direct naar inhoud van 5.3 Bodemkwaliteit
Plan: Vlietwijk KEEL-gebied
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.VlietwijkKEEL2011-BP23

5.3 Bodemkwaliteit

Wettelijk kader

Het is wettelijk geregeld (omgevingsverordening) dat bouw pas kan plaatsvinden als de bodem geschikt is (of geschikt is gemaakt) voor het beoogde doel. Daarom dient bij iedere nieuwe bouwactiviteit de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te worden gebracht. De bodemonderzoeken voor eventuele nieuwe (vervangende) bouwactiviteiten mogen niet meer dan vijf jaar oud zijn en moeten een vastgestelde informatiekwaliteit bieden. Indien aan die voorwaarden niet kan worden voldaan, dient aanvullend onderzoek plaats te vinden. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel, dient vóór aanvang van de bouwwerkzaamheden een bodemsanering te worden uitgevoerd om de bodem wel geschikt te maken, of dient de bouwaanvraag te worden geweigerd.

Onderzoek

Om te bezien of de bodem geschikt is voor de beoogde nieuwbouw is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (BSAdviezen, Verkennend Bodemonderzoek Vlietwijk, 6 april 2007). De locatie is onderzocht door middel van een historisch bodemonderzoek en een analyse van bodemmateriaal. Volgens het Bodemloket zou er een ondergrondse tank bij een rijwielreparatiebedrijf aan het Professor Eykmanhof gelegen zijn. In het archief van de provincie Zuid-Holland of de gemeente is hiervan niets bekend. Ook zijn er geen gedempte sloten of bedrijfsactiviteiten geregistreerd. Binnen het plangebied zelf zijn geen eerdere bodemonderzoeken bekend. In de nabijheid van het plangebied zijn wel drie bodemonderzoeken uitgevoerd. Daarbij zijn geen ernstige verontreinigingen aangetroffen. Uit de bodemkwaliteitskaart blijkt dat de toplaag mogelijk Iicht is verontreinigd met zware metalen, PAK en minerale olie. Op basis van deze gegevens en de nieuwbouwplannen is een bodemonderzoek uitgevoerd conform de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie.

In totaal zijn 25 boringen uitgevoerd. De bodem bestaat ter plaatse voornamelijk uit zwak kleiig tot plaatselijk sterk kleiig zand. De bovenste halve meter bevat over het algemeen bijmenging met puinfragmenten (beton, baksteen), koolas en een enkele maal glasscherven. De gemeten zuurgraad en elektrische geleidbaarheid voor het grondwater zijn in deze regio als normaal te beschouwen. De bovengrond van de locatie is plaatselijk Iicht verontreinigd met zink en PAK. De ondergrond van de locatie is plaatselijk licht verontreinigd met PAK. Het grondwater is licht verontreinigd met arseen, cadmium, chroom en zink. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties arseen en chroom aangetroffen. De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding voor een nader onderzoek. De locatie is geschikt voor het gebruik wonen.

Resultaten

Met betrekking tot de vastgestelde milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse kan worden geconcludeerd dat er gezien de geringe mate aan verontreiniging milieuhygiënisch gezien geen bezwaar is tegen de toekomstige nieuwbouw. Hergebruik binnen de locatiegrenzen en binnen dezelfde bodemkwaliteitszone is mogelijk na goedkeuring van de gemeente.