direct naar inhoud van 5.9 Externe veiligheid
Plan: Houtex
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0627.pbhoutex-0401

5.9 Externe veiligheid

5.9.1 Wettelijk kader

Activiteiten met gevaarlijke stoffen leveren risico’s op voor de omgeving. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de circulaires Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) en Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984) vormen op dit moment het wettelijk kader voor het omgaan met deze risico’s. Door het stellen van eisen aan afstanden tussen de activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kantoren, scholen, enz.) worden de eventuele gevolgen van deze risico’s zoveel mogelijk beperkt.

Plaatsgebonden risico (PR)

Als “harde” afstandseis voor externe veiligheid geldt een contour voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6), die wordt aangegeven als een afstand ten opzichte van de activiteit met gevaarlijke stoffen (risicobron). Binnen deze PR 10-6 contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of worden geprojecteerd.

Groepsrisico (GR)

Afhankelijk van de aard van de risicobron is er sprake van een bepaald invloedsgebied. Binnen dit invloedsgebied moet worden onderzocht hoe groot de kans per jaar is dat een groep van ten minste 10 (zich binnen dit invloedsgebied bevindende) personen overlijdt ten gevolge van een ramp of zwaar ongeval met de betreffende risicobron. De uitkomst van dit onderzoek geeft de hoogte van het GR weer en wordt uitgedrukt in een curve, waarbij als norm voor het GR een oriënterende waarde is vastgesteld.

De hoogte van het GR moet door middel van een bestuurlijke afweging worden verantwoord. Als binnen het invloedsgebied (beperkt) kwetsbare bestemmingen worden geprojecteerd, geldt ook voor de hiermee samenhangende toename van het GR een bestuurlijke verantwoordingsplicht.

Bij het verantwoorden van het GR moeten de volgende aspecten worden betrokken en gemotiveerd:

  • Het aantal personen binnen het invloedsgebied;
  • De hoogte van het GR en een eventuele toename daarvan;
  • De mogelijkheden tot risicovermindering aan de risicobron;
  • De alternatieven voor het ruimtelijk plan;
  • De mogelijkheden om de omvang van een ramp of zwaar ongeval te beperken;
  • De mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied.

In verband hiermee moet de (regionale) brandweer in de gelegenheid worden gesteld om advies uit te brengen over het GR en de mogelijkheden tot voorbereiding van de bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.

5.9.2 Nieuwe regelgeving

De circulaires Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen worden momenteel herzien en zullen over enige tijd worden vervangen door respectievelijk het “Besluit transportroutes externe veiligheid” (Btev) en het “Besluit externe veiligheid buisleidingen” (Bevb). Waar mogelijk en waar dit is toegestaan wordt geanticipeerd op deze besluiten. Daarnaast is gebruik gemaakt van gegevens uit het Basisnet weg (concept, 2009), waarin voor rijkswegen veiligheidsafstanden worden aangegeven op basis van uitgevoerde tellingen, waarbij rekening is gehouden met een te verwachten groeiscenario tot 2020.

5.9.3 Onderzoek

Ter voorbereiding van het projectbesluit Houtex is onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn. Mogelijke risicobronnen zijn bedrijven (inrichtingen), waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor)wegen en buisleidingen.

5.9.4 Resultaten

Inrichtingen

Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die in het kader van externe veiligheid van invloed zijn op het plangebied. Er zijn dus geen beperkingen voor het voorgenomen plan vanwege binnen of in de directe nabijheid van het plangebied gelegen inrichtingen.

Transport over de weg

Binnen of in de nabijheid van het plangebied liggen geen wegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Er zijn dus geen beperkingen voor het voorgenomen plan vanwege transport van gevaarlijke stoffen over de weg.

Transport over het spoor

Over het spoor Gouda-Alphen aan den Rijn vindt geen relevant vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Er zijn dus geen beperkingen voor het voorgenomen plan vanwege transport van gevaarlijke stoffen over het spoor.

Transport over het water

In de nabijheid van het plangebied is geen vaarwater gelegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Er zijn dus geen beperkingen voor het voorgenomen plan vanwege transport van gevaarlijke stoffen over het water.

Transport per buisleiding

Ten westen van het plangebied (aan de andere kant van de spoorlijn) is een hogedruk aardgasleiding gelegen, welke beperkingen oplevert voor de ruimtelijke ordening. Dit betreft een leiding van 12 inch met een druk van 40 bar. Het invloedsgebied van deze gasleiding (140 meter) overlapt met het plangebied. De risico’s die samenhangen met de leiding zijn in een "Verantwoording groepsrisico", opgesteld door de Milieudienst Midden-Holland, nader beschouwd. Hieronder wordt ingegaan op het plaatsgebonden risico en het groepsrisico van deze aardgasleiding. De "verantwoording groepsrisico, met daarin de berekeningen van de Gasunie en het advies van de Regionale Brandweer, is opgenomen in de bijlage bij deze toelichting.

5.9.5 Plaatsgebonden risico

Door de Gasunie is voor de hogedruk aardgasleiding een plaatsgebonden risicocontour 10-6 berekend van 0 meter. Het basisbeschermingsniveau voor de individuele burger tegen de aanwezige risico’s is voldoende op basis van de genomen veiligheidsmaatregelen aan de aardgasleiding (inherente veiligheid). Het plaatsgebonden risico vormt dus geen belemmering voor het plangebied.

Zolang het nieuwe Bevb nog niet is vastgesteld moet nog getoetst worden aan de circulaire “Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen” uit 1984. In verband met de circulaire moet de vrijwaringszone van 4 meter aan beide zijden van de leiding worden vrijgehouden van bebouwing. Daarnaast moet de bebouwingsafstand van 14 meter in acht worden genomen. Het plangebied overlapt nergens met deze bebouwingsafstand, dus de beoogde bebouwing in het plangebied Houtex voldoet aan deze afstanden.

5.9.6 Groepsrisico

Het groepsrisico voor de aardgasleiding is per kilometer buisleiding berekend door de Gasunie op basis van de door de gemeente aangeleverde gegevens. Het betreft informatie over de personendichtheden langs de gasleiding ter hoogte van het plangebied. In de berekening is gerekend met een toevoeging van 118 personen overdag en 168 personen ’s nachts binnen het invloedsgebied van de gasleiding (140 meter) in verband met de ontwikkeling van de woningen op de “Houtexlocatie” (zie bijlage 2). In dezelfde berekening zijn ook de ontwikkelingen in verband met de realisatie van het bestemmingsplan “Centrum Waddinxveen” meegenomen.

De Gasunie heeft op basis van deze gegevens een hoogste groepsrisico van 0,69 keer de oriëntatiewaarde berekend voor een bepaalde kilometer leiding. Deze kilometer is niet ter hoogte van het plangebied gelegen, maar ten noorden daarvan. Uit de berekeningen van de Gasunie valt op te maken dat het groepsrisico ter hoogte van het plangebied (na realisatie van het Centrumplan en de woningen op de Houtexlocatie) op ongeveer 0,1 maal de oriëntatiewaarde is gelegen.

Toch dient de gemeente het risico te verantwoorden en waar nodig maatregelen te nemen. Ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied heeft de gemeente de volgende acties ondernomen:

  • Advies gevraagd aan de regionale Brandweer (zie bijlage toelichting, "Verantwoording groepsrisico");
  • Verantwoording van het groepsrisico opgesteld met betrekking tot de gasleiding (zie bijlage toelichting, "Verantwoording groepsrisico").

In het document 'Verantwoording Groepsrisico' worden een aantal maatregelen aanbevolen ter beperking van het groepsrisico. De maatregelen zijn de volgende:

  • Aardgasleiding opnemenen in crisisplan;
  • Scenario calamiteit aardgasleiding opnemen in oefenprogramma brandweer;
  • Bluswatervoorzieningen.

Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Waddinxveen hebben kennis genomen van de inhoud van het document 'Verantwoording Groepsrisico' (zie bijlage)ven achten het groepsrisico, na het nemen van de genoemde maatregelen, aanvaardbaar.