Artikel 2 Woongebied
2.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Woongebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. tuinen en erven;
-
c. groenvoorzieningen en water;
-
d. wijkontsluitingsweg (verblijfsgebied), fiets- en voetpaden;
-
e. groen volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "groen" binnen de bestemming is aangegeven;
-
f. ontsluiting volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "ontsluiting" binnen de bestemming is aangegeven;
-
g. ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" voor de aanleg van een gemeenschappelijke parkeervoorziening;
-
h. voetpaden volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "pad" binnen de bestemming is aangegeven;
-
i. water volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "water" binnen de bestemming is aangegeven en een oppervlakte van minimaal 10% van het plangebied;
-
j. aan de doeleinden onder a gebonden parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, nutsvoorzieningen en straatmeubilair.
2.2 Bouwregels
Op de in lid 2.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
a. het aantal wooneenheden niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" is aangegeven;
-
b. een hoofdgebouw (woning) binnen de aanduidingsgrens "maximum aantal wooneenheden" moet worden gebouwd;
-
c. de grondoppervlakte van iedere woning maximaal 240 m2 (inclusief aan- en uitbouwen) mag bedragen;
-
d. de goothoogte van een grondgebonden woning maximaal 7 m mag bedragen;
-
e. de bouwhoogte van een grondgebonden woning maximaal 11 m mag bedragen;
-
f. ter plaatse van de aanduiding "gestapeld" maximaal drie bouwlagen met kap mag worden gebouwd;
-
g. bij iedere woning bijgebouwen en uitbreidingen van de woning mogen worden gebouwd mits:
-
1. de gebouwen tenminste 3 m achter de verlengde voorgevel van de woning worden gebouwd;
-
2. de gronden van ieder perceel voor tenminste 50% onbebouwd blijven;
-
3. het totale grondoppervlak aan bijgebouwen en aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 100 m2;
-
4. de goothoogte van de bijgebouwen niet meer bedraagt dan 3 m;
-
5. de goothoogte van aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 3,5 m;
-
6. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
-
h. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de verlengde voorgevel niet meer mag bedragen dan 2 m en voor de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m;
-
i. de hoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.
2.3 Specifieke gebruiksregels
Onverminderd het bepaald in lid 2.1 is het gebruik van vrijstaande bijgebouwen anders dan als huishoudelijke bergruimte of stalling van voertuigen in strijd met het plan.