direct naar inhoud van 5.7 Milieuzonering
Plan: Uitwerkingsplan Haagwijk
Status: ontwerp
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2012Haagwijk-UP20

5.7 Milieuzonering

5.7.1 Beleidskader

De Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat overheden bij het vaststellen van bestemmingsplannen moeten aantonen dat sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing (Wro artikel 3.1 lid 1). Onderdeel hiervan is het zorgen voor een goede milieuzonering: de overheid dient er op toe te zien dat er voldoende afstand in acht wordt genomen tussen enerzijds functies die hinder of gevaar veroorzaken (bijvoorbeeld bedrijven), en anderzijds functies die daar last van hebben (bijvoorbeeld woningen). Die afstand moet ook weer niet onnodig groot zijn, omwille van een efficiënt ruimtegebruik.

In de praktijk wordt gebruik gemaakt van de handreiking “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) (editie 2009). Deze handreiking beveelt per standaard bedrijfstype een afstand aan tot woningen of andere 'kwetsbare' functies. De afstand hangt ondermeer af van de aard van de omgeving: een rustige woonwijk verdient een hoger beschermingsniveau dan een gebied waar al enige hinder is van bedrijven of infrastructuur (gemengd gebied). Een indicatie van richtafstanden bij verschillend bedrijfstypes is weergegeven in onderstaande tabel.

Richtafstand (in meters) tot omgevingstype  
categorie   rustige woonwijk en rustig buitengebied   gemengd gebied  
1   10   0  
2   30   10  
3.1   50   30  

Ook kan gekeken worden naar de specifieke situatie bij een bedrijf: als een bedrijf afwijkt van het 'gemiddelde' bedrijf uit de VNG handreiking, of als het bedrijf al beperkt wordt door bestaande woningen in de buurt, kan een andere afstand worden aangehouden. Die wordt dan onderbouwd met onderzoek dat aantoont dat met die afstand een goed woon- en leefklimaat behouden blijft.

5.7.2 Situatie plangebied

In de directe nabijheid van het plangebied liggen enkele kassencomplexen. Deze complexen liggen op het grondgebied van de gemeente Leidschendam-Voorburg. In het vigerende bestemmingsplan 'Duivenvoordecorridor' (vastgesteld op 5 september 2007, goedgekeurd op 15 april 2008 en onherroepelijk op 29 juli 2009) zijn deze percelen bestemd als 'Uit te werken buitenplaats - V'. De kassencomplexen kennen dus geen positieve bestemming. De complexen zijn gedeeltelijk al aangekocht of worden in de toekomst alsnog aangekocht. Uiteindelijk zullen deze kassen worden gesloopt. Deze kassencomplexen vormen dus geen belemmering voor de ontwikkeling op Haagwijk.