Plan: | Vlietwijk KEEL-gebied |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.VlietwijkKEEL2011-BP23 |
Nota Ruimte
De Eerste en Tweede kamer hebben op respectievelijk 17 januari 2006 en 17 mei 2005 de Nota Ruimte vastgesteld. Met de bekendmaking op 27 februari 2006 in onder andere de Staatscourant is de Nota Ruimte formeel in werking getreden. De Nota Ruimte is destijds vastgesteld als deel 4 van een Planologische Kernbeslissing (Pkb). De Nota Ruimte geldt nu als structuurvisie volgens de huidige Wet ruimtelijke ordening.
De Nota Ruimte heeft als titel 'Ruimte voor ontwikkeling' en tracht in vergelijking met haar voorgangers als de Vinex en de niet-vastgestelde Vijfde Nota meer mogelijkheden te bieden aan gebiedsspecifieke ruimtelijke ontwikkelingen. Hiermee samenhangend stelt de Nota Ruimte minder regels en wordt meer verantwoordelijkheid gelegd bij lagere overheden. De Nota Ruimte heeft dan ook als motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet.' De Nota Ruimte legt hierbij de randvoorwaarden van het ruimtelijk beleid vast. Voor de periode tot en met 2020 worden de hoofdlijnen vastgelegd. In sommige gevallen wordt een doorkijk gegeven naar 2030.
De Nota Ruimte richt zich op de volgende vier doelen:
Voor verstedelijking, infrastructuur en vestiging van bedrijven en economische activiteiten geldt een zogenaamd bundelingsbeleid: nieuwe woongebieden en bedrijvigheid moeten zoveel mogelijk worden aangesloten op bestaande bebouwing en infrastructuur. Hierbij moet bovendien rekening worden gehouden met (bestaande) recreatieve voorzieningen, groen en water (watertoets).
De Nota Ruimte ondersteunt de gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren. 'Ruimte voor ontwikkeling' betekent dat het Rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen. Voor heel Nederland wordt een beperkt aantal generieke regels gehanteerd onder de noemer 'basiskwaliteit'. Dit zorgt voor een heldere ondergrens op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid, milieu, verstedelijking, groen en water. Een aantal ruimtelijke structuren en netwerken dat in belangrijke mate ruimtelijk structurerend is voor Nederland als geheel, vormt samen de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur.
Voorschoten maakt onderdeel uit van een bundelingsgebied dat de westelijke kustzone van Holland bestrijkt. De provincie dient ervoor te zorgen dat de verhouding tussen de binnen deze gebieden gebundelde en de daarbuiten verspreide verstedelijking ten minste gelijk blijft. Het is niet de bedoeling dat de bundelingsgebieden geheel verstedelijken. In deze gebieden ligt wel het accent op verstedelijking, maar in samenhang moet ook ruimte gepland worden voor water, natuur, landschap, recreatie, sport en landbouw. Vooral in de bundelingsgebieden moeten 'stad en land' in onderlinge samenhang worden ontwikkeld.
De revitaliserings-, herstructurerings- en transformatieopgave in bestaand bebouwd gebied moet in beleid en uitvoering krachtig ter hand wordt genomen, gelijktijdig en/of in samenhang met de mogelijke ontwikkeling van nieuwe uitleglocaties. Gemeenten (in samenwerking met marktpartijen) zijn verantwoordelijk voor planvorming en uitvoering. Het Rijk richt zijn financiële ondersteuning voor wat betreft herstructurering met name op de grote(re) steden. Hierbij wordt aangesloten op het grotestedenbeleid (GSB) en de bijbehorende selectie van steden (G30). Voor wat betreft transformatie richt het rijk zijn financiële ondersteuning op de grotere steden in de nationale stedelijke netwerken.
Structuurvisie Randstad 2040: internationaal sterk en regionaal aantrekkelijk
De structuurvisie Randstad 2040 is een structuurvisie op rijksniveau voor een deel van het grondgebied van het Rijk. De nieuwe structuurvisie Randstad 2040 ligt voor een groot deel in het verlengde van de Nota Ruimte. Beide beleidsdocumenten zijn vigerend. De Nota Ruimte beslaat echter wel een groter gebied dan de structuurvisie Randstad 2040.
Het hoofddoel wordt omschreven in de volgende vier leidende principes:
In de structuurvisie worden eerst de leidende principes uitgewerkt. Vervolgens worden hier twaalf concrete keuzes uit opgemaakt. Daarna wordt uitgelegd wat de acties voor de toekomst zijn en hoe de keuzes tot stand zijn gekomen. Voor Voorschoten zijn drie van de twaalf keuzes met name van belang.
Beschermen en ontwikkelen van landschappelijke differentiatie
Het is belangrijk om zowel op nationaal niveau als op regionaal niveau te profiteren van de variatie aan leefomgevingen en deze te beschermen en te ontwikkelen. Het kabinet wil de kwaliteiten en contrasten van het landschap versterken en nieuwe landschappen met groen en water in de omgeving van de (grote) steden ontwikkelen.
Extra groenblauwe kwaliteitsimpuls bij de steden in de vorm van 'metropolitane parken'
Het belang van recreatief groen vlakbij of in de stad wordt onderstreept. De huidige bufferzones, de groene gebieden tussen de steden, zullen een sterkere recreatieve functie krijgen.
Het benutten en versterken van internationale topfuncties
Internationaal sterke punten van de Randstad worden sterker gemaakt. De Leidse regio draagt bij op wetenschappelijk gebied. Versterking van hoogwaardige economische clusters rond de zes universiteitssteden van de Randstad staat voorop.