a. wegen en straten met een functie gericht op verblijf;
b. voet- en fietspaden, met bermen;
c. pleinen;
d. parkeervoorzieningen;
e. groenvoorzieningen;
f. water;
g. afwateringsdoeleinden;
h. buis- en kabelverbindingen voor de waterhuishouding, riolering, nutsbedrijven en overeenkomstige doeleinden.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
1. lichtmasten, verkeers- en verwijsborden;
2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.
b. De bouwhoogte van de in lid 6.2.1 sub a. genoemde bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen, met dien verstande dat voor lichtmasten de bouwhoogte maximaal 7 meter mag bedragen.