bedragen dan 2,5
meter;
d.
de breedte van toegangshekken mag, inclusief een voetgangersentree en
pilasters, ten hoogste 30 % van de breedte van het bouwperceel bedragen tot een
maximum van 6,00 meter. De breedte van het bouwperceel wordt hier gemeten ter
plaatse van het toegangshek;
e.
per bouwperceel zijn twee inritten en in het verlengde daarvan twee
toegangshekken toegestaan;
f.
voor erfscheidingen en toegangshekken, exclusief pilasters, geldt dat
deze vanaf de grond en open constructie moet hebben, met dien verstande dat ten
minste 75% van de verticale projectie van de erfscheiding c.q. het toegangshek
open moet zijn.
3.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a.
de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3
meter, met uitzondering van openbare verlichting en vlaggenmasten, die een
maximale bouwhoogte hebben van 8 meter.
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval
gerekend voor het gebruik voor:
a.
de stalling van caravans, voer- en vaartuigen voor de voorgevel van een
woning en in een verlengde daarvan te trekken lijn;
b.
opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik
onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of
afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de
bestemming gerichte gebruik van de grond;
c.
het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare
afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de
bestemming gerichte gebruik van de grond.
3.4
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
3.4.1
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘natuur’ zonder of in
afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning, verleend door burgemeester
en wethouders, de werken en werkzaamheden te verrichten die hierna onder 3.4.5
zijn genoemd, behouders de daarbij vermelde uitzonderingen.
3.4.2
Verlening omgevingsvergunning
Aan de omgevingsvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits daarover
vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder 3.4.3
van de werken of werkzaamheden. De werken of werkzaamheden die onder het verbod
vallen zijn slechts toelaatbaar voor het belang van de bestemming ‘natuur’,
hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld.
3.4.3
Advies over omgevingsvergunning
Voor de verlening van de omgevingsvergunning vragen burgemeester en wethouders
schriftelijk advies aan de natuur deskundige van de gemeente Wassenaar of een
daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Het schriftelijk advies betreft in
het bijzonder de vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang
van de bestemming ‘natuur’ niet onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel
te stellen voorwaarden aan de omgevingsvergunning.
3.4.4
Toelaatbaarheid
Een vergunning als bedoeld in 3.4.1 is slechts toelaatbaar, indien door die
werken en/of werkzaamheden het waterstaatkundig belang, de natuur- en/of
landschapswaarde van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, en
indien een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft, dat
een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
3.4.5
Verbod
De werken en werkzaamheden die op grond van het onder 3.4.1 verboden zijn op de
gronden met de bestemming ‘natuur’ zijn:
a.
het afgraven, bodemverlagen, ophogen, vergraven of egaliseren van
gronden;
b.
het aanleggen en/of verharden van ontsluitingswegen, fiets-, voet- en
ruiterpaden;
c.
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
d.
het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van
aanwezige waterlopen;
e.
het keren van gronden;
f.
diepploegen;
g.
het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van
aanwezige waterlopen, het aanleggen van drainagebuizen, ondergrondse
beregeningsinstallaties, dijken, dammen, stuwen, duikers en dergelijke werken
die de waterhuishouding en/of waterstand in een gebied beïnvloeden;
h.
het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiing, kaden en taluds;
i.
het vellen of rooien van houtgewassen met specifieke landschaps- en/of
cultuurhistorische waarde, die niet onder het regime van de kapverordening
vallen;
j.
het beplanten van gronden met houtgewassen ter plaatse waar de gronden op
het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen
waren beplant;
k.
het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of
telecommunicatie-leidingen buiten erven/bouwvlakken van woningen en bedrijven en
daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
l.
het verrichten van proefboringen en andere boringen voor het winnen van
water, delfstoffen en andere bodemschatten;
m.
de aanleg van picknickplaatsen en het plaatsen van bijbehorend meubilair;
n.
diepte-infiltratie van water;
o.
het scheuren van grasland, anders dan voor een omzetting van grasland in
bouwland.
Met uitzondering van;
a.
werken en werkzaamheden indien door de natuurlijke waarden niet
onevenredig worden of kunnen worden geschaad, hetgeen mede op basis van
onderzoek dient te zijn aangetoond;
b.
werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
c.
werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van
het van kracht worden van het plan;
d.
werken en werkzaamheden die natuur onderzoek betreffen of daarop zijn
gericht; |
||