Plan: | Veurseweg 214 eo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.2010Veurseweg214eo-BP40 |
Regionale Structuurvisie Holland-Rijnland (2009)
De gemeente Voorschoten maakt deel uit van de regio Holland-Rijnland. De Regionale Structuurvisie Holland-Rijnland is een beleidsdocument opgesteld door het samenwerkingsorgaan Holland-Rijnland. Op een lager ruimtelijk schaalniveau dan de Provinciale Structuurvisie schetst de Regionale Structuurvisie een beeld van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied dat zich uitstrekt tussen de gemeenten Noordwijk, Nieuwkoop, Rijnwoude en Voorschoten, waarin Leiden het stedelijke middelpunt is.
Op 24 juni 2009 is definitieve versie van de Regionale Structuurvisie door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland vastgesteld. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is per 1 juli 2008 van kracht en verplicht gemeenten, provincies en het Rijk een structuurvisie vast te stellen voor hun grondgebied. Regio's zijn echter niet verplicht om een structuurvisie op te stellen, maar mogen dat wel. Dit houdt in dat de Regionale StructuurVisie van Holland Rijnland geen wettelijk karakter heeft. Daarentegen is het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland bevoegd om deze structuurvisie vast te stellen en verbindt het de deelnemende gemeenten daarmee om afspraken uit dit document uit te voeren. Als gemeenten van deze afspraken willen afwijken, dan moeten zij op regionaal niveau een oplossing vinden.
Het voornaamste doel van het beleid in de Regionale Structuurvisie is een juiste balans te stellen tussen het behoud van het unieke karakter van de regio, met haar bollenlandschap en historische kernen en steden, en wenselijke toekomstige ontwikkelingen, zoals de komst van de Rijnlandroute en RijnGouweLijn.
Met de Regionale Structuurvisie kiezen de Holland Rijnland-gemeenten koers voor de ruimtelijke inrichting van de gelijknamige regio. In de visie zijn een aantal keuzes gemaakt die de samenhang tussen de grote deelgebieden van de regio verbeteren: bollenstreek, kustzone, stedelijk gebied en Veenweide en Plassen.
Het opstellen van dit bestemmingsplan heeft geen invloed op het unieke karakter van de regio. Op basis van de Regionale Structuurvisie Holland-Rijnland zijn er geen knelpunten te verwachten voor dit bestemmingsplan.
Regionaal Milieubeleidsplan 2003-2010
De landelijke doelstelling uit het NMP 4 is ook de doelstelling voor de bij de Milieudienst West-Holland aangesloten gemeenten. De doelstelling is: "een gezond en veilig leven, in een aantrekkelijke leefomgeving, te midden van een vitale natuur, zonder de mondiale diversiteit aan te tasten of natuurlijke hulpbronnen uit te putten, hier en nu en elders en later". Enkele relevante beleidsuitgangspunten uit het Milieubeleidsplan zijn:
Regionaal Verkeer en Vervoerplan/Uitwerkingsplan 2008-2015 (2008)
Begin juli 2002 is het ontwerp Regionaal Verkeer en Vervoerplan verschenen. In dit RVVP met de titel "De Regio's Verbonden" wordt aangegeven wat de komende jaren het beleid zal zijn voor de Leidse Regio, de Duin en Bollenstreek en de Provincie Zuid-Holland. Met het plan wil men vraagstukken aanpakken die op het gebied van mobiliteit een bijdrage leveren aan een goed klimaat om te wonen, werken en ondernemen in de regio.
Het regionale Verkeer en Vervoersplan is uitgewerkt in Uitwerkingsplannen. Het Uitwerkingsplan 2008-2015 benoemt de concrete acties en projecten voor de periode 2008-2010 met een doorkijk naar 2015. Het doel van het Uitwerkingsplan is het een afgewogen regionaal maatregelenprogramma verkeer en vervoer waar alle betrokken partijen achter staan en dat betaalbaar en realistisch is.
Het Bodemarchief Ontrafeld: Nota archeologie 'Duin, Horst en Weidegebied' (2009)
Onder invloed van het Verdrag van Malta en de herziene wetgeving, is de rol van de gemeente essentieel geworden binnen het archeologietraject. De gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Leidschendam-Voorburg, samenwerkend in het Pact van Duivenvoorde, hebben in 2005 besloten om op een aantal beleidsterreinen gezamenlijk op te trekken ter versterking van het Duin, Horst en Weidegebied. Een van deze onderwerpen is het archeologiebeleid. De reden is gelegen in de geografische en historische samenhang van het gebied, die het wenselijk maakt het gebied eenduidig te behandelen.
De nota gaat er vanuit dat een transparant beheer van het eigen archeologische en in brede zin cultuurhistorisch erfgoed begint met het voor iedereen duidelijk maken waar en wanneer er met archeologisch erfgoed rekening gehouden dient te worden. Het behouden in situ, dat wil zeggen op zijn plek in de grond en het integreren van de archeologie in een nieuwe ruimtelijke inrichting staat daarbij voorop. Is dit onmogelijk, dan dient de archeologie conform alle geldende kwaliteitsregels onderzocht, gedocumenteerd en gearchiveerd te worden. Dit betekent dat er beleidsregels moeten worden opgesteld, waardoor het mogelijk wordt archeologisch verwachtingsvolle en waardevolle gebieden in de ruimtelijke plannen op te nemen en indien mogelijk te ontzien. Als eerste aanzet hiervoor dienen de door de provincie Zuid-Holland aangewezen gebieden van hoge en zeer hoge archeologische waarden en de door het Rijk beschermde archeologische monumenten. Daarnaast kunnen de Pactgemeenten binnen hun gemeentegrenzen nog andere waardevolle en eventueel te beschermen gebieden aanwijzen. Hier wordt uitgebreid op ingegaan in artikel van dit bestemmingsplan.
Waterbeheerplan 2010-2015
Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website:
Keur en Beleidsregels 2009
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels die per 27 mei 2011 geactualiseerd zijn. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De ¡§Keur en Beleidsregels¡¨ maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website: